Belang staatsgreep Niger niet onderschatten
De staatsgreep die militairen afgelopen week in de Afrikaanse staat Niger pleegden, trekt bij Europeanen veel minder aandacht dan de strijd in Oekraïne.
Deels is dat te begrijpen. Niger ligt weggestopt in het verre Afrika, terwijl Oekraïne deel uitmaakt van het Europese continent. Bovendien lijken de geopolitieke gevolgen van de strijd in dat land veel groter dan die van een politieke omwenteling ergens in Afrika. Immers, met de strijd tussen Kiev en Moskou scheert de wereld langs een kernwapenconflict. Toch moet de betekenis van de staatsgreep in Niger niet worden onderschat.
Allereerst omdat het inmiddels al de zevende staatsgreep is in drie jaar tijd in West- en Centraal-Afrika. Burkina Faso, Tsjaad, Guinee, Mali (twee keer) en Soedan gingen voor. VN-baas António Guterres sprak vorige week terecht van een „verontrustende trend”. De meeste landen liggen in de Sahel. Dat is een gebied dat dwars over Afrika van oost naar west loopt. Het scheidt de Sahara-woestijn in het noorden van de groenere savanne in het zuiden.
Een belangrijk aspect is dat deze staatsgrepen vooral voortkomen uit antiwesterse gevoelens. In de meeste gevallen leeft er vooral aversie tegen Frankrijk, dat de voornaamste kolonisator van dit gebied is geweest. En hoewel de dekolonisatie zich in de vorige eeuw ook hier voltrok, toch is de Franse aanwezigheid in dit deel van Afrika nog steeds manifest. Parijs heeft er grote economische belangen en de Afrikanen weten dat de opbrengsten van hun land vooral naar Frankrijk gaan. Zelf verdienen ze er nauwelijks iets aan.
In deze anti-Europese sfeer proberen jihadistische groepen terrein te winnen. Veel bewoners van de Sahellanden gruwen daarvan en zoeken steun in de strijd tegen deze terroristen. Niger was tot vorige week een belangrijke uitvalsbasis voor de antiterroristische acties. Nu deze en andere steunpunten wegvallen, zijn de Sahellanden op zoek naar partners die hen beschermen tegen de terreur van islamitische strijdgroepen.
In deze zoektocht richten deze regimes steeds vaker hun blik richting Moskou. Rusland kan hen steunen in de strijd tegen de jihad; het deelt met deze landen de antiwesterse gevoelens en is zeker geïnteresseerd in het vergroten van haar invloed in deze streken. Daarbij spelen ook economische belangen een rol. Want ook al lijken de droge savannes van de Sahellanden weinig op te leveren, wie even de moeite neemt om enkele spaden diep te graven, weet dat er olie, uranium en andere waardevolle metalen te vinden zijn. Alleen al om die reden is Rusland graag bereid die nieuwe, vaak ondemocratische regimes te steunen. De coup in Niger is daarmee niet een onbelangrijke staatsgreep waarvan men er tientallen in de Afrikaanse geschiedenis kent. Het is een belangrijk signaal dat juist ook op dat continent een ingrijpende verandering gaande is.