Weinig Nederlanders bekend met oorlogsrecht
Nederlanders hebben nauwelijks kennis van het humanitair oorlogsrecht. Volgens een onderzoek in opdracht van het Nederlandse Rode Kruis onder duizend respondenten is maar 3 procent van de Nederlandse bevolking goed bekend met de verdragen van Genève, tegenover 7 procent wereldwijd.
Tegelijkertijd vindt de helft van de Nederlanders wel dat er vaker internationaal opgetreden moet worden opgetreden wanneer de regels van het oorlogsrecht worden geschonden, zo concludeerde onderzoeksbureau Motivaction.
Het Rode Kruis in Den Haag vindt het belangrijk dat Nederlanders op de hoogte zijn van oorlogsrecht omdat Nederland ook betrokken is bij gewapende conflicten. Naast militairen, bevinden Nederlandse burgers, politietrainers, hulpverleners en journalisten zich in deze conflictgebieden. Het humanitair oorlogsrecht werkt het best als er respect voor het recht al in vredestijd is bevorderd.
In de vier verdragen van Genève is vastgelegd wat voor regels er gelden tijdens een gewapend conflict. Zo staat daarin beschreven hoe burgers beschermd moeten worden, dat alleen militaire doelen aangevallen mogen worden en dat zieken en gewonden beschermd moeten zijn.
Uit een onderzoek van het Internationale Rode Kruis in zestien landen blijkt dat bijna 40 procent van de ondervraagden martelen van gevangen acceptabel vindt ten tijde van oorlog, om zo belangrijke informatie te verkrijgen. Het Rode Kruis is geschokt door deze uitkomst uit een onderzoek dat werd gehouden in onder meer Afghanistan, Colombia, Nigeria, Irak, Syrië, de Verenigde Staten en Jemen. Martelen is voor de hulporganisatie onder geen enkele omstandigheid acceptabel.
Uit diezelfde rapportage keurt 82 procent van de mensen geweld tegen hulpverleners en ziekenhuizen af. De laatste maanden komt dit steeds vaker voor, zoals in Syrië, Yemen en Afghanistan. Een aanval op ziekenhuizen en hulpverleners is in strijd met het humanitair oorlogsrecht.