Slapen, schilderen, jagen en eindeloos wachten tijdens verkiezingsdag
Nagels bijten, ijsberen door de kamer, mopperen… Wat doet een kandidaat voor het Amerikaanse presidentschap op de dag dat de kiezer beslist?
„Naarmate de dag vordert, daalt de stemming en neemt in het gezin de spanning toe”, schrijft Kitty Kelley, de biograaf van Nancy Reagan, over de verkiezingen op 4 november 1980. „Dat is het bekende patroon”, zegt een medewerkster van het Witte Huis die al verschillende (her)verkiezingen van zittende presidenten meemaakte.
President Harry S. Truman liet het niet zover komen. Hij koos er op 2 november 1948 voor om zich af te zonderen. Aan het eind van de middag verliet hij ongemerkt zijn kantoor in Kansas City. Hij werd in een geblindeerde wagen weggebracht naar een hotelletje in Excelsior Springs, in de buurstaat Missouri. Waarschijnlijk koos hij de eenzaamheid om te verwerken dat hij het had moeten afleggen tegen de Republikein Thomas Dewey. Alles wees erop dat Truman de verhuiswagen kon bestellen.
Rond negen uur zei Truman tegen zijn medewerker Jim Rowley: „Ik ga slapen. Als er iets bijzonders is, dan hoor het ik wel.” Later vertelde hij rond middernacht wakker te zijn geworden en even naar de radio te hebben geluisterd. Daar hoorde hij de gezaghebbende politiek commentator H. V. Kaltenborn zeggen dat Truman weliswaar 1,2 miljoen stemmen voor lag, maar onbetwist had verloren. Truman besloot verder te slapen.
Pas om vier uur die nacht maakten zijn medewerkers hem wakker om te vertellen dat het ongelooflijke was gebeurd. Truman had gewonnen. De voorpagina’s van de ochtendkranten vertelden nog dat Dewey de nieuwe president was. Tegenover zijn medewerkers zei Truman lachend dat hij als uitgeslapen president aan zijn volgende ambtstermijn kon beginnen.
Op jacht
Truman was een uitzondering. De meeste presidenten en hun verslagen rivalen zeiden later dat het wachten op de uitslag „minstens zo vermoeiend was als de hele campagne.” Om de tijd te verdrijven, ging Dwight D. Eisenhower op 4 november 1952 een slaapkamertje schilderen. „Beter dan stilzitten”, zei hij tegen een vriend. George H. Bush besloot in 1988 op de dag van de verkiezingen een poos te gaan jagen op zijn ranch.
Ronald Reagan had er in de loop van de avond van 4 november 1980 behoefte aan om in een warm bad te gaan liggen en een film te bekijken. Zijn vrouw, Nancy, zocht haar eigen badkamer op. Terwijl zij aan het badderen was, volgde ze de uitslagen. Daar hoorde ze opeens commentator John Chancellor op NBC TV voorspellen dat Reagan had gewonnen. Ze sprong uit bad, sloeg een handdoek om zich heen en rende naar de badkamer van haar man. Ze bonsde op de deur. „Ron, doe open, je hebt gewonnen.” Net zoals zijn vrouw wikkelde de aankomend president zich in aan badhanddoek en samen stonden ze daar, druipend van het water, naar de einduitslag te luisteren.
Het is een goed gebruik dat de verslagen kandidaat de winnaar belt om hem te feliciteren en te beloven dat de strijdbijl wordt begraven. Richard Nixon deed dat ook in 1960, toen John F. Kennedy hem versloeg. Maar uit de gebruikelijke toespraak, nadien, bleek dat Nixon het zeker niet van harte deed. Hij begon zijn rede met de zin: „Als de huidige trend doorzet, wordt senator Kennedy de volgende president van de Verenigde Staten.” Een erkenning met een voorbehoud dus.
Zenuwslopend
Helemaal uniek was de gang van zaken in november 2000. George W. Bush en zijn vrouw Laura gingen aan het eind van de middag eten in Shoreline Grill, in hun woonplaats Austin (Texas). Rond halfacht werd bekend dat de Democraat Al Gore de ”swing states” Florida, Michigan en Pennsylvania had binnengehaald. De nederlaag van Bush leek onontkoombaar. Zonder het hoofdgerecht aan te roeren, verlieten George en Laura Bush het restaurant. Bush was teleurgesteld en zocht in zijn aktetas de verliezersrede op.
Op weg naar huis belde echter zijn medewerker Karl Rove, om te vertellen dat het pleit nog niet was beslecht. Een groot deel van de stemmen in Florida moest nog worden geteld. „De avond duurde lang, het wachten was zenuwslopend”, vertelde Laura Bush later. ’s Nachts om kwart over twee belde Al Gore om Bush te feliciteren met zijn overwinning.
Maar een goed uur later kwam er een tweede telefoontje van Gore, waarin hij Bush vertelde zijn erkenning van de nederlaag in te trekken. Bush was verbouwereerd en klonk kortaf. „Betekent dit dat u uw erkende nederlaag weer intrekt?” vroeg hij. Al Gore zei daarop: „Je hoeft niet zo kribbig te doen.” Daarop zei Bush: „Je doet maar”, en legde hij de telefoon neer. Toen na veel juridisch getrouwtrek het hooggerechtshof uiteindelijk bepaalde dat Bush echt de nieuwe president was, belde Al Gore zijn rivaal opnieuw op om hem te feliciteren.
First lady
Blijft natuurlijk dat het voor elke kandidaat bitter is als hij verliest. Waarbij er wel verschil is. De een kan dit beter incasseren dan de ander. Gerald Ford, die in augustus 1974 president Nixon tussentijds opvolgde omdat die vanwege het Watergateschandaal moest aftreden, had het in november 1976 zeer te kwaad toen hij moest erkennen verloren te hebben van Jimmy Carter.
Ford had de puinhoop die Nixon had achtergelaten grotendeels opgeruimd. Daar was iedereen het wel over eens. Maar hij werd bij de verkiezingen niet beloond voor zijn kordate optreden. De kiezer rekende Ford af op de wandaden van zijn voorganger. Dat was bitter. Toen hij zijn achterban moest meedelen dat hij had verloren, had hij haast geen stem. Na enkele woorden gesproken te hebben, gaf hij de microfoon aan zijn vrouw Betty. Zij is tot nu toe de enige first lady die namens haar man zo’n toespraak heeft gehouden.
Zeker is dat ook Hillary Clinton en Donald Trump dinsdag in spanning zitten. De meest spannende vraag is echter wel of Donald Trump het op kan brengen om Hillary Clinton te bellen als hij een nederlaag heeft geleden. Verliezen staat namelijk niet in Trumps woordenboek.