De val van de kwatcha heeft ook een positieve kant, denken sommigen: alles wat vanuit Malawi geëxporteerd wordt, brengt fors meer op. Dat is wel zo, maar helaas is de export vanuit het Afrikaanse land zeer beperkt. In het verleden voerden enkele boeren wat maïs uit, maar door de tegenvallende oogsten hebben ze hun voedsel zelf hard nodig. Om boeren te helpen hebben wij hen de afgelopen maanden op allerlei manieren duidelijk gemaakt hoe zij zelf mest kunnen maken. Velen hebben onze methode omarmd, maar het gevolg is dat de vraag naar dierlijke mest behoorlijk is toegenomen; er beginnen zelfs tekorten te ontstaan, waardoor de prijzen omhoogschieten. Ons idee was om dan maar kippenmest naar Malawi te exporteren. Dat gaat vast lukken, maar het hele proces verloopt helaas trager dan gedacht. Niet alleen mest maar ook geïmporteerd maïszaad is vanwege de val van de kwatcha veel en veel duurder geworden. Dat is een tweede probleem, want de meeste boeren hebben weinig tot geen geld op hun bankrekening staan. De berichten die wij uit Malawi binnenkrijgen, zijn zeer verontrustend: 1) de overheid zou dit jaar maar zo’n 50% van de hoeveelheid zaden van vorig jaar kunnen inkopen, 2) kunstmest wordt niet langer door haar gesubsidieerd en 3) dierlijke mest is moeilijk te krijgen en eveneens heel duur. Geen kunstmest, geen dierlijke mest, geen zaaizaden en dus geen oogst – het zijn golven die zo hoog slaan dat je er bang van wordt.

Zaaizaden regelen

Een oplossing zou kunnen zijn dat wij per direct zaaizaden voor onze boeren regelen. Maar dat kost 50.000 euro… Helaas hebben we dat bedrag niet op de plank liggen, omdat we de zaden normaal gesproken pas in november/december inkopen. Het lijkt ons verstandig om er met z’n allen voor te zorgen dat het geld zo snel mogelijk bij elkaar is, zodat we de maïszaden meteen kunnen inslaan op het moment dat onze 7000 deelnemers aan Food For LiFe ze nodig hebben. Soms ziet de zee van ramp er zó dreigend uit dat wij mensen ons geen raad weten. Gelukkig ziet de dichter van Psalm 32 Iemand achter de omstandigheden: eenieder van de vromen die in vindenstijd, met ootmoed smekend, bij Hem, komen, worden door de golven niet aangeraakt, hoe hoog zij ook slaan. Daarom blijven wij vertrouwen op God de Heer’, Die regeert!