Buitenland14 maart 2001

Gross: Joden in Poolse plaats in 1941 door buren vermoord

De waarheid van Jedwabne

Door Beata Pasek (AP)
JEDWABNE – De tekst op het stenen monument is in al zijn beknoptheid al schokkend genoeg: „Hier zijn Joden vermoord. Gestapo- en nazi-soldaten verbrandden 1600 mensen.” Maar de in de kleine grijze steen gegrifte woorden verdoezelen een nog veel schokkender waarheid, waarvan de communistische autoriteiten die het monument lieten oprichten zeker op de hoogte zijn geweest, evenals de meeste inwoners van het dorp.

Inmiddels heeft heel Polen de verschrikkelijke waarheid onder ogen moeten zien: de Joden uit Jedwabne werden op 10 juli 1941 niet door de nazi's, maar door hun buren in een boerenschuur opgesloten en levend verbrand.

Het deksel is van de put gehaald door Jan Tomasz Gross, die in zijn boek ”Buren” nauwgezet beschrijft wat er in Jedwabne is gebeurd. Het boek heeft de Polen gedwongen het beeld dat ze van zichzelf koesterden als pure slachtoffers van de nazi's bij te stellen.

President Aleksander Kwasniewski, een voormalige communist, heeft aangekondigd bij de herdenking van de massamoord in juli zijn excuses te zullen aanbieden en het hoofd van de Poolse katholieke kerk, Jozef Glemp, is van plan een gebedsdienst te houden voor Joden en katholieken.

Jedwabne was niet de enige in de Tweede Wereldoorlog door Polen uitgevoerde pogrom, maar wel de omvangrijkste en inmiddels de best gedocumenteerde.

Onwil
De onwil van Polen om de waarheid onder ogen te zien heeft bij veel Joden het beeld van Poolse medeplichtigheid aan de nazi-gruwelen alleen maar versterkt. In het Poolse nationale geheugen was tot op heden slechts plaats voor de herinnering aan het heldhaftige verzet dat ook is geboden en de risico's die Polen hebben genomen om Joden een onderduikplaats te bieden.

Historici hebben altijd al wel erkend dat Polen in elk geval voor een deel verantwoordelijk waren voor de verschrikkingen van Jedwabne, maar gedegen onderzoek is er nooit naar gedaan.

In ”Buren”, dat voor een deel is gebaseerd op getuigenverklaringen van Joodse overlevenden en niet-Joodse inwoners van Jedwabne, wordt de slachting voor het eerst uitgebreid belicht.

De 48-jarige Stanislaw Michalowski, voorzitter van de gemeenteraad van Jedwabne, zegt toen hij een jaar of 8 was voor het eerst te hebben horen vertellen dat de Joden door dorpsgenoten waren uitgeroeid, maar daar verder nooit echt bij te hebben stilgestaan. Totdat hij ”Buren” las. Het boek heeft een ander mens van hem gemaakt, zegt hij.

„We zijn grootgebracht met de overtuiging dat wij, Polen, in de oorlog onschuldig waren, dat we niets te maken hadden met de wreedheden”, zegt hij. „Het besef wat er is gebeurd heeft voor een morele opdoffer gezorgd.”

Gross schrijft dat de nazi's nadat ze het in het oosten van Polen gelegen dorp waren binnengetrokken, het snel met de plaatselijke autoriteiten eens werden over wat er met de Joden moest gebeuren. Al snel werden de Joodse inwoners bijeengedreven op het dorpsplein. Na te zijn mishandeld met stokken en stenen werden ze opgesloten in een boerenschuur, die in brand werd gestoken.

Onder ogen zien
„Als Jedwabne niet door de Duitsers was bezet, dan zouden de Joden uit Jedwabne niet door hun buren zijn vermoord”, schrijft Gross. „Maar de directe betrokkenheid van de Duitsers bleef voornamelijk beperkt tot het nemen van foto's en filmen.”

Voor een land dat in de Tweede Wereldoorlog 6,5 miljoen burgers verloor, van wie 3 miljoen Joden, is het moeilijk om de waarheid onder ogen te zien. Internationale Joodse organisaties hebben het vroom katholieke land altijd scherp veroordeeld, omdat het weigerde zijn betrokkenheid bij wreedheden toe te geven.

Sinds het in de lente van vorig jaar in een oplage van enkele duizenden exemplaren verscheen, is de beroering naar aanleiding van het boek langzaam gegroeid. Inmiddels is ook in andere landen de belangstelling gewekt. In de New Yorker van vorige week staat een lang artikel van Gross over de massamoord en in april komt ”Buren” in Engelse vertaling uit bij Princeton University Press.

Gross, een Jood die wegens een opleving van het antisemitisme in 1968 uit Polen vertrok en tegenwoordig lesgeeft aan de Universiteit van New York, is ervan overtuigd dat de Polen door kennis te nemen van de waarheid over Jedwabne uiteindelijk zullen afrekenen met de sprookjes over het verleden en in het reine kunnen komen met hun geweten. De discussie over het verleden werd na de val van het communisme in 1989 al voorzichtig in gang gezet, maar pas het verschijnen van ”Buren” lijkt echt iets te hebben losgemaakt.

„Gross heeft ons gedwongen onze denkbeelden over de opstelling van de Polen in de oorlog te wijzigen en dat is een onmiskenbare verdienste”, zegt de historicus Tomasz Szarota, die veel over de bezetting heeft geschreven.

Onderzoek
Het niet lang geleden opgerichte Instituut van Nationale Nagedachtenis is inmiddels zelf een onderzoek naar Jedwabne begonnen en is bezig getuigen te interviewen. Dit onderzoek kan leiden tot de berechting van nog levende betrokkenen.

In 1949 werden twaalf inwoners van Jedwabne wegens collaboratie met de nazi's na een slechts twee dagen durend proces veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van acht tot vijftien jaar. Een doodvonnis werd later omgezet.

„Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze donkere bladzijde uit onze geschiedenis niet geheimgehouden wordt”, zei de voorzitter van het instituut, Leon Kienes, onlangs voor de Poolse radio. „Als Pool kan ik de schuld van wat er is gebeurd niet van me afschudden.”

Veel vragen zijn nog onbeantwoord. Volgens sommige historici van het instituut heeft Gross haastige conclusies getrokken, zonder bijvoorbeeld uit te zoeken in welke mate de dorpelingen door de Duitsers zijn gedwongen met hen samen te werken.

Een andere vraag luidt waarom het juist in Jedwabne is gebeurd, terwijl er geen aanwijzingen zijn dat daar al langer antisemitisme heerste.

Voordat Hitler de Sovjet-Unie de oorlog verklaarde, hadden de Sovjets het oosten van Polen in handen en er is gesuggereerd dat de inwoners van Jedwabne handelden uit wraak voor wat zij zagen als Joodse medeplichtigheid aan het Sovjetregime.

Wachten
De Organisatie van Veteranen en Onafhankelijkheidsstrijders vindt dat Kwasniewski moet wachten met het aanbieden van zijn excuses totdat de Poolse medeplichtigheid officieel is vastgesteld. En een comité dat is gevormd om de reputatie van Jedwabne te verdedigen, heeft het boek van Gross bevooroordeeld en onvolledig genoemd.

„Er moet niets aan het monument veranderd worden”, zegt de pastoor van Jedwabne, Edward Orlowski. „De Duitsers hebben die mensen ertoe gedwongen. Het waren voor een groot deel vandalen, maar die heb je in elke samenleving. Waarom moet alles nu weer worden opgehaald? Waarom moeten de spoken uit het verleden worden vrijgelaten?”