Wat BBB en JA21 kunnen leren van Meloni
Hoewel Rutte in de Senaat waarschijnlijk over links zal gaan, mogen BBB en JA21 blijven hopen op bestuurlijke invloed in de toekomst. Zittend in de wachtkamer kunnen de leiders van deze partijen leren van de aanpak van premier Giorgia Meloni in Italië.
BBB en JA21 vertegenwoordigen een groep kiezers die zijn uitgekeken op de middenpartijen, maar voor wie het radicaal-rechtse geluid van PVV en Forum voor Democratie een brug te ver is. Het Italiaanse politieke landschap vertoont in zoverre gelijkenissen met dat in Nederland, dat zich ter rechterzijde van een overwegend conservatieve partij nóg twee partijen ophouden. Naast het Fratelli d’Italia van premier Meloni is er het radicaal-rechtse Lega Nord van Matteo Salvini en het populistische Forza Italia van Silvio Berlusconi.
Giorgia Meloni verrast vriend en vijand sinds ze afgelopen oktober aantrad als premier van Italië. Ze blijkt niet ”de gevaarlijkste vrouw van Europa” voor wie door linkse media gewaarschuwd werd. Integendeel, Meloni gaat pragmatisch te werk, opereert binnen de grenzen die de Italiaanse grondwet en Brussel haar stellen en is bereid tot noodzakelijke economische hervormingen. Populariteitscijfers van Scholz in Duitsland (34 procent steun) of Macron in Frankrijk (28 procent steun) steken schril af bij die van Meloni, die volgens de laatste cijfers kan rekenen op steun van meer dan de helft van de Italiaanse bevolking.
Gezien de ingeslagen weg op het gebied van stikstof, klimaat en asielspreiding is het onwaarschijnlijk dat Rutte de komende jaren in de Eerste Kamer over rechts zal gaan. Toch mogen partijen ter rechterzijde van de VVD op de lange termijn blijven hopen op het realiseren van hun bestuursambities. BBB en JA21 zijn volgens peilingen al langere tijd samen goed voor 13 tot 16 procent van het Nederlandse electoraat. Uitgedrukt in Tweede Kamerzetels komt dat neer op een stabiel potentieel van 20 tot 24 zetels, in de Eerste Kamer 10 tot 12 zetels. BBB en JA21 hebben, evenals hun eventuele toekomstige opvolgers, een unieke electorale positie in handen zolang een opleving van de christendemocratie uitblijft. De stabiliteit van de PVV staat of valt bij het leiderschap van Wilders, die dit jaar alweer de respectabele leeftijd van zestig aantikt. Met zijn aanvallen op de rechtsstaat en zijn migratie- en islamstandpunt is hij geen geloofwaardige optie voor samenwerking met het politieke midden, terwijl de niet minder radicale Baudet simpelweg niet geïnteresseerd lijkt in het landsbestuur.
Rechtse en conservatieve uitdagers van de macht kunnen een aantal dingen leren van Meloni’s premierschap. Ten eerste: wees pragmatisch, in de wetenschap dat de omstandigheden grotendeels je bewegingsruimte bepalen. Zo liet de regering-Meloni vrij snel het voornemen vallen om handelaars pintransacties tot 60 euro te laten weigeren – Brussel waarschuwde dat dit zou leiden tot meer belastingontduiking. Inbinden levert op de korte termijn wellicht gezichtsverlies op, maar weegt niet op tegen het mislopen van betalingen uit het Europese coronaherstelfonds. Een nationaalconservatief doet wat in het belang van zijn land is, niet wat hem of haar een kortstondige populariteit oplevert, zo zal Meloni geredeneerd hebben.
Verder kan Meloni gezien worden als de eerste rechts-nationalistische politicus van enige statuur in Italië die zich ondubbelzinnig uitspreekt voor democratie en rechtsstaat. Meloni slaagt erin om de Poetinsympathisanten Salvini en Berlusconi in hun hok te houden en heeft hen vakkundig weggehouden van cruciale ministersposten. Ja, ze blijft bij haar migratiestandpunt, maar is in haar optredens zakelijk en constructief. Meloni zal niet snel een “obsessie” met migratie verweten worden, zoals Salvini door toenmalig premier Conte voor de voeten geworpen kreeg toen hij in de zomer van 2019 koste wat kost een schip van de hulporganisatie Open Arms wilde weren uit de haven van Lampedusa. En last but not least: wie de economie op orde heeft en de weg van de geleidelijkheid betreedt, wint het vertrouwen van financiële markten, en daarmee meestal ook van ondernemers en burgers. Geen fiscale experimenten dus. Laat BBB en JA21 in de toekomst dus niet alleen leren van Meloni, maar ook lering trekken uit het debacle van 45 dagen Liz Truss als Britse premier.
De auteur is politicoloog.