Rutte houdt vol: stikstofreductie kan sneller
Premier Rutte is er vast van overtuigd dat het mogelijk is om de stikstofaanpak op korte termijn in een hogere versnelling te krijgen. Dat het CDA wil afzien van het geldende stikstofdoel, is wat Rutte betreft daarom ook geen reden voor vertraging.
Dat betoogde de premier in reactie op de aanklacht van de oppositie. Kamerleden wilden van het kabinet weten hoe de stikstofaanpak sneller kan, terwijl het CDA het stikstofdoel uit het coalitieakkoord juist wil loslaten.
Op korte termijn stikstofuitstoot verminderen zou bijvoorbeeld kunnen door innovaties in gang te zetten. En door zowel 800 piekbelasters uit te kopen, net als andere boeren die willen stoppen. „Al deze zaken kunnen ook zonder dat de discussie over het stikstofdoel beslecht is”, aldus Rutte.
De premier heeft geen bezwaar tegen het verzoek van het CDA om te heronderhandelen over het stikstofdoel. „Het komt vaker voor dat een partij hierom vraagt. Het is niet heel gebruikelijk, maar het is ook niet zo dat het nooit gebeurt”, zei Rutte. Het staat een partij volgens hem vrij om dat te doen.
Rutte steunde ook de wens van het CDA om de onderhandelronde pas rond de zomer te starten. Het CDA wil onder meer het landbouwakkoord, de provinciale bestuursakkoorden en de stoppersregeling afwachten. Dat tijdpad stuitte echter op verzet van oppositiepartijen die vinden dat onduidelijkheid over het geldende stikstofdoel niet te lang moet voortduren.
Een van de complicaties die zich echter voordoet is dat provincies bezig zijn hun plannen op te stellen om stikstofuitstoot te verminderen. Daarin moesten zij tot voor kort rekening houden met het stikstofdoel voor 2030. „Wat gebeurt er als een provincie nu haar plan afstemt op 2035?”, wilde GL-Kamerlid Klaver weten. Rutte wuifde die complicatie echter weg en wil eerst zien waar provincies mee komen.
Ook vicepremier Kaag (D66) doet de aankondiging van het CDA af als iets wat vooralsnog niet relevant is. De wens van de partij om op termijn te willen onderhandelen over het jaar waarin het stikstofdoel moet zijn behaald dwarsboomt de uitvoering van het stikstofbeleid vooralsnog op geen enkele wijze, aldus Kaag. Koeltjes voegt ze eraan toe: „D66 heeft alleen kennisgenomen van de intentie van het CDA.” Oftewel: we zeggen niets toe.
In reactie op een vraag van PvdA-leider Kuiken weigert Kaag te beamen dat haar ministerie geen geld kan uitkeren aan provincies die reductieplannen indienen, waarin wat soepel wordt omgegaan met het streefjaar 2030.
CDA-leider Hoekstra bevestigde dat het coalitieakkoord ook voor het CDA blijft staan, tot aan het moment waarop de onderhandelingen over het al of niet openbreken ervan beginnen. Wat te zijner tijd de inzet van het CDA zal zijn, wilde Hoekstra nog niet prijsgeven. „Ik vind het niet verstandig om hier alvast pre-onderhandelingen te gaan beginnen”, aldus de CDA-leider.
Ambitie
Eerder tijdens het debat bleek dat de VVD achter het coalitieakkoord blijft staan waarin de ambitie is vastgelegd om in 2030 de stikstofuitstoot te halveren. „Voor de VVD staat deze afspraak nog steeds”, aldus fractievoorzitter Hermans.
De oppositie wil eensgezind van de VVD weten hoe ze tegenover de stikstofafspraak staan, nadat het CDA afgelopen weekend aankondigde over dit deel van het coalitieakkoord te willen heronderhandelen. „Steunt u het CDA?”, vroeg SGP-Kamerlid Van der Staaij. „Waar moeten de provincies nu vanuit gaan? 2030 of 2035?”, drong Kamerlid Omtzigt aan.
Hermans’ antwoord luidde tweeledig. Haar fractie staat nog steeds achter het coalitieakkoord, inclusief de aanbeveling van Remkes om tussentijds te bezien of het kabinet op koers ligt. „Als het CDA hierover het gesprek wil aangaan, accepteren we dat. Een nieuwe afspraak zullen we toetsen op de doelen die de VVD-fractie belangrijk vindt. Dat zijn: kunnen er weer huizen worden gebouwd, wegen aangelegd, de staat van de natuur en PAS-melders worden gelegaliseerd”, zei de VVD’er.
Verder wees Hermans erop dat de focus op de korte termijn belangrijker is dan het jaartal 2030 of 2035. Om op korte termijn snelheid te kunnen maken, zou het kabinet sneller geld over moeten maken naar provincies, wil Hermans.
Dat de VVD zich achter het coalitieakkoord schaart, stemde oppositiewoordvoerder Klaver (GroenLinks) tevreden.
D66-fractieleider Paternotte uitte zich in vergelijkbare termen als coalitiegenoot Hermans. Hij benadrukte dat het coalitieakkoord blijft gelden en het kabinet in volle vaart doorgaat met de stikstofaanpak. Tegelijkertijd wil Paternotte de wens van het CDA om te heronderhandelen „niet weigeren”, al ziet hij geen alternatief voor het huidige stikstofdoel.
Zijn bijdrage kon op kritische vragen rekenen van onder meer Van der Staaij. „Waarom biedt de D66-fractie de politieke ruimte om te gaan heronderhandelen?”, vroeg hij. Volgens de SGP’er schuurt deze opstelling met de doorgaans gebruikelijke gang van zaken dat heronderhandelen alleen zin heeft als de coalitiepartijen vooraf inschatten dat er resultaat behaald kan worden.
CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma noemt de conclusie van onder andere GroenLinks dat Rutte IV onvermijdelijk afstevent op een kabinetscrisis veel te pessimistisch. Tussen de coalitiepartijen is volgens hem niet in geschil dat het huidige coalitieakkoord nog steeds staat. Heerma heeft in de woorden van VVD en D66 ook niet beluisterd dat zij straks geen enkele ruimte bieden voor heronderhandelingen. „Mevrouw Hermans van de VVD heeft aangegeven dat het regeerakkoord en het rapport van Remkes voor haar het uitgangspunt zijn en dat zij eventuele nieuwe afspraken weegt aan het behalen van de doelen natuurherstel en de bouw en de economie van het slot halen. De toon van D66 is licht sceptischer, maar verder zeggen zij hetzelfde. Daarom heb ik er vertrouwen in dat wij straks het gesprek kunnen voeren”, aldus Heerma. Volgens hem kan het CDA een geloofwaardige nieuwe koers op tafel leggen, die tegemoetkomt aan de eisen van D66 en VVD.
In de optiek van het CDA is er na de Provinciale Statenverkiezingen een andere politiek-bestuurlijke realiteit ontstaan. De partij is tot de conclusie gekomen dat het regeerakkoord, waarin is opgenomen dat de stikstofdoelen al in 2030 moeten zijn behaald, een sta in de weg is geworden voor de uitvoering van het beleid. Toch vindt Heerma het te vroeg om het akkoord nu al open te breken. „Dan maken we dezelfde fout als tijdens de formatie, namelijk lopend beleid aanpassen vanuit een ivoren toren. Eerst willen we afwachten welke akkoorden de nieuwe provinciebesturen sluiten en hoe het verder gaat met het Landbouwakkoord.”
Het CDA is het ook eens met VVD en D66 dat het tijdens de formatie afgesproken beleid kan worden versneld. Het gaat dan om het daadwerkelijk van start gaan van de stikstofreductie in de praktijk en om het klaarzetten van de beloofde regelingen voor onder andere stoppers of voor boeren die willen verplaatsen dan wel op een minder intensieve manier verder willen gaan.
Onder vuur
De oppositiepartijen in de Tweede Kamer namen het kabinet flink onder vuur, vanwege het vrijdag overeengekomen stikstofcompromis.
