Zuid-Hollandse politiek wil bed-bad-broodregeling in stand houden
De Zuid-Hollandse politiek heeft gepleit voor een vervolg van de bed-bad-broodregeling in de provincie. Een nipte meerderheid van de Provinciale Staten (26-23) steunt de oproep aan het college om te inventariseren welke gemeenten de organisatie van deze regeling, die officieel de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) heet, willen overnemen van Rotterdam. Die stad stopt op 1 januari 2025 met de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, omdat het Rijk hier niet meer aan wil meebetalen.
De Zuid-Hollandse fractie van Partij voor de Dieren diende woensdag een motie in, die werd gesteund door de coalitiepartijen GroenLinks-PvdA en CDA en ook door D66, SGP, ChristenUnie, SP, Volt en JOU. Ze verzochten het college niet alleen om te kijken of een gemeente de opvangregeling wil overnemen van Rotterdam, maar ook om bij het Rijk te lobbyen om de financiële bijdrage in stand te houden. Onder meer BBB, VVD en PVV stemden tegen.
De gemeente Den Haag bekijkt al of zij in regionaal verband de bed-bad-broodregeling kan organiseren. De gemeenteraad nam hiervoor twee maanden geleden een motie aan.
„Als meer gemeenten zich bij ons melden, dan verwijzen we ze door naar Den Haag. Daar zit de expertise”, zei gedeputeerde Frederik Zevenbergen. De VVD’er wil via het IPO, het samenwerkingsverband van de provincies, bij het Rijk lobbyen om toch geld te blijven steken in de regeling. „Je kan de voorziening wel opheffen, maar daarmee gaat het probleem niet weg. Je moet zorgen dat dit goed wordt opgelost.”
Volgens Statenlid Tijmen Lamers van GroenLinks-PvdA maakt Rotterdam een „verwerpelijke keuze” door te stoppen met de opvang van vreemdelingen die geen recht (meer) hebben op verblijf, maar om uiteenlopende redenen nog niet zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst. „De meest kwetsbare mensen in onze samenleving raken hun bescherming kwijt en komen in de winterkou op straat te staan. We moeten er alles aan doen om deze verschrikkelijke situatie te voorkomen.”
Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen hebben aangegeven wel door te gaan met de LVV. Zij moeten de opvang vanaf 1 januari volledig zelf financieren. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) maakte in september bekend de bijdrage van het Rijk, een kleine 25 miljoen euro, stop te zetten.