Buitenlandaardbeving turkije en syrië

Humanitaire hulp kan dienen als tijdelijke diplomatieke smeerolie

Hulp stroomt vanuit de hele wereld richting het rampgebied in Turkije en Syrië. Ook landen die op gespannen voet met Ankara en Damascus staan, sturen mensen en materieel. Is dat een eenmalig humanitair gebaar, of kan het tevens dienen als diplomatieke smeerolie voor de lange termijn?

11 February 2023 13:33Gewijzigd op 11 February 2023 13:36
Medewerkers laden hulpgoederen in een Grieks vliegtuig dat naar het rampgebied in Turkije vertrekt. beeld AFP, Louisa Gouliamaki
Medewerkers laden hulpgoederen in een Grieks vliegtuig dat naar het rampgebied in Turkije vertrekt. beeld AFP, Louisa Gouliamaki

Zodra het nieuws over de verwoestende aardbevingen in Syrië en Turkije maandag bekend raakte, kwam de internationale gemeenschap eensgezind in actie. Van de Verenigde Staten tot China vertrokken reddingswerkers naar de getroffen regio’s en vonden tonnen hulpgoederen uit tientallen landen hun weg naar het rampgebied.

De hulp kwam niet alleen van bevriende naties, maar ook van staten die in een recent of langer lopend conflict met Damascus en Ankara zijn verwikkeld. Neem Zweden, dat graag lid van de NAVO wil worden. Turkije dwarsboomt die toetreding echter, omdat het vindt dat de Zweedse regering onderdak biedt aan Koerdische terreurverdachten, die in Turkije worden gezocht. Een recente koranverbranding voor de Turkse ambassade in Stockholm droeg niet bepaald bij aan verbetering van de toch al gespannen relatie.

Toch kwam Zweden als een van de eerste landen in actie om de Turken de helpende hand te bieden. „We werken in grote haast om onze middelen daar te krijgen. Deze gebeurtenis vormt een levensgrote uitdaging voor de getroffen landen”, aldus Elin Bohman, woordvoerder van het Zweedse agentschap voor rampenbestrijding.

Griekenland

De Griekse president Katerina Sakellaropulou bracht schriftelijk condoleances over aan haar Turkse ambtgenoot Recep Tayyip Erdogan en premier Kyriakos Mitsotakis belde met het staatshoofd om zijn steun te betuigen. Athene stuurde medische hulpgoederen, artsen en teams met speurhonden naar het aardbevingsgebied.

Ook dat is opzienbarend, want de relatie tussen Griekenland en Turkije is vanouds gespannen. Dat is heel concreet zichtbaar op Cyprus, waar een zwaar bewaakte grens het Turkse en Griekse deel van het eiland van elkaar scheidt. Ook de zeggenschap over delen van de wateren tussen beide landen en de behandeling van minderheden vormen onderdeel van bittere rivaliteit tussen Athene en Ankara.

Toch was het juist door toenadering tussen Turkije en Griekenland dat de term ”aardbevingsdiplomatie” werd geboren. Dat gebeurde in 1999, toen het westen van Turkije door een zware aardbeving was getroffen. De Griekse regering schoot het buurland te hulp. Dat leidde tot een opmerkelijke ontspanning tussen de twee staten, die enkele jaren standhield.

Talloze incidenten

Het is echter tegelijkertijd het bewijs dat humanitaire hulp hooguit tijdelijk voor ontspanning kan zorgen en doorgaans dieperliggende problemen tussen landen op de lange termijn niet oplost. Dat bleek maar al te zeer, toen Turkije en Griekenland elkaar in de zomer van 2020 bijna militair in de haren vlogen over een ruzie rond gasboringen in de Egeïsche Zee. Daar waren al talloze incidenten, waaronder schijngevechten tussen Turkse en Griekse gevechtsvliegtuigen, aan vooraf gegaan.

Een ander voorbeeld is de hulp die Israël aan Syrische slachtoffers van de aardbeving biedt. De twee buurlanden zijn al tientallen jaren aartsvijanden en verkeren officieel nog altijd in oorlog met elkaar. De regering in Damascus heeft verklaard dat ze geen hulp van Jeruzalem accepteert. Maar achter de schermen vinden gewonden hun weg naar ziekenhuizen in het noorden van de Joodse staat. Dat gebeurde ook al tijdens het hoogtepunt van de Syrische burgeroorlog, toen Israëlische artsen tientallen zwaargewonde Syriërs –onder wie zelfs IS-strijders– behandelden.

Aardbevingsdiplomatie werkt dan ook vooral op het intermenselijke vlak, betoogde prof. Gerald Steinberg, hoogleraar aan de Bar Ilan Universiteit in Tel Aviv, in The Jerusalem Post. „Doorgaans zijn de politieke werkelijkheid en de relaties tussen mensen twee verschillende werelden.” De bevolking van een getroffen land kijkt vooral naar de hulp die vanuit het buitenland wordt geboden en dat kan de beeldvorming over schenkende staten veranderen. „Tussen Syrië en Israël zou er daardoor in de toekomst meer indirecte dialoog op gang kunnen komen.” Als voorbeeld noemt Steinberg de onderhandelingen over de overdracht van het lichaam van een Israëlische spion, dat Syrië al meer dan vijftig jaar in bezit heeft.

Een voorwaarde voor verbetering van de officiële relaties tussen landen is wel dat er al diplomatieke betrekkingen zijn, meent Steinberg. „Als er sprake is van bittere conflicten en er zijn geen positieve banden, dan zal hulpverlening de zaken niet snel omkeren.”

In het geval van de Zweedse toetreding tot de NAVO is er weliswaar sprake van officiële banden tussen Ankara en Stockholm. De Koerdische kwestie is voor Turkije echter een dermate gevoelig dossier dat het maar de vraag is of Zweedse hulpverlening aan de slachtoffers van de aardbeving het standpunt van de Turkse regering over NAVO-lidmaatschap van Zweden zal veranderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer