Inflatie eurolanden fiks lager, prijzen voedsel stijgen nog hard
De prijzen in de eurolanden zijn in maart veel minder hard gestegen dan in februari. Dat komt vooral doordat gas, olie en andere energiebronnen goedkoper werden na de extreme prijsstijgingen van vorig jaar. Maar voedingsmiddelen werden wel in rap tempo duurder.
De inflatie voor de eurozone in maart kwam uit op 6,9 procent op jaarbasis, meldt Europees statistiekbureau Eurostat op basis van voorlopige cijfers. In februari werd het dagelijks leven voor consumenten in doorsnee nog 8,5 procent duurder dan een jaar eerder.
Energie werd gemiddeld 0,9 procent goedkoper dan in maart 2022, terwijl brandstoffen en elektriciteit in februari nog bijna 14 procent duurder waren dan een jaar eerder. Voedingsmiddelen, alcohol en tabak stegen juist harder in prijs dan in februari, namelijk met 15,4 procent.
De Europese Centrale Bank (ECB) probeert sinds vorig jaar de inflatie omlaag te krijgen door de rentes te verhogen, wat geld lenen duurder maakt. Het is onwaarschijnlijk dat beleidsmakers zich tevreden stellen met de nieuwe inflatiecijfers. De kerninflatie, waar sterk schommelende prijzen voor energie, voedsel, tabak en alcohol niet in meewegen, steeg volgens de eerste raming van Eurostat namelijk nog steeds. In maart ging het om een toename van 5,7 procent, tegenover 5,6 procent in februari.
Eerder op de dag werd bekend dat de inflatie in Nederland sterk is afgenomen in maart. Het dagelijks leven was in die maand 4,4 duurder dan een jaar eerder, terwijl dat in februari nog 8 procent was.