Fietsland Nederland exporteert kennis om overal ter wereld meer mensen in het zadel te krijgen
Nederland steekt een half miljoen euro in een klimaatfonds om fietsen en wandelen in steden overal op de wereld te stimuleren. Daar plukt ook de Nederlandse fietssector de vruchten van.
Ga toch fietsen. Die uitdrukking betekent zoveel als: ga weg, bemoei je er niet mee. Precies dat doet Nederland nu juist wel, door steun te geven aan projecten die stadsbewoners wereldwijd ertoe moeten bewegen om de fiets te pakken. Doen ze dat, dan stoot het verkeer in steden veel minder broeikasgassen uit.
Op de klimaattop in Bakoe maakte Nederland woensdag bekend dat het een half miljoen euro gaat bijdragen aan een fonds van de Wereldbank. Deze Global Facility to Decarbonize Transport (GFDT) helpt arme landen financieel om de uitstoot door transport terug te dringen. Dat is hard nodig, want de verstedelijking neemt razendsnel toe in opkomende landen, met een snel groeiende economie. En daarmee ook het gemotoriseerde vervoer.
Steden zorgen nu voor 20 procent van de mondiale CO2-emissies, schrijft Nicolas Peltier, directeur transport bij de Wereldbank, in het eerste jaarverslag van GFDT. In een ”business as usual”-scenario loopt dat op tot 60 procent in 2050, waarschuwt hij.
Voor de Wereldbank is het fonds een middel om deze trend te keren en de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te bereiken: opwarming van de aarde beperken tot minder dan 2 graden door onder meer de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95 procent te verlagen vergeleken met 1990.
Dat halve miljoen is maar een druppel op de gloeiende plaat, erkent Mirjam Borsboom van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en het fonds is maar een onderdeeltje van de Wereldbank. „Maar met een kleine investering kun je toch veel in gang zetten.”
Borsboom: „Voor een paar ton is vorig jaar in Lima, de hoofdstad van Peru, een fietsvisie opgezet, waarna de Wereldbank een lening gaf voor de uitvoering van 50 kilometer fietspad, verkeersmanagement en maatregelen om autoverkeer te weren. Het gaat om de eerste zetjes.”
Koploper
Nederland loopt wereldwijd voorop met een kwart van alle verplaatsingen op de fiets. Met behulp van de Dutch Cycling Embassy leert Nederland andere landen om een goede fietsinfrastructuur en bijkomende voorzieningen aan te leggen. Samen met België en Luxemburg wil Nederland in tien jaar 10.000 fietsexperts opleiden.
Deskundigen proberen via workshops –samen met plaatselijke organisaties– het fietsgebruik veiliger en aantrekkelijker te maken. „In Bangkok, Thailand, hebben we dit jaar al twee trainingen verzorgd”, zegt Borsboom. „Uiteindelijk levert dat ook hoge maatschappelijke baten op in gezondheid, leefbaarheid en verduurzaming.”
„De fiets is toch een beetje onze nationale trots. Ik vind het mooi om te zien dat we die passie en expertise ook exporteren” - Chris Jansen, staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu
De investering van een half miljoen euro kan voor een win-winsituatie zorgen, zegt staatssecretaris Chris Jansen, die de presentatie in Bakoe niet zelf kon doen omdat hij niet naar de top afreisde. „De fiets is toch een beetje onze nationale trots. Ik vind het mooi om te zien dat we die passie en expertise ook exporteren. Daarmee helpen we anderen en daar verdienen we zelf ook aan. Want elders investeren in fietsen werpt ook in Nederland zijn vruchten af.”
Export
De Nederlandse fietsexport levert 2,4 miljard euro per jaar op. Daarbij gaat het niet alleen om fietsen, maar ook om kennis. Fietsfabrikant Accell, met merken als Batavus, Koga en Sparta, juicht alle initiatieven die bijdragen aan meer fietsgebruik van harte toe, laat een woordvoerder weten. „Onze ervaring in Europa leert dat investeringen in fietsinfrastructuur lonen en dat hierdoor het gebruik van fietsen als een gezond, snel en duurzaam alternatief verder toeneemt. Innovaties zoals e-bikes, slimme apps, citybikes en verbeterde batterijtechnologieën maken fietsen nog aantrekkelijker. Dit kan wereldwijd bijdragen aan een transitie naar duurzamer en efficiënter stedelijk transport.”