Kerkplanting opmaat voor GTU
Vanuit een missionair perspectief is het onbestaanbaar dat de Christelijke Gereformeerde Kerken niet meedoen met de Gereformeerde Theologische Universiteit, betoogt ir. Jurjen ten Brinke.
De afgelopen tijd hebben zich in deze krant voor- en tegenstanders geroerd van een samenvoeging van de kleine gereformeerde universiteiten tot een Gereformeerde Theologische Universiteit. Verschillende kanten zijn belicht. Eén onderdeel dat ik in de bijdragen gemist heb, wil ik nog toevoegen: het missionaire element.
Ik heb als hbo-theoloog (CGO Gouda) de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) noch de Theologische Universiteit Kampen (TUK) als studieplek uitgekozen. Je zou kunnen zeggen dat ik daarmee geen recht van spreken heb. Mijn opleiding tropisch landgebruik aan Wageningen Universiteit heeft me echter wel op veel plekken in de wereld gebracht. Dat deed me vervolgens versteld staan over de zegeningen in ons kleine Nederland als het gaat om kerken en opleidingen.
Tegelijk lijkt het erop dat we, door een beperkte blik binnenskamers, meer bezig zijn met ons eigen gelijk dan met de grote wereld, waar we deel van uitmaken. Dat is de keerzijde van de zegen: we kunnen ons nog steeds de luxe permitteren om ons af te scheiden van anderen waar de eenheidskenmerken vele malen groter zijn dan de verschillen. Om over ketterijen nog maar te zwijgen. Het is opvallend dat de tegenstanders van de te vormen GTU zich nagenoeg allen op de Biblebelt bevinden en dat de voorstanders een plek daarbuiten, in een meer seculiere omgeving, innemen.
Aanjager
Veel van wat er ten negatieve over de te vormen GTU gezegd wordt, is het gevolg van de nadruk op (goede!) gereformeerde traditie in plaats van op gereformeerde theologie. Als we wereldwijd kijken, dan blijkt óók vanuit de rechterflank van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) dat de bereidheid groot is om over muren heen te kijken. Organisaties als Kom Over En Help, Friedensstimme, Stichting De Ondergrondse Kerk, Spaans Evangelische Zending en andere worden massaal gesteund, ook als het gedoneerde geld gespendeerd wordt aan baptistenkerken in Oost-Europa. Gelukkig maar!
Als het vervolgens om eigen land gaat, dan zijn we bang dat we de ”typische christelijke gereformeerde atmosfeer” verliezen. Als evangelist binnen de CGK verbaast me dat. Juist de CGK hebben bijna vijftien jaar geleden het voortouw genomen tot gemeentestichting in Nederland.
Dat besluit is een aanjager geweest voor vergelijkbare initiatieven in de kleine gereformeerde denominaties, maar ook binnen de Protestantse Kerk in Nederland (met haar tientallen pioniersplekken). Bovendien zijn veel kerken bewust gaan nadenken over hun plek in de maatschappij en het getuigenis naar hen die Christus niet kennen.
Mensen die leidinggeven aan de kerkplantingsinitiatieven zijn op tal van verschillende plekken opgeleid (TUK Kampen, CGO, CHE, TUA etc.). Zij werken op plekken waar het secularisatieproces in ons land het verst gevorderd is. Geen evangelist haalt het in zijn hoofd om niet samen te werken met vrijgemaakt gereformeerde, Nederlandse gereformeerde of PKN-gemeenten in de buurt: de nood dringt hen.
Zij herkennen als geen ander de woorden die Jezus spreekt in Johannes 17 in het hogepriesterlijk gebed: „Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. (…) Opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt” (vers 15 en 21). Jezus bidt niet of we recht in de leer blijven, of genoeg afstand nemen van hen die het wat anders uitleggen, maar of we bewaard worden voor de boze. Me dunkt. En vervolgens is er dat gebed om eenheid.
Op de posten waar evangelisten dienen is het aan de wereld niet uit te leggen wat de verschillen zijn tussen christelijk gereformeerden, vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden. In de elf jaar dat ik in Amsterdam werk, heb ik talloze keren de vraag gekregen of we protestants of katholiek waren, maar nog nooit hoe gereformeerd of van welke gereformeerde stroming we waren. Heel wat keren is mijn antwoord blijven steken in: „Protestants.” Of men nu denkt dat we PKN zijn of niet.
Schamen
Het moge duidelijk zijn: ik ben dankbaar voor ons CGK-kerkverband. En ik geloof ook dat het goed is dat kerken deel uitmaken van een denominatie. Maar niet om anderen de maat te nemen. Als de keus voor de GTU nu niet gemaakt wordt, zou het mij niet verbazen als de dag komt dat we vanuit seculiere (overheids)hoek gedwongen worden om samen te gaan met wie dan ook, buiten de gereformeerde kerken. Dan vervalt de TUA óf moeten we als kerken heel veel gaan betalen om de universiteit in de lucht te houden. De brandbrief van de rector van de TUA, afgelopen najaar, om te doneren voor de bibliotheek belooft wat dat betreft niet veel goeds. Of zou een flink deel van de achterban nu al vinden dat dit niet meer houdbaar is?
Daarom, omwille van de toekomst en dat wat jonggelovigen in de kerkplantingsinitiatieven op vooruitgeschoven posten ons leren ten aanzien van eenheid: laat die GTU er alsjeblieft komen. Ik ga me echt schamen als het kerkverband dat zo voorop liep in het uitreiken naar hen die God niet kennen, zich nu weer gaat opsluiten in haar eigen theologische wereld.
De auteur is evangelist in de multiculturele zendingsgemeente Hoop voor Noord in Amsterdam.