In een brief die minister Dijsselbloem (Financiën) maandag naar de Senaat stuurde, schrijft de bewindsman „invulling te hebben gegeven” aan de in 2015 in de Eerste Kamer aangenomen SGP-motie die het kabinet opriep om „de verschillen in besteedbaar inkomen tussen eenverdieners en tweeverdieners te verkleinen.”

Hoewel eenverdieners nu tot zes keer zwaarder worden belast dan tweeverdieners met exact hetzelfde gezinsinkomen, hangt Dijsselbloem zijn verhaal op aan de kabinetsmaatregel om de eigen bijdrage in de WMO te verlagen. Met die maatregel, die niet op eenverdieners is gericht, worden volgens hem gezinnen „waarin een van de partners ziek is en niet kan werken” financieel geholpen.

Dijsselbloem schrijft verder dat er in Nederland 370.000 eenverdienershuishoudens zijn; 5 procent van alle (7,5 miljoen) huishoudens. Hij erkent dat de belastingdruk van eenverdieners „sinds 2011 toenam, terwijl deze voor tweeverdieners en alleenstaanden juist daalde.” Dit is volgens hem „staand beleid met als doel het bevorderen van de emancipatie.” De Senaat wacht overigens nog op een onderzoek naar de marginale belastingdruk voor onder meer eenverdieners. De uitkomsten hiervan zouden er al voor 15 maart liggen, maar daar is het kabinet niet in geslaagd.

Eerder liep ook de rechtszaak tegen de staat die was aangespannen door een gedupeerd kostwinnersechtpaar uit Landgraaf vertraging op. Zou het gerechtshof Den Bosch zich aanvankelijk op 3 maart in hoger beroep uitspreken, inmiddels is uitstel aangevraagd tot uiterlijk 13 april.