Kindertelefoon vaker gebeld door jongeren met emotionele problemen
Het aantal kinderen en jongeren dat de Kindertelefoon belt met emotionele problemen, neemt toe. De hulplijn voerde het afgelopen jaar ruim 40 procent meer gesprekken over dit thema dan vóór de coronacrisis.
Dat blijkt uit cijfers die de Kindertelefoon aan het Nederlands Dagblad heeft verstrekt. Gemiddeld voerden vrijwilligers van de Kindertelefoon het afgelopen jaar dagelijks rond de 67 gesprekken met kinderen en jongeren tussen de 8 en 18 jaar over mentale problemen; in 2019 lag dat rond de 47. „Kinderen bellen omdat ze stress hebben of niet lekker in hun vel zitten. Maar een kind kan ook bellen omdat het al jaren kampt met een depressie en suïcidale gedachten”, zegt Luka Wolf, vrijwilliger bij De Kindertelefoon.
Kinderen bellen en chatten het meest met de Kindertelefoon over de onderwerpen seksualiteit, emotionele problemen, hun thuissituatie, liefde en pesten. „In 2019 stond het onderwerp ”emotionele problemen” op de derde plek, in 2022 op plek twee’, zegt woordvoerder Lisette Potman. Vaak willen kinderen even hun verhaal kwijt, zegt Wolf. „Dan kijken we samen met het kind waar de behoefte ligt. Is dat gewoon praten of juist werken naar een eerste stap voor bijvoorbeeld professionele hulp?”
Laagdrempelig
Ook bij de Alles Oké? Supportlijn van de Kindertelefoon, die zich richt op 18-25-jarigen, is het druk. Deze hulplijn voor oudere jongeren werd opgericht in 2021, om hen tijdens de coronalockdowns een kans te geven te praten over onder andere emotionele problemen. Zelfs nu de pandemie grotendeels is uitgedoofd, wordt er nog steeds veel gebeld en gechat.
Maar liefst een derde van de gesprekken met jongeren van 18 tot 25 jaar gaat over emotionele problemen, zegt directeur Roline de Wilde. „In de coronaperiode belden steeds meer zeventienjarigen naar de Kindertelefoon om te praten over mentale problemen”, zegt ze. „We werken veel samen met hulpverleningsorganisaties, waaruit we signalen kregen dat ook jongvolwassenen behoefte hadden om laagdrempelig hun verhaal kwijt te kunnen.”
Noodvoorziening
De Alles Oké? Supportlijn ontstond op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In eerste instantie was deze bedoeld als noodvoorziening voor één jaar, maar inmiddels is de financiële steun vanuit het ministerie tot eind 2023 verlengd. De Wilde: „Een jaar na oprichting zagen we dat het aantal gesprekken per dag alleen maar toeneemt.”
Vrijwilliger Kristen Bouland ziet veel overlap in de gespreksonderwerpen die bij kinderen aan bod komen, maar ze merkt ook dat jongeren veel bellen over eenzaamheid en hulpverlening. „Ze zitten bijvoorbeeld in een hulpverleningstraject en willen daarover praten, of ze staan juist op een wachtlijst. Jongeren zijn vaak benieuwd of het normaal is wat ze voelen en meemaken.”
Schaamte
Sinds het einde van de laatste coronalockdown –begin 2022– is het aantal jongeren met psychische problemen nauwelijks afgenomen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meldt dat het percentage jongeren met mentale klachten in de zomer afnam, maar afgelopen najaar weer is gestegen.
Dat de Kindertelefoon en de Alles Oké lijn nog zo vaak worden gebeld, heeft volgens De Wilde te maken met een te hoge drempel die jongeren ervaren om professionele hulp in te schakelen. „We horen regelmatig van zowel kinderen als jongvolwassenen dat zij zich schamen. Ze willen niet in een hokje geduwd worden of zijn bang dat ze niet serieus genomen worden.”
Wolf en Bouland merken dat zonder oordeel luisteren naar de jongere vaak al helpt. „Bij bellers kan het vaak een rommeltje zijn in hun hoofd. Door de juiste vragen te stellen, krijgen ze meer inzicht in de situatie.” Bouland benadrukt dat het als jongere belangrijk is om te praten als je ergens mee zit. „Je hoeft niet alleen met je problemen rond te blijven lopen.”