Kerk wil luisteren en recht doen rond misbruik
Het is goed dat de kerk slachtoffers van misbruik vertelt wat de overheid kan doen en wat zij zelf kan doen. Tegelijk moet de kerk een plaats zijn van pastorale bewogenheid met en zorg voor kwetsbare mensen.
In de kerk maakt spreken over seksueel misbruik veel los. Tegelijk is spreken nodig. Hoe krijgen slachtoffers die ongehoord en ongezien zijn anders een stem? Intussen heeft ieder woord dat gezegd wordt veel invloed. De beknopte reactie in het artikel ”Wijst kerk in misbruikzaak weg naar politie nadrukkelijk genoeg?” (RD 6-5) heeft verschillende reacties opgeroepen. Sommige opmerkingen vragen om een verheldering. Dit artikel wil daaraan bijdragen.
Vooropgesteld: seksueel grensoverschrijdend gedrag is te allen tijde ontoelaatbaar, zeker in de kerk. Slachtoffers van seksueel misbruik moeten kunnen rekenen op compassie, op ruimte om hun verhaal te kunnen doen en op een eerlijke behandeling. Gerechtigheid en barmhartigheid zijn Bijbelse noties die het uitgangspunt vormen voor het handelen van het ”Meldpunt reformatorische kerken” en de klachtencommissie bij dit meldpunt. Daarbij wordt rekening gehouden met de kerkelijke context. De klachtencommissie is een kerkelijke commissie en bestaat uit professionals met pastorale, hulpverlenings- en juridische expertise. We zitten niet op de stoel van politie of justitie, hoewel we zeker de mogelijkheid van aangifte bespreken met melders van misbruik.
Aangifte doen
Vergelding of genoegdoening is voluit een Bijbels gegeven. Ze zijn onderdeel van de zwaardmacht van de overheid. Daar is het strafrecht voor. Wenst een slachtoffer dat er recht gedaan wordt via het strafrecht, dan verdient dat onze volledige steun. Het is belangrijk om een klager daarover zo vroeg mogelijk te informeren. Dat geldt ook voor de reformatorische kerken die zijn aangesloten bij genoemd meldpunt. Daarom ligt het zwaartepunt van het gesprek over een aangifte bij het meldpunt.
Ook komt het onderwerp waar nodig vanuit de klachtencommissie aan de orde. Daarbij wordt –met name bij actueel misbruik– volop gewezen op het belang van eerst aangifte doen, om waar mogelijk te voorkomen dat een dader sporen uitwist. Gaat het om een minderjarige, dan ligt er een zwaardere verantwoordelijkheid bij meldpunt en klachtencommissie. Dan kan het meldpunt zelfstandig overgaan tot het doen van een melding bij de politie. Het veiligstellen van sporen en bewijzen heeft daarbij prioriteit.
Wanneer volwassen slachtoffers zich tot het kerkelijk meldpunt wenden, hebben zij lang niet altijd een wens om aangifte te doen. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn. Denk aan angst voor de dader, eigen schuld- en schaamtegevoelens, maar ook loyaliteit richting de dader. We weten dat meer dan 70 procent van de daders een bekende uit de eigen omgeving is. Hoe dichterbij de relatie, hoe sterker de loyaliteitsgevoelens.
Het zou schadelijk zijn voor het slachtoffer als we onze betrokkenheid gebruiken om slachtoffers onder druk te zetten om eerder aangifte te doen dan hij of zij eraan toe is. Zeker wanneer het misbruik langere tijd geleden is, is aangifte doen niet altijd een belang voor het slachtoffer. Dat blijft de persoonlijke afweging van het slachtoffer.
Kerkelijk handelen
Onderzoek wijst uit dat na onthulling van seksueel misbruik een steunende omgeving het meest helpend is. Steunend in de zin van: het slachtoffer geloven, geen (impliciete) beschuldigingen uiten richting het slachtoffer en het belang van het slachtoffer centraal stellen bij alle vervolgstappen.
Daarnaast heeft en houdt de kerk een eigen verantwoordelijkheid. Ze mag niet wegkijken van onrecht. Dat is helaas te vaak gebeurd. Waar de kerk dat kan, moet ze onrecht stoppen. Misbruik binnen de kerk mag niet ongezien en onbenoemd blijven. Dat geldt vooral als het misbruik plaatsvindt binnen een kerkelijke gezagsrelatie. Het handelen van de kerk is gericht op zuiverheid en reinheid van de ambten en van andere functies in de kerk. De klachtencommissie brengt daarover advies uit, waarna het aan de betrokken kerkenraad is om maatregelen te nemen. Het advies kan zijn dat een aangeklaagde zijn ambt of functie opgeeft.
Daarbij heeft de kerk ook het middel van de tucht. Het is goed om daarbij te bedenken wat vanuit Schrift en belijdenis de bedoeling is van kerkelijke tucht. Tucht wil recht doen aan wat gebeurd is en beoogt daarnaast genezing. Omdat de tucht zoals ieder kerkelijk handelen gericht moet zijn op Gods eer, zal ze niet ten koste gaan van recht en waarheid. Ons gebed en onze inzet is dat juist in de kerk Bijbelse richtlijnen praktijk zijn. De kerk moet bij uitstek een plaats zijn waar rechtvaardigheid en barmhartigheid hand in hand gaan. Het is daarom goed dat de kerk slachtoffers vertelt wat de overheid kan doen en wat zij zelf kan doen. Tegelijk moet de kerk een plaats zijn van pastorale bewogenheid met en zorg voor kwetsbare mensen.
Maria Vermeulen is coördinator van het Meldpunt reformatorische kerken. Ds. H. Brons is voorzitter van een van de klachtencommissies bij het Meldpunt.