Taliban bevelen ngo’s vrouwelijke werknemers thuis te laten
Vrouwelijke werknemers van lokale en buitenlandse niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) in Afghanistan mogen niet langer naar hun werk komen. Het ministerie van Economische Zaken van de Afghaanse Taliban-regering heeft dat zaterdag bevolen in een nieuwe stap die de vrijheid van vrouwen verder inperkt.
De instructie geldt „tot nader order”. Sommige vrouwelijke werknemers volgen de strikte interpretatie van de islamitische kledingvoorschriften niet, is de motivatie. Er zouden veel klachten over zijn binnengekomen. Organisaties die de regel niet naleven, verliezen hun vergunning. Het betreft meer dan 180 binnenlandse en internationale ngo’s.
Het besluit heeft ook gevolgen voor de agentschappen van de Verenigde Naties, die veel personeel hebben in Afghanistan. De VN staan niet op de ngo-lijst en hebben het bevel dan ook niet zelf gekregen, maar sluiten vaak contracten met ngo’s die in Afghanistan zijn geregistreerd om humanitair werk uit te voeren. Een VN-woordvoerder zegt dat veel activiteiten niet of nauwelijks door kunnen gaan als vrouwelijke hulpverleners hun werk niet kunnen uitvoeren.
De fundamentalistische regering besloot afgelopen week vrouwen de toegang tot universiteiten en ander hoger onderwijs te ontzeggen omdat ze zich niet aan de kledingvoorschriften hielden en contact hadden met mannelijke studenten. Het verbod werd in grote delen van de wereld veroordeeld en leidde tot kritiek en protesten in Afghanistan zelf.
Ook zaterdag werd er op kleine schaal gedemonstreerd in de westelijke stad Herat. De politie probeerde de demonstranten uiteen te drijven met waterkanonnen en wapenstokken. Inwoners van de hoofdstad Kabul meldden een zware militaire aanwezigheid om mogelijke protesten de kop in te drukken.
Sinds de Taliban vorig jaar augustus opnieuw aan de macht kwamen, worden meisjes en vrouwen steeds meer rechten ontnomen. Dat zorgt ook voor kritiek in islamitische landen als Turkije, Iran en Pakistan.