Kerk & religieMeditatie

Wekelijkse meditatie: Gods belofte is waarheid

Sara wordt door naamsverandering een prinses. De ”i” wordt in het Hebreeuws een ”h”: Sarah. De Oorzaak ervan is God. Denk er daarom goed aan dat God niet verandert, maar Hij verandert door de zonde gevallen mensenkinderen door hun een nieuwe naam te geven.

Ds. J. Bos, Urk
7 December 2024 17:38
beeld AFP, Dicky Bisinglasi
beeld AFP, Dicky Bisinglasi

In onze tekst is dat een heerlijk adventsgebeuren. Want in de naamsverandering van Sara gloort de vervulling van Gods belofte in het paradijs. De moederbelofte, direct na Adams overtreding. Uit deze moederbelofte worden al Gods beloften geboren. Tot op Hem toe, in Wie al Gods beloften ja en amen zijn.

De reden ervan geeft de Heere in het vervolg: Want Ik zal vijandschap zetten; jazeker, maar God, Die rijk is in barmhartigheid, schenkt in Sara Zijn machtige zegen. Ze wordt ingezet in de strijd, samen met allen die uit haar geboren worden (Gen. 1:28). „Want Ik zal haar zegenen, en u ook uit haar een zoon geven; ja, Ik zal haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal; koningen der volken zullen uit haar worden.”

„Toen viel Abraham op zijn aangezicht en hij lachte.” Lezer en lezeres, kent u iets van dit lachen? Lachen van blijdschap omdat u vast mocht geloven, met het oog op de Belovende?

De kostelijke gave die geloof heet, die somtijds doet lachen en wenen in de Heere voor wie Hem need’rig valt te voet, net als de vader aller gelovigen. Verbroken en nochtans geheeld. Door Gods liefde versmolten, liggend aan Zijn voeten in verwondering. Abraham wordt verwonderd in de Heere. Zal hij, een eeuw oud, nog vader worden? En Sara, stokoud en verstorven, moeder? Ja, is de taal die de Geest schrijft in zijn hart, want God is de Belover, de Waarachtige. Denkt u nu ook met mij aan die nog zo jonge moeder? Abraham en Sara oud, Maria een jonge dochter, een maagd. Een maagd! En nochtans ontvangt ze de belofte: „Dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden” (Luk. 1:35). God is Zijn Vader, Maria Zijn moeder. Beiden, Abraham en Maria, overleggen hoe dit wezen zal; beiden geloven en aanbidden, omdat hun God Wonderlijk is, en lachend en wenend zingt een maagd: „Mijn ziel maakt groot de Heere, en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker.”

Er zijn ook twee anderen: Sara en Zacharias. Sara lacht in ongeloof (18:12), en Zacharias zei: „Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud en mijn vrouw is ver op haar dagen gekomen” (Luk. 1:18). Ongeloof schampert en verstomt. Daarom: „Onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt” (2 Kor. 13:5). Of u Gods heilrijk Woord, door Zijn boodschappers gebracht van de hemel, gelooft. Want God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, vervult ondanks de twijfelende spotlach en het ongeloof nochtans Zijn belofte. Izak geboren, en Sara lacht de blijde lach van dankbaarheid door Gods wonderlijke daden. En al wie het hoort, zegt ze, zal met mij lachen (Gen. 21:5-6). En Zacharias? Hij roept, nadat zijn ziel des Heeren Woord geloofd heeft: „Geloofd zij de Heere, de God Israëls, want Hij heeft bezocht en verlossing teweeggebracht Zijnen volke” (Luk. 1:68). Lachen wij ook mee, omdat ook wij geloven wat er klonk op Golgotha uit de mond van de Verlosser: „Het is volbracht”?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer