Hoogbejaarde Barnevelder snakt naar praatje
Eenzaamheid in de zomermaanden kan ouderen extra terneerdrukken. „Als mijn buurvrouw op vakantie gaat, is het hier o zo stil.”
„Hoe hebt u geslapen?” vraagt wijkverpleegkundige Imka van Dusseldorp.
„Eigenlijk wel aardig goed”, reageert de 91-jarige Adrie Velsink-Juch aan tafel in haar vrijstaande woning in Barneveld. „Ik heb wel zes paracetamols op. Zondag had ik zo’n akelige hoofdpijn.”
„Weet u hoe dat kan? Is het spanning?”
„De geleerden weten het ook niet”, antwoordt de oude dame deze woensdagochtend in juli. „Spanning of iets anders. Vanochtend vroeg werd ik wakker, toen dacht ik: als het maar niet iets anders is.”
Velsink worstelt met depressiviteit. „Als ze slecht slaapt, belt ze ons. Over haar hartkloppingen. Ze heeft behoefte aan nabijheid”, vertelde Van Dusseldorp in haar Volkswagen Polo, op weg naar haar cliënt. De wijkverpleegkundige is actief voor de christelijke thuiszorgorganisatie HdS Zorg (Hervormde diaconale Stichting), die valt onder zorgorganisatie Icare. Het werd stil rond Adrie Velsink. „Al mijn broers en zussen zijn overleden, ook van mijn mans kant”, vertelt de vrouw, al zo’n dertig jaar weduwe. „Ik was bij een begrafenis van een schoonzusje. Toen zei een jongen: „Nou bent u aan de beurt, hè, tante Adrie.” Ik dacht: O.”
Zuurstof
Uitstapjes worden moeilijker. Velsink ging vlakbij de kerk met haar elektrische driewieler onderuit. En nadat ze onlangs van de trap was gevallen, moest ze maandenlang revalideren. „Ik ben gewoon oud.” Ze vindt het lastig als ze ’s avonds om halfnegen naar bed gaat. Dan is het buiten nog zo licht en „loopt iedereen buiten gezellig te doen”.
Maar Velsink wil niet dat de verslaggever „alleen maar negatieve dingen” opschrijft. Ze vertelt dat de zomer een mooie tijd is om met haar rollator een ommetje te maken.
„Op mijn manier heb ik het gewoon druk”, grapt Velsink, als de bel gaat. Ze stiefelt naar de deur. Het is schoonmaakster Evelien Koudijs. Zij vertelt dat diverse ouderen in de zomermaanden lijden onder schrijnende eenzaamheid. De hoogbejaarden missen hun vakantievierende kinderen of buren. „Mensen bij wie ik schoonmaak, vinden een praatje belangrijk. Dat hun huis er pico bello uitziet, is voor hen vaak van minder belang. Soms ben ik de eerste die ze na een paar dagen spreken. Meer dan eens lopen ze me tijdens mijn poetswerk in hun huis achterna om in gesprek te kunnen blijven.”
Dat zomermaanden ouderen extra zwaar kunnen vallen, weet ook Gertine van Essen, verzorgende bij HdS Zorg. „Deze week bezocht ik in een appartementencomplex een 89-jarige mevrouw met maar één zoon. Hij gaat komende maandag voor twee weken naar Frankrijk. Daar ziet de vrouw nu al tegenop. Ze ervaart spanning en onrust. Ze vraagt zich af: wat moet ik doen als er tijdens die twee weken iets gebeurt met mij of met mijn zoon?”
Van Essen is blij met de reactie van een echtpaar uit hetzelfde appartement in Barneveld. „Zij hadden tegen de 89-jarige vrouw gezegd: „Als je je alleen voelt, kun je altijd bij ons terecht… Kom gerust binnen voor een kop koffie.””
In zijn ruimbemeten appartement heeft de 80-jarige Gijs net een appeltje op. Zijn vrouw Rita serveert koffie. Gijs, boer in ruste, kampt met de longziekte COPD. Via slangen in zijn neus krijgt hij zuurstof toegediend. Wijkverpleegkundige Imka van Dusseldorp trekt hem zijn steunkousen aan.
Gijs en zijn vrouw zeggen geen last te hebben van eenzaamheid. Ze krijgen geregeld hun vier kinderen over de vloer. De twee fietsen jaarlijks een paar duizend kilometer. „Ik kan mezelf goed vermaken”, zegt Gijs. „Het flesje zuurstof gaat mee op mijn elektrische fiets.”
Bijbel
Rond 10.00 uur stapt Van Dusseldorp het huis van een volgende cliënt binnen. Op de keukentafel in de Barneveldse woning ligt een Bijbel. „Je moet vrolijk blijven”, zegt de 92-jarige weduwnaar Joop Rosman, net nadat hij uit bed is gestapt en de wijkverpleegkundige hem heeft opgefrist. Maar de oude man ontkent niet dat eenzaamheid hem parten speelt. „Er is haast geen aanloop meer. Ik heb geen afleiding, ik kan niet meer goed lopen.”
Blij is hij met hulp van een buurvrouw, die wekelijks op de koffie komt. „Als zij op vakantie is, wordt het hier o zo stil.” Tussen de bedrijven door trekt Van Dusseldorp de hoogbejaarde Barnevelder zijn schoenen aan.
Pas kwam „iemand van de kerk” op visite bij Rosman. „De kerk vraagt zich af wat ze voor ons kan doen. Ik heb geen zin meer in spelletjes. De bezoeker vroeg: „Ben je eenzaam?” Toen zei ik: „Ik ben eenzaam, maar met God gemeenzaam.” Dat vond-ie mooi.”
Problematisch in zomerse maanden is niet alleen dat tal van ouderen zich ontheemd voelen, omdat bijvoorbeeld geliefden een paar weken in het buitenland zitten. Lastig is ook dat senioren in de vakantieperiode vaker dan gewoonlijk invallers over de vloer krijgen, vertelt Imka van Dusseldorp, terwijl ze haar auto door Barneveld stuurt. „De ouderen zullen hun verhaal minder snel vertellen aan een verzorgende die ze nauwelijks kennen.”
Tandenborstel
In de krapbemeten woning van de 72-jarige Lilawatie Jagroep vermengt het gebrom van de zuurstofgenerator zich met het gezoem van een elektrische tandenborstel. Wijkverpleegkundige Van Dusseldorp helpt de Surinaamse vrouw zich op te frissen. Even daarvoor had de cliënt met een druk op de bedieningsknop haar sta-op-stoel in beweging gezet en was ze voorzichtig in de benen gekomen.
„Ik ben al zoveel jaar alleen. Ik vind het niet erg, ik ben eraan gewend”, zegt Jagroep, die zuurstof krijgt toegediend via slangen in haar neus. De moeder van drie kinderen scheidde zo’n dertig jaar geleden van haar man. „Je moet het leven nemen zoals je het krijgt.”
Enkele jaren geleden werd Jagroep aan longkanker geholpen. Ze kampt met de gevolgen van die ingreep. Jagroep is slecht ter been. Ze kan amper op eigen gelegenheid naar buiten. Na een paar stappen is ze „bekaf”. Ommetjes doet ze in een rolstoel. Blij is de Surinaamse vrouw met haar neef die dagelijks eten voor haar bereidt.
„U bent een positief mens, geloof ik”, prijst de wijkverpleegkundige de Surinaamse vrouw.
„Ja, maar ik kan vaak niet in slaap komen. Dat maakt me kapot. Middeltjes helpen niet.” Haar verblijf op de intensive care enkele jaren geleden trok diepe sporen. „Beelden van de ic gaan door mijn hoofd als ik ga slapen. Aan de zuster vraag ik ’s avonds altijd om mijn dekbed niet onder te stoppen. Dat vind ik eng. Want op de ic stopten ze me als een pakketje in.”
Van Dusseldorp knikt. „Het dekbed moet aan het voeteneind los hè?”
Jagroep: „Mijn dochter vroeg of er voor mij een psycholoog moest worden ingeschakeld. Maar nee, ik verwerk het allemaal zelf. Mijn angsten gaan wel een keertje weg.”
Kracht
De Surinaamse vrouw haalt een kam door haar haren en vertelt hoe ze vroeger lange dagen maakte om haar drie kinderen te kunnen onderhouden. Zodat die een goede opleiding konden volgen. „U gunt de kinderen ook hun vakantie, hè?” vraagt de wijkverpleegkundige.
Jagroep knikt. „Ze werken hard, dan moeten ze ook op vakantie.” Of ze af en toe de muren op haar af ziet komen? De vrouw schudt haar hoofd. „Onze lieve Heer geeft me kracht. Wie niet in Hem gelooft, die krijgt het niet, hè.”