Voorjaarsnota: Kabinet moet snijden in voorzieningen WMO
Om de overheidsfinanciën gezond te houden, moet het kabinet de uitgaven aan WMO-voorzieningen, zoals dagbesteding en huishoudelijke hulp, versoberen.
Daarom krijgen hulpbehoevende burgers vanaf 2025 opnieuw te maken met de in 2020 afgeschafte, inkomensafhankelijke bijdrage. Minister Kaag (Financiën) kondigde de bijdrage vrijdag aan in de Voorjaarsnota; het tussentijdse overzicht van het begrotingsjaar.
In het document kiest de schatkistbewaarder voor een sombere toon. „Ingrijpende gebeurtenissen van het afgelopen jaar hebben gezorgd voor tegenvallers op de begroting”, zo valt te lezen. Kaag wijst vervolgens op het ingestelde energieprijsplafond. Ook noemt ze de financiële steun aan Oekraïne en de hoger wordende asielinstroom. Om die op te vangen, moet de begroting tot en met 2026 met 8,7 miljard euro worden opgeplust.
Andere tegenvallers waren de hogere lonen en prijzen. Verder leidt ook de gestegen rente tot hogere uitgaven op de staatsschuld, aldus Kaag.
Eerder deze week werd al bekend dat het kabinet de ereschuld wil aflossen aan Groningers die de dupe zijn geworden van de aardgaswinning. Daarvoor legt het 13,5 miljard euro extra op tafel. Voor de hersteloperatie in de Toeslagenaffaire is 1,3 miljard euro extra gereserveerd.
Verkeersboete
Om de tegenvallers op te vangen, hebben alle departementen op last van Kaag de kaasschaaf tevoorschijn gehaald en gezocht naar besparingen. Die van Justitie en Veiligheid hing al een paar dagen in de lucht: alle verkeers- en bestuurlijke boetes gaan met 10 procent omhoog.
De nota rept daarnaast van wat incidentele meevallers, zoals een minder grote instroom van studenten dan geraamd en lagere uitgaven op het terrein van de sociale zekerheid. Eerder werd al bekend dat Rutte IV het omstreden STAP-budget schrapt. Burgers konden zich daarvan bijscholen om zo hun arbeidsmarktkansen te vergroten, maar de regeling schoot al gauw zijn doel voorbij.
Met dit alles is overigens niet gezegd dat Kaag alle verzoeken om extra uitgaven te mogen doen, heeft afgekeurd. Zo mag het zorgministerie in de buidel tasten om zorgmedewerkers met langdurige covid die arbeidsongeschikt zijn geraakt tegemoet te komen. Zij kunnen een vergoeding krijgen van 15.000 euro per persoon.
Ook justitieminister Yeşilgöz (VVD), die onder vuur ligt vanwege de tekortschietende bewaking en bescherming van bedreigde personen, kreeg van Financiën de helpende hand toegereikt. Zij mag het stelsel dat daar nu voor is ingericht herzien en uitbreiden. Mild toont Kaag zich verder voor haar partijgenoot Weerwind, die op het justitieministerie verantwoordelijk is voor de jeugdbescherming. Hij krijgt nog dit jaar 43 miljoen en de jaren erna 50 voor de verlaging van de werkdruk voor jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders, waarover recent afspraken met de sector zijn gemaakt.
Over één ding laat Kaag overigens geen misverstand bestaan: het expansieve begrotingsbeleid, dat nodig is voor het bekostigen van de klimaat- en natuurtransities, blijft intact. „Het kabinet accepteert een tijdelijke verslechtering van de overheidsfinanciën omdat deze investeringen bijdragen aan de welvaart van toekomstige generaties”, aldus Kaag.
Flinke opgave
Uit de nota volgt dat de kosten voor het oplopen van de rente tot aan het eind van deze kabinetsperiode zijn gedekt met de door de ministeries bij elkaar gesprokkelde bezuinigingen. Dat laat onverlet dat het begrotingstekort in de jaren tot en met 2027 zal uitkomen op zo’n 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), het maximum dat toegestaan is onder de Europese begrotingsregels. Bij ongewijzigd beleid is dat in 2028 zelfs 3,5 procent. Daarmee ligt er ook voor een volgend kabinet nu al een flinke opgave.