Buren vliegen elkaar nogal eens in de haren. Vooral in de Randstad is dat het geval. Knallende muziek, jengelende kinderen en schaduw door te grote bomen zijn veelvoorkomende redenen. Buurtbemiddelaar Herma Oosterhof: „Het geeft voldoening als er weer twee blije buren zijn.”
Een op de vier Nederlanders heeft weleens burenruzie. Volgens het Rechtsbijstandsverzekering Informatie Centrum is het vooral in de Randstad raak, zo meldde de NOS maandag. De meeste klachten (28 procent), komen uit Zuid-Holland, de minste (2 procent) uit Flevoland.
Oosterhof merkt dat er zowel in dichtbevolkte wijken als in rustige gebieden overlast is. Oosterhof, werkzaam bij Coloured Consultancy in Rotterdam, dat onder meer actief is in de Hoeksche Waard, bemiddelt zelf met enige regelmaat. Ook stuurt ze vrijwilligers aan. Meldingen over conflicten krijgt ze van woningcorporaties en gemeenten of van mensen die zelf betrokken zijn bij een burenruzie.
Onbegrip
„Vaak is er sprake van onkunde of onbegrip. Ik heb het meegemaakt dat mensen uit een andere cultuur het gevoel hadden niet welkom te zijn in de straat waar ze nog maar net woonden. Uiteindelijk bleek dat ze zich aan niemand hadden voorgesteld. De buurtbewoners waren gewend dat nieuwelingen even langskwamen. Maar de nieuwelingen waren het juist gewend dat buren op de dag van de verhuizing eten kwamen brengen en kwamen helpen. Zo ontstond er dus onbegrip.”
Een vergelijkbare situatie maakte Oosterhof mee met een Nederlander en een anderstalige, die via zijn tolk sprak. Een van beiden gaf aan dat hij niet wist waarover hij moest praten. De ander vatte op dat er geen gesprek mogelijk was.
Vaak zit er achter een conflict een langdurige geschiedenis, zo weet Oosterhof. „Het kan zijn dat iemand zich eenzaam voelt en zich daardoor sneller aan een ander irriteert. Hij heeft er dan bijvoorbeeld een hekel aan dat buren met elkaar gaan barbecueën, terwijl hij zelf niet wordt uitgenodigd.”
Het soort conflicten verschilt per wijk, denkt de bemiddelaar. „In een buurt met flats is er meer geluidsoverlast. In een andere wijk is er juist weer overlast door te grote bomen.”
Bij een melding van een ruzie, probeert een bemiddelaar met beide partijen afzonderlijk in gesprek te gaan. Daarna wordt gepoogd de twee samen om tafel te krijgen, vaak op neutraal terrein, zoals het wijkcentrum. Daarbij moet de bemiddelaar zorgen buiten het conflict te blijven. „Onze kracht is de onpartijdigheid.”
In gesprek
De meeste conflicten worden volgens Oosterhof binnen één tot twee maanden opgelost. Soms laait het na bijvoorbeeld een jaar weer op. „Mensen bellen dan op dat de boom van de buren nog steeds niet is gesnoeid. Ik probeer de buren dan weer met elkaar in gesprek te brengen.”
Het doel van buurtbemiddeling is niet dat er vriendschappen worden gesmeed. „Je hoeft niet bij elkaar op de koffie te komen. Wel hoop ik dat mensen in vrede naast elkaar leven. Als ze normaal „goedemorgen” tegen elkaar zeggen, is dat al een prachtige stap.”