Dodental aardbeving Turkije en Syrië loopt op naar 23.500
De hulpverlenings- en bergingsacties na de zware aardbeving in Turkije en Syrië gaan vrijdag de vijfde dag in. De hoop om nog overlevenden onder het puin vandaan te halen, slinkt met het uur. Volg het nieuws in dit liveblog.
Advertentie
Reddingswerkers hebben in de Turkse provincie Hatay zes leden van dezelfde familie gered, na 102 uur. De familie was bedolven onder het puin van een ingestort gebouw van vijf verdiepingen, meldt staatspersbureau Anadolu.
De ouders zijn samen met hun vier kinderen, tussen de 15 en 24 jaar oud, naar het ziekenhuis gebracht. Ook een paar buren van de familie zijn gered, na 107 uur onder het puin.
Hulporganisatie War Child waarschuwt voor een ‘naschok’ aan trauma’s. „De wereld staat hier letterlijk op z’n kop.”
De Syrische regering heeft humanitaire hulp aan aardbevingsslachtoffers in rebellengebied goedgekeurd. Het Rode Kruis, de Syrische Rode Halve Maan en de Verenigde Naties krijgen het toezicht bij het verlenen van bijstand achter de frontlinies, melden Syrische staatsmedia, verwijzend naar gebieden die door de inmiddels twaalf jaar durende burgeroorlog niet in handen zijn van het regime in Damascus.
Katholieke kerken in heel Nederland hebben vrijdagmiddag hun kerkklokken geluid voor de aardbevingsslachtoffers in Turkije en Syrië.
In de Amsterdamse Nicolaasbasiliek hielpen drie Syrische parochianen bij het luiden van de zogeheten rouwklokken, die normaal alleen bij begrafenisdiensten of de dodenherdenking klinken. De Syrische christenen, die ook familie hebben in het getroffen gebied, vonden het „hartverwarmend”.
De kerken luidden hun klokken om 13.00 uur, toen in de moskeeën het vrijdagmiddaggebed begon. „Als symbolische gebaar naar onze moslimbroeders en -zusters, die in Amsterdam groot vertegenwoordigd zijn”, vertelt Eric Fennis, deken van Amsterdam en pastoor van de Nicolaasbasiliek.
Het bedrag dat Nederlandse gemeenten geven aan noodhulp na de aardbevingen in Turkije en Syrië is vrijdag opgelopen tot meer dan 5 miljoen euro. De meeste gemeenten maken het geld over op Giro 555.
Advertentie
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zegt dat de reactie van de autoriteiten op de aardbevingen in het land niet zo snel is als de regering zou willen. Hij gaf dat vrijdag voor het eerst toe tijdens een bezoek aan de zwaar getroffen stad Adiyaman.
Critici vinden dat in de eerste dagen na de bevingen niet genoeg reddingswerkers zijn ingezet en er ook niet voldoende humanitaire hulp is geleverd. De president herhaalde in Adiyaman dat er „tekortkomingen” zijn in de reactie van zijn regering, maar ging nu met zijn kritiek op de snelheid een stap verder.
Het C-130 transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht dat naar Turkije is gestuurd voor het vervoer van gewonden naar ziekenhuizen in dat land is geland. Dat meldt Kajsa Ollongren, minister van Defensie, op Twitter.
Het vliegtuig vertrok vrijdagochtend vanaf vliegbasis Eindhoven. Op verzoek van de Turkse autoriteiten gaat het toestel gewonden uit het rampgebied naar elders in Turkije vervoeren.
Aan boord zijn twee medische teams met in totaal twee artsen en zes verpleegkundigen, liet Defensie eerder weten. Per vlucht kunnen maximaal zeventig mensen worden vervoerd. Aan boord zijn de nodige medische faciliteiten om gewonden te helpen. Zaterdag gaat het team aan de slag. Na twee weken wordt bekeken of het vliegtuig langer moet blijven, aldus een woordvoerder van Defensie.
Door sommige hulporganisaties wordt gewaarschuwd voor brandstoftekorten in Turkije en Syrië. Het vliegtuig zal daar geen last van hebben, zegt een woordvoerder van Defensie. „Alleen in het rampgebied is een tekort aan brandstof. Reguliere vliegvelden in Turkije hebben geen brandstoftekort”, aldus de woordvoerder.
Zware aardbevingen troffen het zuidoosten van Turkije en Syrië in de nacht en ochtend op maandag 6 februari. Het epicentrum lag 26 kilometer ten noordwesten van de stad Gaziantep, niet ver van de grens met Syrië. In beide landen zijn al meer dan 20.000 doden gemeld en raakten tienduizenden mensen gewond.
De zware aardbevingen van maandag hebben meer dan 22.000 mensen het leven gekost. Volgens de Turkse president Recep Tayyip Erdogan staat het dodental in zijn land inmiddels op 18.991. In Syrië hebben volgens autoriteiten en hulpdiensten ten minste 3384 mensen het niet overleefd, met 1347 doden in regeringsgebieden en 2037 in gebieden die onder controle staan van de rebellen.
Het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten schat dat er in het door oorlog verscheurde land nog bijna 400 mensen meer zijn overleden.
Er worden in beide landen nog mensen levend onder het puin vandaan gehaald, maar dat worden er wel steeds minder. De zwaarste aardbeving vond inmiddels meer dan honderd uur geleden plaats en de kans op overleving slinkt met het uur.
De Turkse rampendienst AFAD gaf eerder al aan dat in Turkije bijna 75.000 gewonden zijn en dat ongeveer net zoveel mensen uit het rampgebied zijn geëvacueerd. Zo’n 121.000 mensen zijn daar bezig met reddingswerkzaamheden en bieden noodhulp aan slachtoffers. Er zijn de afgelopen dagen zeker 1500 naschokken geteld.
Familieleden die op zoek zijn naar informatie over personen die zijn omgekomen door de aardbevingen in Turkije en Syrië kunnen daarvoor terecht bij een speciale database van de Turkse rampenbestrijdingsdienst AFAD. Dat meldt het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Ouders en kinderen kunnen via het digitale gezondheidsportaal van de Turkse overheid controleren of een gezinslid voorkomt in de database van AFAD. Buitenlandse Zaken heeft in het liveblog over de aardbevingen een URL geplaatst die doorverwijst naar het portaal.
Alleen ouders en kinderen van een vermist persoon kunnen informatie inwinnen op basis van hun nationale identificatienummer, schrijft het ministerie. Broers, zussen en andere familieleden hebben geen toegang tot het portaal.
In Sanliurfa, een stad in het zuidoosten van Turkije, is het stof van de aardbeving neergedaald. De doden zijn geborgen, het zoeken is gestaakt. Ontheemden willen niet klagen, want elders is het nog erger.
Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties vreest dat de voorraden in Syrië snel opraken na de verwoestende aardbevingen. Het geeft aan dat er veel meer hulp moet komen om inwoners van het getroffen gebied van eten te voorzien.
Het VN-voedselprogramma is al jaren actief in Noordwest-Syrië om humanitaire hulp te verlenen. Door de burgeroorlog leefde naar schatting al ongeveer de helft van de bevolking in die regio, die onder controle staat van de rebellen, in voedselonzekerheid. De regiodirecteur van de organisatie zegt dat nu zo’n 90 procent van de bevolking in dat gebied afhankelijk is van voedselhulp. De VN-hulp heeft de mensen inmiddels kunnen bereiken, maar er is dringend behoefte aan meer bevoorrading.
Donderdag ging de belangrijke grensovergang tussen Turkije en Syrië bij Bab al-Hawa weer open. Die was jarenlang als enige grenspost goedgekeurd door de VN, maar was een aantal dagen onbereikbaar door aardbevingsschade. De eerste vrachtwagens met hulp komen nu weer binnen via die weg, maar volgens het Wereldvoedselprogramma is het noodzakelijk om meer grensovergangen te openen.
Vrijdag zijn volgens de Internationale Organisatie voor Migratie weer veertien vrachtwagens uit Turkije gearriveerd in Syrië. Ze brachten onder meer elektrische verwarmingen, dekens en tenten om de overlevenden te helpen.
In Turkije zijn vrijdag meerdere aardbevingsslachtoffers gered nadat die waren bedolven onder het puin van ingestorte gebouwen. Zij hebben langer dan 100 uur vastgezeten. De kans dat slachtoffers levend worden gevonden, neemt na 72 uur flink af.
Zo is in de provincie Gaziantep een 66-jarige man 103 uur na de eerste aardbeving in veiligheid gebracht. Het Turkse persbureau Anadolu meldt dat reddingswerkers er 10 uur over hebben gedaan om hem van onder het puin vandaan te halen. Ook elders in Turkije zijn mensen na ruim 100 uur uur gered, onder wie een 3,5 jaar oud meisje in de provincie Hatay.
