Kerk & religie

Patrick en Nicky in Antwerpen: Ons geloof is verloederd

Ruim 123 meter steekt de hoogste toren van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen de lucht in. De nooit afgewerkte zuidertoren komt iets hoger dan de helft. Samen bundelen ze, hoog boven de stad, de uitroep: „Hier beneden is het niet.”

Jan van ’t Hul
27 March 2014 17:26Gewijzigd op 15 November 2020 09:40
Antwerpen. Beeld RD, Henk Visscher
Antwerpen. Beeld RD, Henk Visscher

De torenklok van de kathedraal slaat 12 uur. Bernardo zet z’n geldbakje op de keitjes van het kerkplein, pakt zijn accordeon en grijpt in de toetsen: „Ik heb een tante in Marokko.”

Wat vindt hij van de boodschap van de toren? Onder het spelen door zegt hij: „Als het hier beneden niet is, waar zou het dán moeten zijn?”

De straatmuzikant heeft niets met de kerk, niets met de Bijbel en niets met het geloof. En meer tijd heeft Bernardo ook niet. De eerst muntjes vallen al in z’n kistje.

Op een bankje zit Manon. Secuur tekent ze de hoofdingang van de kerk, met boven de dubbele deuren een gebeeldhouwde voorstelling van het laatste oordeel. De kathedraal is prachtig, zegt ze, maar naar binnen hoeft ze niet. Niet voor de godsdienst en niet voor een tekening. „Ik heb geen geloof, wat zou ik ermee moeten doen.”

Onbewezen zaken

De panden rond het kerkplein dragen mooie namen: In de schaduw van de kathedraal, Den beiaard, De troubadour. Er bevinden zich veel eet- en drinkgelegenheden: Grand café De Rooden Hoed, Pizzeria La Torre en Belgian beers.

Op het terras van café Blauwmoezel zit Frank, leeftijd 54 jaar, van beroep markthandelaar. Wat zegt het geloof hem? „Dat is niet mijn ding. Ik ben niet gelovig, nooit geweest. Of er boven ons iets is? Het heelal, de lucht, wolken, nee, geen hemel of zo. Ik geloof niet in onbewezen zaken.”

En zo’n kathedraal? „Absoluut een mooi gebouw. Antwerpen zou Antwerpen niet zijn als de kathedraal weg zou zijn. Maar verder zegt het me weinig.”

Frank moet er even bij nadenken. Dan: „Er zijn zo veel geloven. De één gelooft in de maan, de ander in de heilige koe, een derde in Maria. Waarom zou nu juist dat ene geloof het ware zijn en al die andere niet?”

Een moeder met twee kleine kinderen staat bij Souvenirs Sinjoorke naar de ansichtkaarten te kijken. Nee, ze wil niets zeggen.

Beiaard

Patrick en Nicky, een echtpaar op leeftijd, zitten op het plein voor het gemeentehuis patat met mayonaise te eten. Of ze de Bijbel kennen, dat is de vraag. „Wij zijn niet van hier. Dat is het eerste”, zegt hij. Maar als ’t dan toch niet uitmaakt of ze wel of niet van hier zijn, wil hij wel iets meer zeggen: „Die kathedraal is mooi. En de beiaard die nu speelt, is prachtig. Verder zegt de kerk mij niks.”

Zou er geen God zijn, dan? „Dat weet ik niet, daar verdiep ik me ook niet in. Maar als Hij er wel zou zijn, dan zou ik ook geen bezwaren tegen Hem hebben. Laat iedereen doen wat hij zelf wil, maar kom niet aan mij. Je mag van mij katholiek zijn, of jood, of moslim, maar probeer mij niet te overtuigen. Het staat mij tegen dat iedereen denkt te weten dat zíjn geloof het enige goede is.”

De patat is op, Patrick (56) begint aan zijn kroket. Vroeger gingen ze naar de mis, met vader en moeder, vertelt hij, omdat zijn ouders dat wensten. Toen hij volwassen was, nam hij afscheid van de kerk. Dat was geen ferm besluit, het ging vanzelf. „Mijn geloof is verloederd”, zegt hij met een brede grijns.

En zij dan, Nicky? „Ik heb te veel van de kerk gezien. Vroeger zaten wij op een internaat.” Heftig: „Spreek mij niet van de kerk.”

Zou hun visie op het geloof nog eens kunnen veranderen? Samen zeggen ze: „Op onze oude dag misschien, maar nu nog niet.”

Trouw

Iets verderop zitten twee vrouwen in de zon, moeder en dochter. Ze komen uit Hardinxveld-Giessendam en zijn een dagje uit. Moeder Ria is een trouwe kerkgangster, vertelt ze. „We bidden, danken, lezen in de Bijbel. We zouden wel meer moeten uitstralen naar anderen toe. Daarin schiet je zo tekort. Maar de kerk is wel het centrum van mijn leven en het geloof in God zou ik nooit kunnen missen.”

Maaike (28) steekt, op haar smartphone kijkend, het plein over. Gelooft ze in iets hogers? „Ik ben een tijdje christen geweest. Lang heb ik gezocht naar wat de waarheid is. Veel gelezen heb ik ook, ook in de Bijbel. Maar het zei me niets. En de kerk was voor mij te klein. Er was geen ruimte voor mijn denkbeelden. Toen ben ik weggegaan. Ik was 19 jaar.”

En nu? „Nu ben ik spiritueel, zoiets.”

