Zaak Coöperatie Laatste Wil heeft veel weg van publiciteitsstunt
De Coöperatie Laatste Wil (CLW) hoopte op een doorbraak, maar kreeg woensdag bij de rechtbank in Den Haag nul op het rekest. Nederland hoeft de regels rond hulp bij zelfdoding niet aan te passen. Vijf vragen.
Wat wilde de CLW bereiken?
De coöperatie wilde de rechter allereerst de uitspraak ontlokken dat het burgers die hun leven willen beëindigen omdat ze het voltooid achten in Nederland feitelijk onmogelijk wordt gemaakt om invulling te geven aan hun zelfbeschikkingsrecht. Aansluitend zou hij de Staat dan een tik op de vingers moeten geven door te oordelen dat daarmee sprake is van onrechtmatig handelen.
Hoe kansrijk was die poging?
Daarover zijn de meningen verdeeld. De CLW noemde de kans dat zij in het gelijk zou worden gesteld vooraf aanzienlijk. De instantie putte hoop uit een zaak die een Zwitser in 2007 aanspande bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens tegen zijn overheid. Het ging om een langdurig zieke psychiatrische patiënt die enkele mislukte zelfmoordpogingen had ondernomen en via zijn psychiater een dodelijk middel wilde verkrijgen om zijn leven te beëindigen. In Zwitserland mogen dergelijke middelen aan mensen met een stervenswens worden verstrekt, maar alleen na een gedegen psychiatrisch onderzoek en op recept. Van geen enkele psychiater bij wie de man aanklopte, kreeg hij echter zo’n recept. Daarop diende hij een klacht in bij het Hof.
En dat stelde de man in het gelijk?
Nee, dat niet. Maar in de uitspraak uit 2011 sprak de Europese rechter wel voor het eerst klip en klaar uit dat elk individu in beginsel het recht heeft om te beslissen op welke wijze en op welk moment zijn leven wordt beëindigd. Dat recht, dat volgens de uitspraak ook nog eens „concreet en effectief” moet zijn en niet alleen maar „theoretisch en illusoir”, vloeit volgens het Hof voort uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) over de eerbiediging van het privéleven. Weliswaar volgden er verderop in de uitspraak nog allerlei aanvullende overwegingen, die er uiteindelijk toe leidden dat het Hof de klacht alsnog verwierp. Maar de CLW had goede hoop dat de Haagse rechtbank rechter door eenzelfde aanloopje te nemen Nederland uiteindelijk een tik op de vingers zou geven. Uiteindelijk gebeurde dat dus toch niet.
Hoe zit dat dan precies?
Zwitserland brengt beperkingen aan op het recht op een vrijwillig levenseinde door de psychiater een doorslaggevende rol toe te kennen. Nederland doet dat op een manier die weer net wat anders is. Zo bepaalt onze euthanasiewet allereerst dat alleen artsen (en dus geen familieleden of vrienden van de betrokkene) hulp bij zelfdoding mogen bieden. Zij moeten bovendien vooraf vaststellen dat degene die daarom vraagt uitzichtloos en ondraaglijk aan een medisch erkende ziekte lijdt. Met het aanbrengen van beperkingen is volgens het Hof niets mis. Sterker nog, de verdragsstaten zijn daar zelfs toe verplicht omdat het EVRM behalve het recht op privacy ook het recht op leven beschermt. Daaruit volgt onder meer dat kwetsbare groepen behoed moeten worden voor het impulsief nemen van onomkeerbare besluiten. Hoe een staat dergelijke beperkingen vormgeeft, is volgens het Hof primair aan de staat zelf.
Maar als de zaken zo liggen, lag het toch best voor de hand dat de CLW in het ongelijk zou worden gesteld?
Klopt, bijna alle deskundigen gingen daar vooraf ook van uit. Het heeft er dan ook veel van weg dat deze procedure in de eerste plaats was bedoeld als een publiciteitsstunt en een veredelde donateursactie. Als dat de opzet was, is de CLW daar gezien de grote media-aandacht uitstekend in geslaagd.