Onrust rond banken, toch forse renteverhoging ECB
Een Amerikaanse bank gaat failliet, een Zwitserse bank verkeert in zwaar weer en dus is er veel onrust op de financiële markten. Niettemin besloot de Europese Centrale Bank (ECB) donderdag de rente verder op te trekken.
„De inflatie blijft te lang te hoog”, stelde president Christine Lagarde in haar toelichting vast. Er mag wat haar betreft geen twijfel over bestaan: de beleidsmakers in Frankfurt zijn „vastbesloten” het tempo van de geldontwaarding terug te brengen naar de doelstelling van 2 procent. Zij vervolgen daarom de ingeslagen weg. Alle tarieven worden opnieuw met 50 basispunten ofwel 0,5 procentpunt naar boven aangepast. De herfinancieringsrente, die banken betalen als zij geld lenen bij de ECB, bereikt daarmee de 3,5 procent. De depositorente, die zij ontvangen als zij er kasmiddelen stallen, klimt naar 3,0 procent. Acht maanden geleden stond die nog op -0,5 procent.
Over de beslissingen in de nabije toekomst deed Lagarde geen concrete uitspraken. Die zullen afgestemd worden op de gegevens die vanuit de economie beschikbaar komen; data-afhankelijk, zoals het heet. Dat lijkt gezien de opeens toegenomen onzekerheid, de beste aanpak, gaf zij aan.
Het is voor de ECB op dit moment laveren tussen aandacht voor enerzijds prijsstabiliteit en anderzijds financiële stabiliteit. Daarom benadrukte de monetaire instelling donderdag ook aan dat zij de recent opgetreden spanningen binnen de financiële wereld scherp in de gaten houdt. Lagarde verzekerde daarbij: „De bankensector verkeert nu in een veel sterkere positie dan in 2008.” Maar als het nodig is staan zij en haar collega’s klaar om met hun beleidsinstrumenten in te grijpen en banken te voorzien van extra liquiditeit.
Spannend
Het werd toch nog spannend. Aanvankelijk leek het een zekerheid: de ECB zou tijdens zijn renteberaad in maart opnieuw kiezen voor een half procentpunt erbij. Tegenvallende cijfers over februari illustreerden immers dat de neerwaartse lijn van de prijsontwikkeling stagneert. Dat betekent dat meer munitie nodig is om het inflatiemonster eronder te krijgen.
Maar de laatste dagen verdween de vanzelfsprekendheid van een volgende stap. Aanleiding in eerste instantie vormde eind vorige week de ondergang van Silicon Valley Bank (SVB). De Amerikaanse spaar- en kredietinstelling had meer kasgeld nodig en zag zich daardoor genoodzaakt een deel van de portefeuille met obligaties te verkopen. Die zijn in de achterliggende tijd echter fors in waarde gezakt. Als de rente stijgt, dalen namelijk de koersen van dit waardepapier. SVB incasseerde een zwaar verlies. Klanten schrokken en vertrouwden het niet. Zij haalden massaal hun tegoeden weg. Het was een voorbeeld van een klassieke bankrun. En daar is geen bank tegen bestand.
Dinsdag kwamen er verontrustende berichten bij over het Zwitserse Credit Suisse. Die rapporteerde dat er onregelmatigheden zijn geconstateerd in de boekhouding. Deze grote speler stond al langer negatief in de schijnwerpers: ruzie tussen bestuurders, een recordverlies over 2022, een onderzoek naar koersmanipulatie en een saneringsplan. Een belangrijke aandeelhouder liet weten geen aanvullend kapitaal te zullen verstrekken. De koers stortte in en sleepte die van branchegenoten mee omlaag. De centrale bank van Zwitserland redde Credit Suisse voorlopig door een miljardenlening aan te bieden die een tekort aan cash voorkomt.
Al deze gebeurtenissen veroorzaakten de afgelopen dagen veel stress op de markten, met vrees voor een domino-effect. Iedereen herinnert zich de val van Lehman Brothers in september 2008. Die luidde de wereldwijde financiële crisis in. Onderlinge verwevenheid bracht destijds de ene na de andere speler in moeilijkheden, het internationale bancaire systeem wankelde.
Beleggers vluchtten deze week in veilige staatsobligaties. Door de sterke vraag naar die stukken schoten de koersen ervan omhoog en kelderde de rente. Zo lag de Nederlandse tienjaarsrente tot voor kort boven de 3 procent en viel die maandag terug naar rond 2,6 procent. Een zo heftige beweging in korte tijd is uitzonderlijk.
Klem
Een stijgende rente doet pijn, bevestigde het SVB-debacle. Bij het begin van de malaise die in 2008 uitmondde in een mondiale crisis, speelde dezelfde factor een rol. Door een almaar hogere rente konden destijds steeds meer woningeigenaren in de VS hun hypotheeklasten niet meer betalen. Dat zadelde de verstrekkers ervan op met oninbare vorderingen, waarna de verliezen en de problemen uitwaaierden over de hele sector. De moeilijkheden bij Credit Suisse zijn van andere aard.
De inflatie is nog steeds veel te hoog, maar de bestrijding ervan kan dus tot problemen leiden, mag de conclusie zijn na de ondergang van SVB. Centrale banken dreigen daardoor klem te raken tussen hun zorg voor financiële stabiliteit en hun taak om de geldontwaarding te beteugelen. Analisten en financiële partijen stelden daarom eerder deze week hun renteverwachtingen bij. Zij vroegen zich af of de ECB het in omstandigheden met veel tumult in de markten, zou aandurven de tarieven verder omhoog te gooien. Voorlopig heeft bij de bestuurders in Frankfurt de bezorgdheid over de inflatie het in ieder geval gewonnen.