Zou er boven ons iets zijn? „Of dat echt bóven ons is, weet ik niet. Maar om ons heen moet wel iets zijn. God? Wie is God?”

Moskee

In de deuropening van het Argentijns Steakhouse aan de Oude Koornmarkt staat Karim, de kelner. Wat denkt hij over een God Die ons leven leidt? „Wat moet ik zeggen, jongen. Er moet wel iets zijn, iets wat anderen God noemen. Voor mij heet hij Allah. En Allah zal ook wel zien dat wij hier nu staan te praten.”

Karim gaat trouw naar de moskee. „Veel mensen geloven niets. Tenminste, dat zeggen ze. Maar ik denk vaak dat de meeste mensen graag in iets hogers zouden geloven, alleen, ze weten niet hoe dat moet.”

Noël (47) uit het nabijgelegen dorpje Schoten staat foto’s te maken van de historische gevels aan de Handschoenmarkt. Hij is rooms-katholiek opgevoed, maar doet er niets meer aan, zegt hij. De oorzaak was een bezoek aan Rome. „Daar staan zo ontzettend veel kerken, de ene nog uitbundiger dan de andere. Ik ben ervan geschrokken. Als ze er daar een paar van zouden verkopen, zouden er veel arme mensen geholpen kunnen worden.”

Mist Noël het niet, in iets geloven, in Iemand Die Zich als God wil laten kennen? „Geloof kost tijd, en dat is tijdverlies. Ik heb zo veel andere dingen te doen.”

Zou er na dit leven dan niets meer zijn? Zoekend dwaalt zijn blik over de markt. „Tja, ik denk ’t wel. Het zou spijtig zijn als alles opeens zou ophouden.”

Verrijzenis

De torenklok van de Onze-Lieve-Vrouwe slaat inmiddels met bronzen slagen halftwee. De vroege voorjaarszon speelt met het gouden uurwerk hoog in de lucht.

In de kerk is het druk. Toeristen sjouwen door de gangpaden, zien naar gewelven en beelden, kijken met het hoofd in de nek naar de 43 meter hoge koepel met het schilderij over de hemelvaart van Maria, naar de zerken in de kerkvloer, naar de weelderige schilderstukken van Peter Paul Rubens.

Een grijze heer staat te kijken naar het altaarstuk ”De verrijzenis van Christus”. Hoe kijkt hij naar Jezus, Die daar verrijst, Die straks ten hemel vaart, terugkeert naar Zijn Vader, Die reeds op Hem wacht? Het ontroert hem wel, zegt hij, maar hij wil niet in een verrijzenis uit de dood geloven: „Dat zou toch al te kras zijn.”

In de middenbeuk zit een dromerig meisje uit Duitsland. Wat zoekt ze in de kerk? „Niet zo veel. Ik ben niet religieus. Deze kerk vind ik wel ontzettend mooi, alleen, niet omdat het het huis van God zou zijn. Dat is echt onzin.”

Op een kerkbank zit Luc (55), rooms-katholiek opgevoed, keurig communie gedaan. „We gaan alleen nog met Allerheiligen naar de kerk, om mijn broer en mijn ouders te herdenken. Verder is het geloof bij ons geen thema meer. Ik zet me er niet tegen af, zal het ook niet minachten, maar het doet me niks.”

Wat zoekt Luc nu in de kathedraal? „Ik kom hier wat tot rust. Is dit een kerk van God en wordt hier het geloof beleden? Die strijd heb ik lang geleden al gestreden. Ik hoef niet meer te geloven.”

Neig mijn hart

Uit speakers klinken zacht devote klanken. Bezoekers fotograferen de kansel, het donkerbruine orgel van Schyven dat breeduit op het oksaal boven de hoofdingang staat. De kooromgang wordt gerestaureerd. In een zijruimte branden kaarsjes. In de bidkapel („reservé à la prière”) is het stil. Er ligt een opengeslagen gastenboek. „God, help me alstublieft, deze keer is het echt ernstig”, schreef iemand. „Neig mijn hart en voeg het saâm, tot de vrees van Uwe naam”, schreef een ander. Met wilde hanenpoten schreef er ook één: „Waarom, waarom, waarom.”

Buiten speelt nog steeds Bernardo op z’n accordeon. Een vrouw in een rolstoel hobbelt over de keitjes. Gelooft zíj misschien in God? „Het leven heeft mij te veel aangedaan om nog in God te geloven.”


Antwerpen in cijfers

Aantal inwoners: 506.225 (peildatum 1 januari 2014).

Aantal leden Rooms-Katholieke Kerk: 191.000 (peiling in 2009), van wie er ongeveer 9500 regelmatig in de kerk komen.

Aantal protestantse christenen: circa 2000 (peiling 2011), van wie er ongeveer 500 regelmatig in de kerk komen.

Aantal christenen behorend tot overige kerken: circa 20.000, voor het merendeel betrokkenen bij evangelische en pinksterkerken en bij Oosters-orthodoxe kerken.

Aantal moslims: 85.000 (schatting op basis van officiële gegevens, die spreken van 17 procent van de bevolking).

Aantal joden: 13.000.

Aantal kerken: 75.

Aantal synagoges: 33.

Aantal moskeeën: 47.

Bronnen: Gemeente Antwerpen, Katholiek Sociaal-Kerkelijk Insituut (Kaski), Interdisciplinair Kenniscentrum Kerk en Samenleving (IKKS), Wikipedia.

Meer over
Serie: Antwerpen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer