De fiscale aftrek van giften aan goede doelen ligt onder vuur. Niet zozeer vanuit de politiek, vooral ambtenaren lijken de bewerkelijke ANBI-regeling beu. Voor partijen die er tijdens de formatie een streep door halen, ligt een half miljard te wachten. „Donateurs zullen dan zéker minder gaan geven.”
Een moeilijk te handhaven aftrekpost. Arbeidsintensief. Zeer tijdrovend. Gecompliceerd ook en onduidelijk. Vaak verkeerd ingevuld bovendien of ronduit opzettelijk misbruikt.
Nee, wie de kwalificaties op een rijtje zet die belastingambtenaren geven aan de giftenaftrek, kan weinig anders dan de conclusie trekken dat het een onding is waar volop mee wordt gefraudeerd en waar we dus zo snel mogelijk van af moeten.
De opmerkingen van de ambtenaren staan in een rapport over de giftenaftrek dat staatssecretaris Wiebes van Financiën onlangs samen met nog twee andere evaluaties naar de Kamer stuurde. Hoewel volgens de VVD-bewindsman de vraag welke conclusies daar aan verbonden moeten worden voer is voor een „volgend kabinet”, lijkt de toon gezet. Ambtelijk Den Haag lijkt af te willen van de regeling, zo vreest men althans in de goededoelensector.
Die vrees is er niet voor het eerst. De giftenaftrek prijkt al jarenlang met een zekere regelmaat als een te schrappen fiscale faciliteit op de diverse Haagse bezuinigingslijstjes. In 2010 stelde de belastingcommissie-Van Dijkhuizen voor om de giftenaftrek ronduit te schrappen. Volgens de commissie kon niet worden aangetoond dat de regeling, die sinds 1952 bestaat, überhaupt bijdraagt aan het doel waarvoor zij bedacht is: het bevorderen van giften.
Bij goede doelen groeit dan ook de angst dat de door hen zo teerbeminde aftrekpost bij de naderende kabinetsformatie op het hakblok komt te liggen.
Paul Smeets, onderzoeker en universitair docent finance aan Maastricht University, hoopt dat dit niet gebeurt. Volgens hem zal het verdwijnen van de giftenaftrek zonder twijfel zorgen voor een forse daling van de donaties aan goede doelen. Eind vorig jaar deed Smeets onderzoek naar het geefgedrag van vermogende filantropen. „Daaruit bleek dat bijna de helft van hen aangeeft zonder giftenaftrek minder te geven.”
Dat zonder giftennaftrek de giften dalen zullen, is óók de conclusie van adviesbureau Dialogic. Het onderzoek dat dit bureau in opdracht van het kabinet verrichtte naar de giftenregeling, zit ook in het evaluatiepakket dat Wiebes onlangs naar de Kamer stuurde.
Volgens Dialogic doneert 40 procent van de belastingplichtigen méér door de regeling. Het bureau noemt afschaffing van de giftenaftrek dan ook „niet doeltreffend aangezien dan de giften zullen dalen.”
Tegelijk moet het belang van de aftrekpost volgens Dialogic niet worden overdreven. Het bureau schat dat particulieren 17,5 procent extra doneren vanwege de giftenaftrek. Omdat daar een belastingkorting tegenover staat, zou de regeling de overheid daarmee „twee tot drie keer” meer kosten dan ze aan hogere giften oplevert. „De giftenaftrek is budgettair niet doelmatig”, heet dat in ambtelijk jargon.
Smeets zeggen dat soort berekeningen niet zo veel. „Natuurlijk kun je als onderzoeker aan mensen vragen hoeveel zij denken minder te gaan geven, maar ik geloof niet dat je daar veel nuttige informatie uit haalt.”
Belangrijker is volgens hem dat een substantiële groep aangeeft zonder aftrek minder te gaan geven. „En dat blijkt niet alleen uit mijn onderzoek, maar ook uit onderzoek van de Vrije Universiteit en van Filantropie in Nederland. Dat zijn dus drie onderzoeken die onafhankelijk van elkaar aangeven dat in elk geval de grotere donateurs minder zullen geven.”
Bovendien is volgens hem in de Verenigde Staten al lang en breed aangetoond dat het stimuleren van giften tot fors meer donaties leidt. „Als je dat dan nog steeds niet serieus wilt nemen, veeg je een imponerende stapel wetenschappelijke literatuur van tafel.”
Fundamenteler nog vindt Smeets de vraag wat voor boodschap de overheid eigenlijk afgeeft als zij besluiten zou om de giftenaftrek de nek om te draaien. „De staat geeft al minder uit aan ontwikkelingshulp, aan kunst en cultuur en aan wetenschappelijk onderzoek. Tegelijk stelt diezelfde overheid een participatiesamenleving na te streven, waarin burgers worden gestimuleerd om zélf een actieve rol te spelen in de samenleving. Als je dán de giftenaftrek afschaft, is dat verkeerd. Je wilt als overheid juist een cultuur creëren waarbij je het signaal afgeeft: „Wij vinden het mooi dat mensen aan goede doelen geven, dus wij stimuleren dat.””
SGP-Kamerlid Dijkgraaf is dat met Smeets eens. „Het is te gemakkelijk om de giftenaftrek alleen maar als een kostenpost te zien, terwijl die juist de maatschappelijke betrokkenheid enorm stimuleert. Dat is heel wat waard. Juist in een tijd van een zich terugtrekkende overheid is het van cruciaal belang dat de maatschappij die verantwoordelijkheid overneemt. De giftenaftrek ondersteunt die beweging en beloont als het ware de gewenste betrokkenheid.”
Formatietafels
Ook Wilbert van Vliet, fiscalist bij HVK Stevens, las de evaluaties met gemengde gevoelens. Hij noemt het onderzoek „vrij beperkt” uitgevoerd. „Zo is de mogelijkheid om vaste donateur te worden, via een periodieke gift, fiscaal interessant maar is er naar het effect daarvan nauwelijks gekeken.” Het gevaar is volgens hem dat deze rapporten straks wel op de formatietafels liggen, waar partijen druk naar geld zoeken om hun stokpaardjes mee te bekostigen. „Afhankelijk van welke partijen daar dan bij betrokken zijn, worden er bepaalde delen wel en niet uit de evaluatie gehaald.” In zijn optiek is het glas echter net zo goed halfvol te noemen, als halfleeg. „Een relatief grote groep blijkt de giftenaftrek niet te benutten; dat is jammer. Tegelijk blijkt de regeling voor een andere groep juist wel veel effect te hebben. En dat is winst.”
De vrij negatieve toon van ambtenaren van het ministerie was Van Vliet ook opgevallen. „Je zou haast gaan denken dat het ministerie van de regeling af wil.” Helemaal fair vindt hij de ambtelijke kritiek niet. „Zo wordt gesteld dat nu bij veel aangiftes onduidelijk is voor welk goed doel een gift is bedoeld. Mensen vullen soms een andere naam in dan de officiële naam van een instelling. Dat krijgt nu nadrukkelijk een geurtje van fraude opgespoten, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Bovendien kan dit eenvoudig worden opgelost, door bij de belastingaangifte voortaan altijd naar de speciale registratienummers te vragen die alle ANBI’s sinds 2014 moeten publiceren. Het is merkwaardig dat dit geen enkele aandacht krijgt.”
Volgens de fiscalist is het, in plaats van de giftenaftrek te laten verdwijnen, verstandiger om de regeling juist te verbeteren. Bijvoorbeeld door de huidige drempels weg te nemen, of door de aftrekpost meer te promoten. „Met name daarmee is er winst te behalen. Want ondanks dat verreweg de meeste burgers aan goede doelen geven, wordt de giftenaftrek slechts door een kleine minderheid benut.”
Ook een andere opzet, bijvoorbeeld door niet langer de gever belastingaftrek te geven maar de subsidie juist uit te keren aan de ontvangende goede doelen, noemt hij het overdenken waard. „Dat maakt de regeling makkelijker te controleren. Tegelijk heeft het als nadeel dat je dan als overheid wel een beetje over de hoofden van de mensen heen gaat werken. De regeling zou dan een speelbal van politieke wensen kunnen worden, veel meer dan nu.”
Ook Smeets staat open voor goede ideeën. „Het hoeft niet per se op déze manier. In de VS hebben ze goede ervaringen met matching, waarbij de overheid particuliere giften aanvult of verdubbelt. In Nederland wordt al genereus gedoneerd, maar we zitten nog lang niet op het niveau van de Amerikanen. Er valt hier dus nog wel wat geefcultuur te creëren. Maar waar ik bang voor ben, is dat we straks op basis van slecht onderbouwd onderzoek iets afschaffen, zónder dat er iets voor in de plaats komt.”
Giftenaftrek
De giftenaftrek stimuleert Nederlanders om (meer) te geven aan goede doelen. Burgers mogen hun giften als aftrekpost opvoeren voor de inkomstenbelasting. Dit is wel aan voorwaarden verbonden. Zo moet het goede doel één van de 43.000 algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) zijn en geldt de aftrekmogelijkheid alleen boven een bepaalde drempel en tot een maximum. Voor giften die zijn vastgelegd (periodieke giften) loopt het belastingvoordeel op tot 52 procent. Hoewel circa 80 procent van de burgers aan goede doelen geeft, gebruikt slechts 9 procent de giftenaftrek. Onder bedrijven, die hun giften kunnen aftrekken van de vennootschapsbelasting, is het aantal gebruikers zelfs nog lager: van alle bedrijven geeft 70 procent, maar slechts 0,5 procent trekt die giften af.
In totaal doneren burgers per jaar zo’n 2 miljard euro rechtstreeks aan goede doelen. Daar komt nog eens 700 miljoen euro bij via loterijen en nalatenschappen. Jaarlijks claimen zo’n 600.000 belastingplichtigen giftenaftrek voor een totaalbedrag van circa 825 miljoen euro. Op die manier kost de regeling de overheid jaarlijks zo’n 350 miljoen.
Gevaar vanuit de ‘eenmanshoek’
Is de vrees dat de giftenaftrek straks bij de kabinetsformatie op de snijtafel komt liggen terecht? Die vraag valt niet eenvoudig te beantwoorden. Daarvoor is het beeld van wat partijen van de fiscale aftrekbaarheid van de Hollandse vrijgevigheid vinden te diffuus. De dreiging zou kunnen komen van PVV en VVD; partijen die zich eerder al in weinig vleiende taal uitlieten over de regeling die het geefgedrag van burgers een impuls moet geven.
Zo vroeg de PVV het kabinet al eens te becijferen hoeveel de belastingtarieven omlaag zouden kunnen als de giftenaftrek wordt afgeschaft. Want, redeneert die partij, door de giftenaftrek betalen „Henk en Ingrid” mee aan de goedgeefsheid van hun buurman. De gemiste belastinginkomsten moeten immers met hogere tarieven elders worden opgebracht. In het verkiezingsprogramma van de PVV staat ”afschaffing van de giftenaftrek” echter niet vermeld. Maar ja, op één A4’tje past ook niet zo veel...
De VVD dan. Op het eerste gezicht biedt het verkiezingsprogramma van de liberalen goede doelen wel enige hoop. „De Geefwet met gunstige belastingregels voor culturele instellingen moet worden voortgezet”, staat vermeld. Tegelijk prangt de vraag of die zin, mede in het licht van eerdere uitspraken, niet óók betekenen kan dat voor alle andere instellingen en goede doelen de Geefwet wél verdwijnen moet. Ondanks herhaalde verzoeken, weigert VVD-Kamerlid De Vries hom of kuit te geven.
De meest uitgesproken tegenstanders van de giftennaftrek zitten momenteel in de Tweede Kamer in de hoek van de eenmansfracties: Klein en Van Vliet. Klein, die hoopt na 15 maart met zijn Vrijzinnige Partij opnieuw in de Kamern te komen, noemt de aftrek een „onzinnige belastingmaatregel” en ook niet meer „van deze tijd.” In 2013 kwam het voormalige 50PLUS-Kamerlid al eens met een motie om de giftennaftrek af te schaffen.
Ook Kamerlid Van Vliet is vurig tegenstander. Volgens de voormalig fiscalist moeten giften „zuiver uit vrijgevigheid” worden gedaan en niet op grond van een fiscale stimulans. „Je geeft uit vrijgevigheid óf omdat je de barmhartige Samaritaan wilt zijn. Dat hoeft niet gedreven te worden door fiscale voordelen.”
In zijn tegenbegroting liet Van Vliet het CPB de afschaffing van de giftenaftrek enkele maanden terug al doorrekenen. Zijn amendement om de aftrek dus maar af te schaffen, kreeg echter nauwelijks steun.