„Kinderen in Oekraïne hebben een rampjaar meegemaakt”, zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. „Kinderen zijn gedood en gewond geraakt, hebben familieleden verloren of zijn verstoken van hun huis, school en speelplaats. Geen enkel kind zou ooit dat soort lijden moeten dragen.”

Volgens de informatie van het VN-fonds leeft 82 procent van de kinderen in armoede. Dat is in vergelijking met een jaar eerder een stijging van bijna 50 procent. Ook missen duizenden kinderen essentiële vaccins die hen beschermen tegen polio, mazelen, difterie en andere levensbedreigende ziekten.

Verder heeft de VN-organisatie berekend dat 1,5 miljoen kinderen in het Oost-Europese land het risico lopen op een depressie, hevige angst, een posttraumatische stressstoornis en andere mentale problemen. „Een jaar lang oorlog betekent voor kinderen al een jaar omgaan met gevoelens van angst, verlies en verwoesting. De psychosociale gevolgen hiervan op kinderen kunnen een leven lang doorwerken.”

Laszlo benadrukt dat de aandacht voor het mentaal welzijn van kinderen prioriteit moet krijgen om te voorkomen dat een generatie kinderen getekend wordt door de oorlog. „Er moet meer speciale psychosociale zorg komen, afgestemd op de leeftijd. Voor oudere kinderen en jongvolwassenen is het belangrijk dat zij de ruimte en mogelijkheden krijgen om hun zorgen te kunnen uiten en delen met professionals, om zo zelf grip te krijgen op hun eigen gevoel.”