Opinie

Praat over de pil

De komst van de pil ontketende een van de grootste revoluties in de geschiedenis van de mensheid: de seksuele revolutie. Vijftig jaar later lijkt zich stilletjes een andere revolutie voltrokken te hebben: de stilzwijgende acceptatie van de pil en aanverwante kunstmatige anticonceptie binnen de gereformeerde gezindte.

dr. M. Klaassen

10 October 2016 08:16Gewijzigd op 16 November 2020 07:20
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Uit een onderzoek van deze krant van afgelopen voorjaar blijkt dat een meerderheid van de reformatorische jongvolwassenen het gebruik van voorbehoedsmiddelen ver­antwoord acht. Een conclusie die enkele maanden later bevestigd werd door de uitkomsten van een onderzoek van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV). Behalve om medische of psychische redenen –waar weinig discussie over bestaat– wordt anticonceptie breed ingezet in het kader van gezinsvorming, als middel om het kindertal te reguleren. Zo geeft 65 procent van de ondervraagden aan de pil te gebruiken.

Het beperkende van dergelijke onderzoeken is dat ze weinig inzicht geven in de gedachtevorming van de betrokkenen. Wat voor bezinning heeft tot deze keuzes geleid? Welke argumenten waren daarin richtinggevend en doorslaggevend? We weten het niet. En dat is jammer, want deze ontwikkeling is, hoe dan ook, een ingrijpende verschuiving die een breuk vormt met bijna 2000 jaar christelijk denken over dit onderwerp.

Impact

Het beschikbaar komen van kunstmatige anticonceptiva vormde de aanzet tot de seksuele revolutie in de jaren zestig van de vorige eeuw. De Amerikaanse socioloog en filosoof Francis Fukuyama schaart het onder de twee meest invloedrijke gebeurtenissen van deze tijd. De eveneens Amerikaanse theoloog Albert Mohler kan zich geen ontwikkeling voorstellen die, na de zondeval, meer impact heeft gehad op de mensheid. Het leidde tot een nieuw fenomeen in de geschiedenis: de bewuste loskoppeling van seksualiteit en voortplanting. Vrouwen werden ‘bevrijd’ van het juk van hun vruchtbaarheid.

Deze ontwikkeling heeft een grote impact gehad op de westerse samenleving; een impact die over het geheel genomen niet positief te noemen is, zoals de Amerikaanse cultuurfilosofe Mary Eberstadt onlangs overtuigend heeft aangetoond in haar studie ”Adam and Eve after the Pill” (Adam en Eva na de pil). Zij laat daarin zien dat de intrede van de pil mede debet is aan grote sociale problemen in de samenleving, om nog maar te zwijgen van de verloedering van de seksuele moraal in het Westen. Dat was precies waar paus Paulus VI voor waarschuwde in de encycliek ”Humanae Vitae”, die hij in die roerige jaren zestig deed uitgaan. Hij vreesde voor een verlaging van de morele standaard in de samenleving, toenemende ontrouw, verminderd respect van mannen voor vrouwen en het opgelegde gebruik van geboortebeperking door overheden.

Nu zal de meerderheid van de onder­vraagden bij genoemde enquêtes het gebruik van de pil en andere anticonceptiva buiten het huwelijk afwijzen. Maar dan nog blijft de vraag overeind wat de redenen zijn achter de acceptatie van deze kunstmatige middelen tot geboortebeperking. Die acceptatie is des te opvallender wanneer men kennis­neemt van de afwijzende houding van kerken in het verleden.

Zo noemde de hoogste kerkelijke vergadering van de Anglicaanse Kerk in 1908 kunstmatige anticonceptie „demoraliserend voor het karakter en een vijand van het nationale belang.” Een opvatting die echter ruim twintig jaar later werd ingeruild voor een voorzichtige goedkeuring van deze middelen in bijzondere situaties. De enige wereldkerk die momenteel officieel kunstmatige anticonceptie afwijst, is de Rooms-Katholieke Kerk.

Een overtuiging die door veel christenen niet langer als steekhoudend gezien wordt. Naar het waarom blijft het gissen. Het vermoeden lijkt gerechtvaardigd dat onder het mom van voortschrijdend inzicht en gebruikmakend van door God gegeven mogelijk­heden, veel christenen anticonceptie omhelsd hebben.

In de steek gelaten

Daarbij worden ze door hun kerken veelal in de steek gelaten. De ervaring leert dat het onderwerp niet of nauwelijks ter sprake komt in kerken en dat veel stellen zelf hun weg maar moeten vinden. Dat resulteert dan vaak in de keus voor anticonceptie, al dan niet uit gemakzucht of als verlegenheidsoplossing. Dat laatste blijkt duidelijk uit de NPV-enquête: bijna 40 procent van de ondervraagden blijkt de keuze voor anticonceptie lastig te vinden. Er zou veel gewonnen zijn als predikanten en andere ambtsdragers dit taboe doorbreken en het gesprek over deze thematiek aangaan, bijvoorbeeld tijdens huwelijkscatechese.

Afwijzing van kunstmatige anticonceptie betekent niet dat christenen niet zouden moeten nadenken over gezinsvorming. Dat is geen optie, maar plicht. Het is een onderwerp dat steeds weer op de gebedsagenda van echtparen hoort te staan.

Hoewel het krijgen van kinderen een goddelijke opdracht is, is het niet de enige bedoeling van seksualiteit. Gedeelde intimiteit en genot horen daar net zo goed bij. Het hoogste doel van het huwelijk is niet zo veel mogelijk kinderen te krijgen. Er kunnen legitieme redenen zijn waarom het verstandig is om de kinderzegen, al of niet tijdelijk, uit te stellen. Het dilemma zit vooral in de manier waarop. Daarin moeten keuzes gemaakt worden. Prof. dr. W. H. Velema wijst er terecht op dat er hoe dan ook keuzes gemaakt worden, of er nu gebruik­gemaakt wordt van ‘natuurlijke’ methoden of van kunstmatige methoden. Het gaat er niet om dát er keuzes gemaakt worden, wel welke keuzes er gemaakt worden en hoe deze tot stand komen.

Daarbij is het van belang om op te merken dat er een principieel verschil is tussen kunstmatige methoden en natuurlijke methoden. In de woorden van de hersteld hervormde predikant dr. R. van Kooten: „Met kunstmatige middelen schakelen wij de schepping uit, met natuurlijke methoden beheersen wij de schepping.” Rekening houden met het natuurlijke gegeven dat een vrouw slechts enkele dagen per maand vruchtbaar is, betekent gebruikmaken van een structuur die God in de schepping gelegd heeft. Zegt het niet heel veel over onszelf als de zelfbeheersing en matigheid waarin christenen in vroegere tijden zich moesten oefenen, door deze generatie blijkbaar niet meer opgebracht kan worden? En –zoals de vrijgemaakt gereformeerde predikant dr. W. G. de Vries in zijn boek over het huwelijk terecht opmerkt– al is volledige gemeenschap niet mogelijk tijdens de vruchtbare periode, dat betekent niet dat er geen sprake kan zijn van gedeelde intimiteit, zonder dat daarvoor gegrepen wordt naar kunstmatige anticonceptie.

Bezwaren

De keuze voor kunstmatige anticonceptie is een ingrijpende wissel in het denken over seksualiteit sinds negentien eeuwen. Anticonceptie hoort bij een andere wereld dan de joods-christelijke. Het ”anti” in anti­conceptie staat diametraal tegen het ”pro life” dat eigen is aan de joods-christelijke traditie. Kunstmatige anticonceptie, als pendant van de seksuele revolutie, komt uit een onzuivere bron met een anti­goddelijk karakter. Geldt hier niet het Bijbelse principe: „Haat ook de rok die van het vlees bevlekt is” (Judas:23)?

Naast het geestelijke risico dat kunst­matige anticonceptie gemakzucht en luiheid in de hand kan werken, zijn er andere gevaren. Zo blijkt uit recent onderzoek dat het massale pilgebruik de leefomgeving aantast. In poelen en vijvers in buiten­wijken van Amerikaanse steden is het aantal vrouwelijke kikkers twee keer zo groot als normaal, als gevolg van de vrouwelijke geslachtshormonen die via de afvoer hun eindbestemming in de oppervlaktewateren vinden. Voor een bepaalde categorie vrouwen heeft de pil een tromboseverhogend effect. Bij anderen heeft het gebruik van de pil een negatieve weerslag op de beleving van seksualiteit en de stemming. Uit een onderzoek waarvan de resultaten onlangs bekend werden, blijkt dat vrouwen die de pil slikken 23 tot 34 procent meer kans lopen op het krijgen van een depressie.

En nog veel fundamenteler: het kan niet uitgesloten worden dat de pil een abortieve werking heeft. Omdat de pil de bekleding van de baarmoederwand tegengaat, is dat een belemmering voor een bevruchte eicel om zich in te nestelen in de baarmoeder. De Christian Medical and Dental Association concludeert dan ook dat de werking van de pil na een bevruchting niet uitgesloten kan worden. Het is de vraag of een christen die de beschermwaardigheid van het menselijk leven respecteert, dit abortieve risico mag nemen.

Rome

Hoewel de afwijzing van kunstmatige anticonceptie de Rooms-Katholieke Kerk tot mikpunt van spot heeft gemaakt, levert de geschiedenis van de afgelopen vijftig jaar bewijs genoeg dat het een juiste beslissing was. „De vraag is ten slotte niet waarom de Rooms Katholieke Kerk op dit punt weigerde toe te geven; het is eerder waarom bijna alle anderen in de joods-christelijke traditie het deden” (Eberstadt). Het zou te wensen zijn dat kerken en christenen vandaag op dit punt meer bij Rome in de leer zouden gaan.

Klik hier voor meer artikelen over dit thema.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Gezinsvorming

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer