„Veluwe moet geen attractiepark worden”
Een luis in de pels. Zo noemde een regiohoofd van een natuurorganisatie ooit de Jac. Gazenbeekstichting, die dit jaar 25 jaar bestaat. Initiatiefnemer en voorzitter Louis Fraanje vindt het een mooie typering. „Hoe klein we ook zijn, voor het behoud van de natuur en de cultuur van de Veluwe gaan we als het nodig is de confrontatie aan.”
Schrijver, natuurvriend en folklorist Jac. Gazenbeek (1894-1975), auteur van het standaardwerk ”De Veluwe” uit 1966, is Fraanjes grote voorbeeld. „Hij opende bij velen de ogen voor het natuur- en cultuurhistorisch erfgoed van de Veluwe, vooral met zijn publicaties. In zijn voetsporen blijven we de verhalen van de Veluwe vertellen.”
Met zijn forse witte baard is Fraanje het karakteristieke gezicht van de stichting. Hij verzorgt veel presentaties en lezingen over de natuur, de gebruiken en de mensen van de Veluwe.
Fraanje doet zijn verhaal voor verenigingen, op campings, tijdens wandelingen in de natuur en de laatste jaren ook steeds vaker op scholen. „Die jonge generatie moet je bereiken, kinderen zijn de natuurbeschermers van straks.”
Gaat het Fraanje in zijn optredens vooral om de natuur en de Veluwe in het algemeen, andere vrijwilligers houden zich specifiek bezig met aspecten zoals de klederdracht, de dialecten en de sagen en legenden.
Rond de oude Veluwse volksverhalen verzorgde de stichting vooral in de beginjaren tientallen wandelingen. De historie van de hessenwegen op de Veluwe, de transportaders van weleer, kreeg eveneens aandacht.
Zelf bedruipen
De directe achterban van de stichting is niet groot: rond de 300 donateurs. Die bescheiden omvang deert Fraanje niet. „Hiertegenover staat een fors aantal unieke bezoekers van onze weblog, gemiddeld zo’n 400 per dag. We bereiken daarmee veel mensen. Vanaf het allereerste begin hebben we, typisch Veluws, onszelf kunnen bedruipen, zodat we niet van bovenaf een stempel opgedrukt zouden krijgen of iemands spreekbuis zouden worden. Onze stichting houdt vooral de vinger aan de pols. Iets signaleren en aanslingeren, en het dan verder overdragen aan deskundigen en mensen die juridisch onderlegd zijn. Een actiegroep zijn we niet, we laten wel regelmatig van ons horen.”
Kort na de oprichting van de stichting leek het erop dat de overheid het aantal boeren op de Veluwe drastisch wilde verminderen. Fraanje vormde de Werkgroep Boerenbehoud. „We zijn nog naar Den Haag geweest om onze visie toe te lichten. Gelukkig zijn die voornemens teruggedraaid. Boeren horen in het Veluwse landschap. De Veluwe is geen reservaat; er wonen, werken en leven mensen.”
Kritisch volger
De Gazenbeekstichting is ook een kritisch volger van de natuurbeheerorganisaties op de Veluwe. „Bij die grote jongens lijkt een omslag gaande, alsof ze hun taak als natuurbeschermer van minder belang gaan vinden. Natuur is blijkbaar niet meer iets waar je zuinig op moet zijn, je moet er geld mee verdienen. De zakelijke kant dienen we natuurlijk niet uit het oog te verliezen, maar het moet niet ten koste te gaan van wat de Veluwe uniek maakt.”
Die ”grote jongens” gaan soms een stap te ver. Op de Veluwe hebben we edelherten en wilde zwijnen, wat moeten we nu met Spaanse koeien? De wisent naar de Veluwe halen leek me aanvankelijk een goed plan. Een bedreigde diersoort, die hier vroeger leefde, moet je in stand willen houden. Nu begint de wisent echter een soort extra attractie te worden waar je in een treintje naartoe rijdt. Grote onzin, laat de mensen dan maar naar een dierentuin gaan.”
Spektakel
„Gekke dingen moeten we niet hebben op de Veluwe”, concludeert Fraanje. „Plannen voor windmolens in het bos? Dan klimmen we in de pen. Laatst was er het festival Burning Man op een stil plekje bij Kootwijk. Wat heeft dat spektakel nu met Veluwe en natuur te maken? De Veluwe moet geen attractiepark worden, maar rust en ruimte blijven bieden voor een opgejaagde wereld met zijn 24 uurseconomie. Hier vindt iemand uit de Randstad nog de kalmte die vroeger heel gewoon was.”