Verbod op discriminatie vanwege handicap of seksuele gerichtheid in grondwet
Artikel 1 van de grondwet wordt verruimd. Een voorstel om vast te leggen dat het verboden is om iemand te discrimineren vanwege een handicap of seksuele gerichtheid, heeft genoeg steun gekregen in de Eerste Kamer. Daarmee is de aanpassing bijna een feit.
In artikel 1 staat dat iedereen in Nederland „in gelijke gevallen gelijk behandeld” wordt. Daarna wordt een aantal gronden expliciet genoemd, waaronder geslacht en ras. Die lijst wordt nu uitgebreid. Zo’n aanpassing kost jaren omdat er meerdere keren over gestemd moet worden. Dat traject is nu afgerond.
De wijziging is een initiatief van D66, PvdA en GroenLinks waar twaalf jaar aan is gewerkt. „Je mag deze dag met recht historisch noemen!”, zegt D66-Tweede Kamerlid Alexander Hammelburg, die de wet heeft helpen verdedigen in de Eerste Kamer.
„Een beperking, of op wie je verliefd wordt, mogen nooit reden zijn te worden buitengesloten”, aldus PvdA’er Habtamu de Hoop. Laura Bromet van GroenLinks noemt het „een belangrijke stap voorwaarts in het bestrijden van discriminatie”.
Voor een grondwetswijziging moeten eerst de Tweede en Eerste Kamer in meerderheid voor stemmen. Vervolgens moet de wet nog eens in stemming gebracht worden nadat er verkiezingen geweest zijn, zodat de kiezer nog kan bijsturen.
Bij die laatste stemming (de tweede lezing) moet een tweederdemeerderheid instemmen. Dat is nu in beide Kamers gebeurd, zij het in de Eerste Kamer met enige vertraging. Aanvankelijk zou de senaat er al voor de kerst over stemmen, maar dat lukte niet omdat de PVV op het laatste moment een hoofdelijke stemming aanvroeg. Uiteindelijk stemden 56 Eerste Kamerleden voor en 15 tegen.
De wet hoeft nu alleen nog officieel ondertekend te worden door de koning en de verantwoordelijk minister en gepubliceerd te worden in de Staatscourant.