Buitenland

Elke aanslag brengt eindtijd voor IS dichterbij

Verrassing voor velen: Islamitische Staat wil blijkbaar gewoon wat de terreurorganisatie al heel lang zegt te willen. Dat is geen politieke macht, geen geld, maar simpelweg een wereldomvattend kalifaat in de eindtijd. Aanslagen moeten dat doel een beetje dichterbij brengen.

Jacob Hoekman

21 November 2015 12:59Gewijzigd op 15 November 2020 23:31
Strijder van Islamitische Staat. beeld AFP
Strijder van Islamitische Staat. beeld AFP

Dabiq. Het plaatsje in het noorden van Syrië zegt het allemaal. Het is geen belangrijke stad, maar Isla­mitische Staat (IS) heeft er wél zijn theologische magazine naar genoemd. Want in Dabiq, zo staat in elk nummer te lezen, zal het vuur van de jihad „de legers van de kruisvaarders” verbranden.

Hoe serieus is dat? Heel serieus, als het aan de legers van Islamitische Staat ligt. Ze hopen op een grote oorlog, ”al malhama kubra”, die bij Dabiq gevoerd moet worden tegen de westerse, „christelijke” legers van het kruis. Dan zal het islamitische einde komen en het kalifaat wereldomvattend zijn.

Een interview met de zelfbenoemde kalief van Islamitische Staat, Abu Bakr al-Bagh­dadi, is lastig te realiseren. Maar als iemand hem zou vragen wat hij nu écht wil, is de kans groot dat hij refereert aan Dabiq en iets zegt als: de wereld voor Allah.

Toch zijn er heel wat deskundigen die onmiddellijk vraagtekens bij dat antwoord zouden zetten. De vaak geciteerde Amerikaanse terrorisme-expert Jessica Stern is een van hen. „Natuurlijk zou ik dat niet geloven”, zei ze eerder dit jaar in deze krant. „Als mensen zo gewelddadig zijn, kan ik niet geloven dat ze religieuze gronden hebben.”

Naderend einde

Ook andere deskundigen weigeren stelselmatig om de theologische onderbouwing die Islamitische Staat bij zo ongeveer elke terreurdaad geeft, als maatgevend te beschouwen. In een overwegend seculiere westerse wereld is dat blijkbaar moeilijk.

Maar dat beeld is aan het kantelen. In maart verscheen een uitgebreid artikel in The Atlantic, een gezaghebbend Amerikaans tijdschrift. Het artikel, ”What ISIS really wants”, is geschreven door de Canadese journalist en politiek wetenschapper Graeme Wood.

Hij komt tot een even eenvoudige als –voor veel wetenschappers– opmerkelijke conclusie: er is geen sprake van dat IS de islam heeft gekaapt voor macht. De doelen van IS zijn puur religieus, stelt hij. IS is, kortom, precies wat het zegt te zijn: een islamitisch kalifaat dat een hoofdrol wil spelen in het naderend einde van de wereld. IS is één grote poging om het rijk van Allah op aarde te vestigen.

Religieuze argumenten

Het was de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok. Wood kreeg veel kritiek, onder meer dat hij de islam te eenzijdig met IS zou identificeren. Toch is het intussen meer en meer geaccepteerd om de motieven die IS-terroristen zélf geven, voor waar aan te nemen. Steeds vaker breekt het inzicht baan dat niet allerlei sociale, maatschappelijke of economische motieven kunnen verklaren waarom deze mensen doen wat ze doen, maar juist de religieuze argumenten.

„De neiging van veel analisten is om alles te verklaren vanuit de politiek”, zegt islamo­loog Joas Wagemakers van de Universiteit Utrecht, die zich verdiepte in onder meer de radicale islam. „Na 11 september 2001 werd gezegd: Dat komt door de westerse steun aan Israël, door dit en door dat. Nu is het niet meer verkeerd om te zeggen dat de ideologie, de apocalyptische beelden die IS heeft, óók een grote rol spelen.”

Dat is hoog tijd, omdat het juiste begrip van IS van groot belang is voor een juiste aanpak. Bijna een jaar geleden kwam The New York Times met een primeur waarin vertrouwelijke uitspraken stonden van een hoge Amerikaanse officier, generaal-majoor Nagata. Die gaf in die stukken aan dat de aantrekkingskracht van IS een groot raadsel voor hem is. „We begrijpen het idee niet eens”, zei hij.

Toch is Islamitische Staat zelf allesbehalve geheimzinnig over zijn drijfveren. Ook voor de aanslagen van vorige week in Parijs geldt dat IS daar duidelijke taal over spreekt in de verklaring die de beweging heeft uitgegeven. Parijs is „de hoofdstad van prostitutie en zedeloosheid, de leidende drager van het kruis in Europa.”

Daar is het kruis opnieuw, ditmaal nauw verbonden aan losbandigheid en morele teloorgang. Het is een beeld dat ook buiten de IS-gelederen breed wordt ondersteund: het Westen is christelijk en dús moreel losgeslagen. Bovendien heeft dat christelijke Westen altijd de pijlen gericht op de islam. Redenen genoeg, kortom, om het Westen als dé grote vijand gedurende de eindstrijd te identificeren.

Kruisvaarderslegers

Het plaatsje Dabiq is dit jaar na zware gevechten in handen gekomen van IS. Dat deel van de overleveringen uit de tijd van Mohammed is gerealiseerd. Nu is het wachten op het volgende deel: de komst van de westerse „kruisvaarderslegers.”

„Aanslagen als in Parijs kunnen zeker helpen om een oorlog uit te lokken”, denkt Joas Wagemakers. De eerste aanzetten zijn al gegeven: als reactie op de aanslagen in Parijs bombardeerden Franse gevechts­vliegtuigen afgelopen week IS-broeinest Raqqa in Syrië.

De bedoeling daarvan is natuurlijk om IS te verzwakken, maar zo’n tegenaanval zal de radicale IS-soldaten eerder sterken in hun overtuiging dat hun overwinning nabij is, weet Wagemakers. „De overleveringen over Dabiq en het einde der tijden zijn er nu eenmaal, en zeker een deel gelooft daar heilig in.”

Hij wijst op het voorbeeld van een IS-strijder die in een moeilijke situatie was beland, omringd door vijanden. „Hij belde naar zijn maten: kun je me komen helpen? Maar het antwoord dat hij kreeg was: Waarom? Als ze je straks doden, word je toch martelaar?” Uiteindelijk hielpen ze hem niet, zegt Wagemakers. „Het maakt duidelijk dat hun denkbeelden die ze verspreiden ook écht deel van hun overtuiging zijn – nogmaals: in elk geval bij een deel.”

Hardliners

De theologische hardliners van IS geloven rotsvast dat een militaire confrontatie met westerse legers bij Dabiq door de soldaten van Allah gewonnen zal worden. Opmerkelijk is dat er geen westerse militair analist te vinden is die deze mening deelt. Mocht het Westen werkelijk besluiten om de enkele tienduizenden strijders van IS op de grond aan te vallen, dan kunnen ze dat doen met zó’n geweldig militair vertoon dat IS compleet wordt weggevaagd. Voor dat scenario pleit de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb steeds openlijker.

Toch plaatst islamoloog Wagemakers daar kanttekeningen bij. „IS kan zo’n strijd inderdaad nooit winnen, maar misschien lukt het IS wel om de westerse legers figuurlijk in een moeras te lokken, zoals in Irak. Daar waren de Amerikaanse troepen voortdurend het doelwit van aanslagen, waardoor ze de wil om te winnen verloren. Zo’n scenario kan door IS natuurlijk heel gemakkelijk uitgelegd worden als winst.”

De apocalyps, het islamitische einde met het wereldomvattende kalifaat, is met zo’n ‘winst’ natuurlijk niet gerealiseerd, maar dat buigen de IS-ideologen wel in hun voordeel om, denkt Wagemakers. „Dat zie je ook bij sekten die de eindtijd prediken. Als het einde toch niet komt op de gestelde dag, dan hebben ze zich gewoon vergist. Dat betekent vaak niet het einde van de sekte.”

Vaker bloeden extremistische groeperingen langzaam dood. Dat zou ook bij IS het alternatief kunnen zijn: geen bloedige grondoorlog beginnen, maar indammen door luchtaanvallen en steun aan andere legers uit de regio. Graeme Wood, de wetenschapper die eerder een steen in de vijver gooide door de religieuze drijfveren van IS te er­kennen, noemt dat „de beste van alle slechte opties.”

Maar of IS nu bestreden wordt door een grondoorlog of dat de terreurgroep langzaam doodbloedt: in beide gevallen betekent het dat de wereld er nog jaren last van blijft houden.


IS en al-Qaida: zoek de verschillen

Tot anderhalf jaar geleden was de meest gevreesde terreurorganisatie op aarde met stip al-Qaida. Dat is radicaal veranderd. Al-Qaida lijkt bijna zachtaardig in ver­gelijking met Islamitische Staat. Wat zijn de belangrijkste verschillen?

  • De oprichter van al-Qaida, Osama bin Laden, zag terreur als een middel om op de zeer lange termijn het kalifaat te verwezenlijken. Dat geldt voor IS niet: de leiders van IS zijn van de korte, heftige klap. Dus riep de leider, Abu Bakr al-Baghdadi, in de zomer van 2014 simpelweg het kalifaat uit in delen van Syrië en Irak. Sindsdien wordt het hier en daar ingeperkt, en breidt het elders zijn grenzen uit.

  • Al-Qaida wilde zich vooral op westerse doelen richten. Het bekendste voorbeeld daarvan is de „moeder aller aanslagen”: de aanvallen met vliegtuigen in de VS op 11 september 2001. IS daarentegen maakt vooral slachtoffers onder moslims. Ook nu het werkterrein meer naar Europa lijkt te worden verlegd, verandert dat vooralsnog niets aan het feit dat de overgrote meerderheid van de slachtoffers van IS zelf moslim is.

  • Osama bin Laden wilde zijn organisatie flexibel laten zijn. Het ideaal was dat er overal in de wereld autonome cellen ontstonden die in naam van al-Qaida konden toeslaan. IS is minder flexibel en presenteert zich juist als een staat met een regeringscentrum, in het Syrische Raqqa. Zonder dat grondgebied zal het voor IS onmogelijk worden om de claim van een kalifaat vol te houden.

  • Al-Qaida, met voormannen als Osama bin Laden en de huidige leider Ayman al-Zawahiri, is in feite een elitaire organisatie waar het eindtijddenken weliswaar serieus werd genomen, maar als iets voor veel later. ”Kalief” Abu Bakr al-Baghdadi daarentegen is een man van het volk, die weinig moet hebben van grote bespiegelingen voor ooit. Hij wil nú de apocalyptische overleveringen van Mohammed werkelijkheid laten worden.


Eindtijdvisie ontleend aan de Bijbel

Wie iets weet van wat de Bijbel zegt over het einde der tijden, ziet vrijwel onmiddellijk dat allerlei elementen hiervan terugkeren in de islamitische eschatologie.

  • Een van de belangrijkste overeenkomsten is de terugkeer van Jezus. Zijn wederkomst betekent voor christenen het definitieve aanbreken van Gods Koninkrijk. Min of meer geldt dat ook in de islamitische eschatologie. Met dit grote verschil dat Jezus (”Isa”) juist het kruis zal breken en de sharia zal invoeren.

  • Behalve de terugkeer van ”Isa” is er in de islamitische eschatologie een tweede belangrijke eindtijdfiguur: de Mahdi. Maar zelfs die op het eerste gezicht typisch islamitische profetie lijkt regelrecht aan de Bijbel te zijn ontleend. Westerse wetenschappers die met een kritische blik naar de Koran en de hadith (overlevering) kijken, stellen dat het woord ”Mahdi” via het Aramees is afgeleid van messias.

Dat is voor moslims verwarrend, omdat ook Jezus in de islam wordt aangeduid als messias. Om die reden is er onder moslims geen overeenstemming over de identiteit van de Mahdi: sommigen geloven dat dit dezelfde zal zijn als Jezus (Isa).

  • Er zijn tal van andere parallellen te trekken, bijvoorbeeld tussen het Bijbelboek Daniël en islamitische gedachten over de eindtijd. Een voorbeeld daarvan is de aanwezigheid van een rijk met „hoornen.” Volgens Mohammed had het christelijke, Romeinse Rijk vele hoornen. „Elke keer wanneer er een hoorn is gebroken, groeit er een andere”, zo staat in een hadith te lezen.

  • Een belangrijke overeenkomst is ook het idee van een grote eindstrijd. Aan het Bijbelboek Openbaring is het christelijk idee van armageddon ontleend, een apocalyptisch gevecht dat zich zal afspelen op de vlakte van Megiddo in het noorden van Israël. De eschatologie van IS, gebaseerd op overleveringen van Mohammed, verplaatst die strijd naar Dabiq. Maar de islamitische groep die overblijft, bevindt zich uiteindelijk „in Jeruzalem en de omringende gebieden van Jeruzalem”, zo luidt een hadith.


Lees ook

Het islamitische Armageddon is op komst

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer