Waarom schatzoeker de politie belt om steelpan
Een man die met een metaaldetector op zoek was naar de nazi-schat die begraven zou liggen bij het Gelderse Ommeren, alarmeerde de politie toen hij dacht dat hij een landmijn had gevonden. Uiteindelijk bleek de vondst niet zo explosief: het ging om een steelpan.
De politie waarschuwde na de melding de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD). Die kwam er donderdag na onderzoek achter dat het voorwerp in de bodem een steelpan was.
Het Nationaal Archief maakte begin januari een schatkaart uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog openbaar. In Ommeren zou door een nazi een goudschat zijn begraven. Dat leidde er toe dat veel schatgravers met metaaldetectoren in Ommeren op zoek gingen. Buren, waaronder Ommeren valt, maakte bekend dat in de hele gemeente een detectieverbod geldt, maar dat weerhield mensen er toch niet van om toch te gaan zoeken – soms zelfs op grond van particulieren.
De zoektocht werd nieuws in binnen- en buitenland. Onder meer Kroatische, Britse, Israëlische en Argentijnse media berichtten over de speurtocht. Wethouder Pieter Neven zei eerder tegen Radio Gelderland dat het gemeentebestuur compleet was verrast door de grote belangstelling.
Het aantal schatgravers is nu afgenomen, maar er zijn nog steeds mensen op zoek. Naar alle waarschijnlijkheid ligt er niets meer in de bodem, want de op de kaart aangegeven plek is sindsdien al vaak gegraven voor werkzaamheden, zegt de gemeente.
Het schatgraven is niet zonder risico’s: er kunnen in de bodem nog niet ontplofte bommen, granaten of mijnen liggen. Daarom heeft de gemeente mensen voortdurend afgeraden te zoeken naar de schat.