GroenLinks-leider Klaver noemde de persconferentie waarin achtereenvolgens premier Rutte en de vicepremiers Kaag, Schouten en Hoekstra een toelichting gaven „een hallucinante vertoning”. Volgens hem proberen VVD, D66, CDA en CU alleen de levensduur van Rutte IV te verlengen omdat ze aan het pluche zijn vastgekleefd. Hij herhaalde de woorden die Rutte in 2009 toenmalig premier Balkenende toebeet: Regeer of stap op.
Welke kant het kabinet op wil met het stikstofbeleid dient volgens Klaver dringend te worden opgehelderd. Staat 2030 nog steeds als streefjaar? Zijn de instructies voor de provincie over het opstellen van de gebiedsplannen nog steeds dezelfde? Gaat de gewijzigde stikstofwet versneld naar de Raad van State voor spoedadvies? Onder welke voorwaarden is D66 bereid te heronderhandelen over 2030? Die vragen behoeven volgens GroenLinks dringend bespreking.
PvdA-leider Kuiken sloot haar betoog af met een vergelijkbare oproep als Klaver: Doe waar u voor bent aangenomen en bestuur het land. Ze zei dat Rutte slechts twee problemen onderscheidt: politieke en electorale. „Hij kent twee maar twee oplossingen: afschuiven of vooruitschuiven”, sneerde Kuiken.
Interview
De partijleiders Ouwehand (Partij voor de Dieren) en Dassen (Volt) haalden in hun bijdragen hard uit naar het CDA. „Volgens Hoekstra zit de discussie over het streefjaar 2030 de voortgang van het stikstofbeleid in de weg, maar wie begon daarover?”, sneerde Ouwehand. Ze doelde daarmee op het interview dat Hoekstra eind augustus gaf aan het AD. „Rutte en Kaag hadden tegen Hoekstra moeten zeggen: Je wilt niet meer meedoen? Wegwezen”, aldus de PvdD-leider. Ze vroeg zich af waarom partijen het CDA nog steeds de ruimte geven om het stikstofbeleid te „saboteren”. Volt-leider Dassen deed een opvallende suggestie: Rute IV moet doorregeren en het CDA inwisselen voor de combinatie van PvdA/GroenLinks.
Volgens SGP-leider Van der Staaij moeten de ambtenaren op de ministeries veel meer hun voelhorens uitsteken om af te tasten wat er in de samenleving leeft. Hij vindt dat Rutte IV het resultaat van de heronderhandeling over de stikstofparagraaf in het coalitieakkoord binnen twee weken op papier moet zetten. De suggesties van de SGP zijn helder: 2035 moet 2035 blijven en niet worden vervroegd worden naar 2030. De partij keert zich bovendien tegen het gedwongen onteigenen van boeren.
Van der Staaij dankte zijn kiezers voor hun steun. „De SGP staat voor constructief politiek bedrijven bij een open Bijbel”, zei hij. Politici moeten aldus Van der Staaij niet allen goed om zich heen kijken, maar ook „omhoog” kijken.
PVV, DENK en SP zijn duidelijk al klaar met het kabinet. GroenLinks, PvdA, Omtzigt en BBB willen nog even afwachten of Rutte in de loop van het debat toezeggingen doet om het beleid te verbeteren en of hij het compromis van vrijdag voldoende kan verhelderen.
ChristenUnie
CU-fractievoorzitter Mirjam Bikker zei dat er na de persconferentie die premier Rutte en de drie vicepremiers vrijdag gaven „grote verwarring” is ontstaan, doordat daar zowel werd gesproken over het pauzeren als over het versnellen van het stikstofbeleid. Volgens Bikker is het zaak dat het kabinet de provincies nu duidelijk maakt wat er van ze verwacht wordt. Bikker zei ook dat Rutte IV de provincies „werkbare instrumenten” moet geven. Als voorbeeld noemde ze goede subsidieregelingen voor boeren die aan langjarig natuurbeheer willen gaan doen.
Bikker waarschuwde voor technocratisch beleid dat puur aan de tekentafel wordt bedacht. Dat beleid moet worden getoetst aan de leefwereld van gewone mensen, vindt de CU-fractievoorzitter. „Van praten over een jaartal knapt de natuur voor geen millimeter op”, aldus Bikker.
Kijk het debat hier terug: