Het Rotterdamse CDA-echtpaar Van der Heijden heeft vrijdag euthanasie laten toepassen. Dinsdag kondigen ze hun overlijden aan in een zelfgeschreven advertentie in het AD. Een dag voor het Kamerdebat over de nieuwe stervenswet. „Aangrijpend om je eigen ziekte te gebruiken voor een politiek statement.”
Frans Jozef van der Heijden was CDA-Tweede Kamerlid van 1982 tot 1998. Zijn vrouw Gonnie was actief in de Rotterdamse politiek. Hij werd 78, zij 76.
„De discussie over een zelfgekozen levenseinde staat nog steeds in het teken van de vraag of mensen, die menen dat zij hun leven hebben voltooid, dat leven ook mogen beëindigen”, schrijft het echtpaar in de rouwadvertentie. „Alsof –in ons geval 53 jaar– samenleven in voor- en tegenspoed, maar vooral in liefde en geluk dan geen gewicht meer in de schaal legt bij de vraag dat leven ook samen te mogen beëindigen.”
Ir. B. J. van der Vlies, oud-SGP-fractievoorzitter, maakte Van der Heijden mee in de Tweede Kamer.
„We gingen best hartelijk met elkaar om”, reageerde Van der Vlies dinsdagmorgen desgevraagd. „Van der Heijden was een overtuigd CDA’er, een flamboyante man. Niet direct iemand waar ik mijn ziel en zaligheid aan zou toevertrouwen. Maar ik kan me geen nare ervaringen met hem herinneren. Zijn overlijden emotioneert me.”
De advertentie verschijnt een dag voordat de Tweede Kamer debatteert over de nieuwe stervenswet.
„Ik vind dat uitermate aangrijpend en ongepast. Los van de vraag hoe je tegen de discussie over euthanasie aankijkt. De daad van het echtpaar Van der Heijden is zó radicaal en onomkeerbaar; om op deze manier de discussie over de nieuwe stervenswet te beïnvloeden, gaat mij veel te ver.”
Het echtpaar hekelt de slechte kwaliteit van de ouderenzorg. Heeft het daarmee een punt?
„In sommige gevallen wel. Maar ik zou zeggen: Doe daar dan wat aan! Onder andere de ouderenbonden wijzen daar elke keer op. De nieuwe stervenswet is niet nodig en gaat een paar stappen te ver. Zelfs Paul Schnabel, voorzitter van de adviescommissie die deze wet begeleidt, heeft dat maandag nog in deze krant gezegd. Euthanasie is een veel te teer onderwerp om daar op de manier van de nieuwe stervenswet mee om te gaan. Mensen die zelf hun leven beëindigen, plaatsen zich voor de rechterstoel van Christus. Laten we dat nooit vergeten. Ik wil en mag niet oordelen, maar de weg van euthanasie leidt niet tot de zaligheid. Dat is het aangrijpende.”
In de rouwadvertentie schrijft het echtpaar ook dat gelovige minderheden in de samenleving ruimere mogelijkheden voor euthanasie bij levensmoede ouderen proberen tegen te houden. Wat is uw reactie hierop?
„Christenen hebben het volste recht om in onze parlementaire democratie op te komen voor hun principes. Ons leven ligt in Gods hand, zowel het begin als het einde ervan. Dat mogen wij nooit in eigen hand nemen. Twintig, dertig jaar geleden was iedereen in ons land beducht voor welke euthanasiewet dan ook. Nu wordt euthanasie als een recht voorgesteld. Maar dat is het niet, ook onder de huidige wetgeving niet. Ik hoop dat christenen voor hun principes blijven uitkomen. Nederland is, beschamend genoeg, een voortrekker bij medisch-ethische zaken als abortus, euthanasie en homohuwelijk.”
Hoe moeten we deze ontwikkeling vanuit Bijbels perspectief beoordelen? Het kan binnenkort om onze buurman of buurvrouw gaan.
„Dat moet je inderdaad niet uitsluiten. Hoe daarmee om te gaan? Ik zou zeggen: Houd oren en ogen goed open om te peilen wat de werkelijke zorgbehoefte van iemand is. En wijs deze mensen op een andere, een betere weg dan die van levensbeëindiging.”
Durven we nog te zeggen dat de mens voor de eeuwigheid is geschapen en dat er twee bestemmingen zijn na dit leven?
„Die schroom herken ik. We zijn vaak meer bezet met mensenvrees dan met Godsvreze. Maar het is onze Bijbelse roeping om het behoud van onze medemens op het oog te hebben.”