Binnenland

Door brand getroffen kippenboer Waddinxveen: Ondanks deze beproeving is er hoop

„Opstandig ben ik niet. Ik stel mezelf veel meer de vraag: Wat heeft God ons hiermee te zeggen?” Amper een dag nadat een grote brand zijn familie­bedrijf verwoestte, dringt de werkelijkheid langzaam maar zeker door tot Kees de Jong (50).

André Bijl
7 October 2016 11:23Gewijzigd op 16 November 2020 07:16
Kees de Jong en zijn vrouw voor de puinhopen van zijn gisteren afgebrande kippenboerderij in Waddinxveen. „Hoe moeten we verder? Mijn vrouw en ik zoeken de weg die we moeten gaan. Het antwoord hebben we nog niet.” beeld Bram Gebuys
Kees de Jong en zijn vrouw voor de puinhopen van zijn gisteren afgebrande kippenboerderij in Waddinxveen. „Hoe moeten we verder? Mijn vrouw en ik zoeken de weg die we moeten gaan. Het antwoord hebben we nog niet.” beeld Bram Gebuys

„Gisteren werd ik geleefd. Vanmorgen vroeg zag ik foto’s waarop ik met mijn vrouw en zoon naar de brand sta te kijken. Toen schoot ik vol.”

De brand in het pluimveebedrijf aan de Plasweg in Waddinxveen werd donderdagmorgen even na 9 uur ontdekt. De Jong, wethouder namens de Protestantse Combinatie Waddinxveen, was aan het werk in het gemeentehuis. „Na de melding ben ik direct in de auto gesprongen.” Op weg naar huis zag hij enorme rookwolken. „Ik heb de stroom nog uitgezet, maar het was al te laat: de vlammen schoten omhoog.”

Een bedrijfsverzorger had kort ervoor bij zijn ronde gemerkt dat de kippen vreemd deden. „Ineens zag hij een zwarte rookgolf op zich afkomen. Er deden zich gelukkig geen persoonlijke ongelukken voor.” Buren hadden toen al alarm geslagen. „De brandweer kwam van alle kanten.”

Desondanks lukte het niet het bedrijf te redden. Drie schuren brandden uit, van de vierde bleven het kantoorgedeelte en de kantine deels gespaard. „Het geweld van het vuur was onvoorstelbaar, de hitte enorm. Ze hebben er alles aan gedaan om het woonhuis –tien, twaalf meter verderop– te redden. Op wat waterschade na is dat gelukt.”

Vrijdag wordt er nader onderzoek gedaan naar de oorzaak van de brand. De schade loopt in de miljoenen. Het bedrijf produceerde zo’n 400.000 eieren per week.

De 60.000 legkippen overleefden de vlammenzee niet. „Gisteren werd ik geleefd. Milieudienst, omgevingsdienst, de verzekering, iedereen wil wat van je weten. Ik rende heen en weer met plattegronden. Vannacht ging ik om drie uur naar bed. Vanmorgen om zes uur stond ik weer op. Toen ik langzamerhand tot rust kwam, drong de werkelijkheid tot me door en kwamen de gevoelens omhoog.

Mijn vader bouwde in 1964 zijn eerste schuur voor scharrelkippen. Als jongen van 16, 17 kwam ik in het bedrijf. We breidden 
van lieverlee uit en ontvingen veel zegen op ons werk. Nu is alles verwoest. Dat raakt me 
diep. Ik ben blij dat mijn vader dit niet hoeft mee te maken.”

De Jong is dankbaar voor alle steun die zijn gezin ondervindt. „Veel mensen hebben ons bemoedigd, kwamen van alles en nog wat brengen of zeiden dat ze voor ons zouden bidden. We voelen ons gedragen. Hartverwarmend.”

De nieuwe dag brengt nieuwe drukte met zich mee. Het onderzoek is bezig, de ravage moet worden opgeruimd en er is overleg met afnemers die de eieren bij De Jong aan huis haalden. „Maar bij elke grote gebeurtenis wordt een mens aan het denken gezet. Ook nu. Ik ben 50, heb geen opvolger. Hoe moeten we verder? Mijn vrouw en ik zoeken de weg die we moeten gaan. Het antwoord hebben we nog niet.”

Maar, weet De Jong vanuit zijn geloof: er is uitkomst. „Gisteren ontstond er door het bluswater een regenboog. Bijzonder om te zien: ondanks deze beproeving is er hoop voor de toekomst.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer