„Een complete verrassing was het”, zegt Ricardo Jongman. „Ik was wel wat zenuwachtig.” Slechts een paar minuten van tevoren hoorden hij en andere deelnemers van het maatjesproject ”Trots & Toekomst” in Barneveld donderdag dat ze koningin Máxima over hun ervaringen mochten vertellen.
Als beschermvrouwe van het Oranjefonds bracht Máxima een informeel werkbezoek aan welzijnsorganisatie Welzijn Barneveld. Met een ”Gelderse Verleiding”, het speciale streekproduct van een Barneveldse bakker, werd ze ontvangen. „Overal krijgt de koningin al een gebakje met een kroontje erop, zo werd ons verteld. Dit is eens wat anders”, aldus een medewerkster van Welzijn Barneveld.
Het Oranjefonds, dat deze maand extra aandacht voor maatjesprojecten vraagt, ondersteunt ook ”Trots & Toekomst”. Maatjes helpen medemensen uit hun sociale isolement met een luisterend oor en een steuntje in de rug. Het Barneveldse project is opgezet voor jongeren vanaf 13 jaar. Zelfredzaam zijn is volgens Welzijn Barneveld niet voor iedereen vanzelfsprekend. Sommige jongeren vinden het lastig om zich te ontwikkelen en doelen te bereiken. Het project, dat sinds 2013 bestaat, koppelt hen aan een mentor die coacht en helpt belemmeringen weg te nemen. In totaal kregen 85 jongeren ondersteuning. Er lopen op dit moment zo’n tien contacten.
„Dit is een vorm van omzien naar elkaar, dat leeft hier. Er is behoefte aan dergelijke contacten tussen burgers onderling”, benadrukt burgemeester Van Dijk tijdens een informatieve ontmoeting voordat Máxima met de deelnemers in gesprek gaat. Projectcoördinator Arjen Goudappel merkt op veel waardering te hebben voor de maatjes. „Die doen dit belangeloos, naast hun eigen werk of opleiding.”
Van een trotse Ricardo (20) krijgt Máxima te horen dat hij nu een baan in de gevelrenovatie heeft. Met de metselopleiding die hij volgde, wilde het niet erg vlotten. Totdat hij Gijs Lammerts van Bueren als maatje kreeg. Die leerde hem onder meer hoe hij een agenda moest bijhouden om afspraken niet te vergeten. Het klikte. „Hij sprak mijn taal. Dankzij Gijs heb ik mijn toets en mijn opleiding gehaald.” Lammerts van Bueren zegt eveneens van het contact geleerd te hebben. „Ik wist niets van metselen en bouwen, nu wel.”
Met zichtbare waardering luistert Máxima naar het relaas van Ali Fares (19). De Syrische Koerd, die sinds twee jaar in Nederland woont, stapte zelf via zijn kappersschool in Amersfoort naar Welzijn Barneveld omdat hij de Nederlandse taal beter wilde spreken en schrijven. Sinds vijf maanden heeft hij een maatje: Trudy de Zeeuw (21), die hij wekelijks ontmoet. Zijn Nederlands gaat met sprongen vooruit. „Ik help hem ook met Digi-D en studiefinanciering”, vertelt Trudy. „Ondertussen komen we ook veel over elkaars cultuur te weten. Zo heeft Ali inmiddels bloemkool gegeten, een typisch Nederlandse groente.” Trudy is maatje omdat ze „ook graag anderen helpt”. „Ik wil niet alleen dingen voor mezelf doen.”
Lotte van Wijk spreekt eens in de twee weken haar maatje Talitha Jansen. Leven met autistische broertjes en werkende ouders valt haar niet altijd mee. „Vriendinnen begrijpen mijn situatie vaak niet echt. Bij Talitha kan ik m’n hart luchten”, deelt ze de belangstellend toehorende hoge gast mee.
Na ruim een half uur openhartigheid zwaaien de deelnemers van het project koningin Máxima uit. „Het was best spannend”, bekent Ricardo. „Maar ik kwam gelukkig goed uit m’n woorden. Dit maak je niet alle dagen mee.” De jonge metselaar loopt meteen naar de kapperszaak schuin tegenover. „Daar werkt mijn vriendin. Ga ik haar verslag uitbrengen.”