De Syrische president Bashar al-Assad heeft samen met zijn vrouw een ziekenhuis in Aleppo bezocht. Dat melden de Syrische autoriteiten op Twitter.
Op foto’s is te zien hoe het echtpaar Assad met slachtoffers en hun familieleden praat. Het is het eerste bezoek van de president aan het gebied dat maandag door zware aardbevingen werd getroffen. In Syrië zijn volgens de meest recente tellingen 3377 mensen omgekomen. Ook zijn er vele duizenden gewonden.
De verboden Turkse arbeiderspartij PKK schort voorlopig zijn „operaties” in Turkije op vanwege de verwoestende aardbevingen in het land, aldus een leider van de Koerdische militante beweging. Dat meldt persbureau ANF, waarmee de PKK nauwe banden onderhoudt.
„We hebben besloten om geen operatie uit te voeren zolang de Turkse staat niet aanvalt”, zo heeft leider Cemil Bayik verklaard. Hij wijst op de grote ramp die de aardbevingen hebben veroorzaakt. „Duizenden van onze mensen liggen onder het puin.”
De strijd van de PKK voor een onafhankelijk Koerdistan en meer rechten voor Koerden begon in 1984 en heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost. De PKK wordt door onder meer Turkije, de Verenigde Staten en de Europese Unie gezien als terroristische organisatie.
De Turkse regering gaf de PKK eind vorig jaar de schuld van een aanslag in Istanbul. Bij een explosie in een drukke winkelstraat vielen zes doden en meer dan tachtig gewonden. De PKK ontkende hierbij betrokken te zijn geweest. In een reactie op de aanslag begon Ankara in het noorden van Syrië een nieuw offensief tegen de PKK.
Een vlucht van Corendon met hulpverleners is om 08.00 uur vertrokken vanaf Schiphol naar de Turkse stad Gaziantep, meldt een woordvoerder van de reisorganisatie.
Aan boord zitten onder anderen artsen, verpleegkundigen en bouwvakkers die zich hebben aangesloten bij een initiatief van een transportbedrijf uit Vijfhuizen. Daarnaast vervoert het toestel hulpgoederen. Maandagavond vloog al een toestel van Corendon, dat Turkse wortels heeft, met het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR vanaf Eindhoven Airport naar het Turkse Adana.
In Turkije is een aardbevingsslachtoffer na 101 uur levend onder het puin vandaan gehaald, meldt het Turkse persbureau Anadolu. Het gaat om een 30-jarige man in de provincie Hatay.
In Hatay is volgens Turkse media ook een familie van vijf personen gered. Een 1,5 jaar oud meisje, haar ouders, haar broer en haar oom zaten 96 uur vast onder het puin van een ingestort gebouw. De tijd begint te dringen. De kans dat iemand levend wordt teruggevonden, neemt na 72 uur flink af.
Een C-130 transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht is vanaf vliegbasis Eindhoven met twee medische teams naar Turkije vertrokken, meldt Defensie. Op verzoek van de Turkse autoriteiten gaat het toestel gewonden uit het rampgebied naar elders in Turkije vervoeren.
Aan boord zijn twee medische teams met in totaal twee artsen en zes verpleegkundigen. Met de ‘vliegende ambulance’ kunnen per vlucht maximaal zeventig mensen worden vervoerd. Aan boord zijn de nodige medische faciliteiten om gewonden te helpen. Zaterdag gaat het team aan de slag.
Zware aardbevingen troffen het zuidoosten van Turkije en Syrië in de nacht en ochtend op maandag. Het epicentrum lag 26 kilometer ten noordwesten van de stad Gaziantep, niet ver van de grens met Syrië. In beide landen zijn al meer dan 20.000 doden gemeld en raakten tienduizenden mensen gewond.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR is vrijdagmorgen vroeg weer op pad gegaan om overlevenden op te sporen in het rampgebied in Turkije. „We gaan kijken of we vandaag nog overlevenden kunnen vinden en bereiken”, meldt USAR. De vier reddingsgroepen zijn afgelopen nacht niet in actie geweest en vanaf nu wordt er alleen nog bij daglicht gezocht.
„De kans dat we nog mensen in leven vinden neemt echt af nu”, aldus USAR. Toch blijven de Nederlandse reddingswerkers in Hatay hoopvol, omdat donderdag ook daar nog mensen levend teruggevonden zijn. Tot nu toe heeft USAR de afgelopen dagen elf mensen levend onder het puin vandaan gehaald.
USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar Turkije en zette dinsdag het basiskamp op in het rampgebied. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. Ook zijn er acht reddingshonden met ze mee.
Het aantal doden in Turkije en Syrië na de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot meer dan 21.000. In Turkije zijn volgens de meest recente cijfers van de autoriteiten zeker 17.674 mensen omgekomen. Syrië heeft tot dusver 3377 dodelijke slachtoffers geteld.
Ook zijn er tienduizenden gewonden. In Turkije zijn volgens de regering 6479 hulpverleners uit 56 landen aan het werk. Binnen 24 uur zouden bijkomende reddingswerkers arriveren uit nog negentien andere landen. Volgens de Turkse staatszender TRT zijn al 8000 mensen van onder het puin gered.
Koning Willem-Alexander heeft tijdens het afsluitende gesprek met de pers na afloop van de Cariben-reis van het koningspaar en prinses Amalia nogmaals stilgestaan bij de aardbevingen in Turkije en Syrië. Hij noemde het een „verschrikkelijk drama”.
„Onze gedachten zijn bij de slachtoffers, nabestaanden, gewonden en ook bij de families van de Syriërs en Turken in Nederland die mensen missen en ook zeker in grote onzekerheid zitten”, stelde de koning. Hij had daarbij ook een woord van dank voor alle hulpverleners en noemde daarbij in het bijzonder het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR „dat daar dag en nacht probeert mensen onder het puin vandaan te halen”.
Eerder deze week liet het koningspaar ook al via social media weten zwaar geraakt te zijn door het natuurgeweld.
Willem-Alexander legde de link met orkaan Irma, die in het najaar van 2017 voor grote schade zorgde op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Volgens de koning is „nog lang niet alles opgeruimd” maar zijn de inwoners na Irma „vol energie aan de wederopbouw begonnen. Dan zie je ook waar mensen toe in staat zijn: als alles tegen de vlakte is, kunnen ze toch weer opstaan.”
De koning vond dat extra bijzonder omdat de eilanden daarna ook nog geraakt werden door de coronacrisis. „Wat wij deze reis gemerkt hebben is dat alle eilanden dankbaar zijn dat ze lid zijn van het koninkrijk. Samen hebben we de coronacrisis aangepakt. Op het gebied van gezondheidszorg, medicijnen en economische steun zijn ze er doorheen gekomen en terug op het oude niveau. Dat is een dankbaarheid die we overal gevoeld hebben.”
In zo’n 148 moskeeën die zijn aangesloten bij de Islamitische Stichting Nederland (ISN) zal de vrijdagpreek in het teken staan van solidariteit met de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië. Ook wordt er een begrafenisgebed gehouden voor de overledenen.
Daarnaast wordt er in de moskeeën op vrijdag opgeroepen om geld te doneren. De ISN begon op 6 februari, de dag van de aardbevingen, een inzamelingsactie. Op donderdagmiddag was al 2,8 miljoen euro opgehaald.
Ook luiden katholieke kerken door heel Nederland als teken van solidariteit de klokken om 13.00 uur, dan begint het vrijdagmiddaggebed in moskeeën.
De Turkse en Syrische vlag zijn „als blijk van medeleven” tot en met de landelijke actiedag op 15 februari te zien op het Brabantse provinciehuis in Den Bosch. Ze worden daarop geprojecteerd, laat het provinciebestuur weten.
Tot nu toe zijn bij de aardbevingen die beide landen maandag troffen zeker 20.000 doden gevallen. „De ramp in Turkije en Syrië, het grote verlies aan mensenlevens, het leed en de enorme schade maken diepe indruk. Veel Brabanders komen in actie, hebben zorgen over familie en vrienden in het getroffen gebied”, aldus Noord-Brabant.
De Verenigde Staten hebben bijna 80 miljoen euro vrijgemaakt voor hulp aan de slachtoffers van de verwoestende aardbevingen in Turkije en Syrië. Het geld wordt aan partners in het rampgebied overgemaakt om dringende noodhulp te bieden aan miljoenen mensen, meldt het Amerikaanse agentschap USAID.
De regering in Washington had eerder al duidelijk gemaakt dat ze de Syrische bevolking wil steunen, maar dat ze elke link weigert met het regime van president Bashar al-Assad.
De redactie begint een nieuw liveblog. Bekijk hier het vorige.
Advertentie