Kanttekeningen bij opgewekte verhaal Rutte
De weglachpremier. Zo werd Rutte in de achterliggende jaren door politieke tegenstanders soms genoemd. Heibel in zijn eerste gedoogkabinet? Rutte bleef opgewekt glimlachen. Een economie die klappen krijgt en daarna geen tekenen van herstel vertoont? De premier bleef stralen en riep het volk op gewoon nieuwe auto’s en wasmachines te blijven kopen. „Met elkaar gaan wij het CPB verslaan.”
De weglachpremier: knap gevonden, maar ook een opzichtige poging om Rutte te framen als een studentikoos type zonder verantwoordelijkheidsgevoel. Wat hij beslist niet is. Jazeker, opgewektheid is een van ’s mans opvallendste trekjes. En hij heeft daar ook een diepzinnige onderbouwing bij. In navolging van de filosoof Karl Popper mag onze minister-president graag poneren dat „optimisme een morele plicht is.”
Iets zit daar natuurlijk wel in. Een leider, of hij nu een school, een bedrijf of een land aanstuurt, kan het zich niet veroorloven al te veel te somberen. Hij moet zijn mensen stimuleren en enthousiasmeren. En als er narigheid is, een weg uit die narigheid wijzen.
Rutte kan dat als geen ander. In de dinsdag door koning Willem-Alexander uitgesproken Troonrede spreekt het kabinet enerzijds over „onrust en onbehagen” als kenmerken van onze tijd, en over de „zorgen” die we ons als samenleving maken over tal van zaken zoals „terrorisme en instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa.” Anderzijds klinkt in de Troonrede een sterk ruttiaans optimisme door. We gaan de goede kant op. We zullen de problemen met doorzettingsvermogen en ondernemerszin de baas worden. Al was het maar omdat ons volk dat historisch gezien in zich heeft.
Die toon is begrijpelijk, niet alleen omdat optimisme een morele plicht is, maar ook omdat er volgend jaar Kamerverkiezingen zijn. Logisch dat dit kabinet juist nu positivisme wil uitstralen. Zo van: kiezers, stem straks op ons, want mede door ons gaat het nu, althans in economisch opzicht, zo goed.
Toch passen er bij dit opgewekte verhaal twee kanttekeningen. De eerste betreft minder fijne zaken waarvan iedereen in dit land zich bewust is, zoals toenemende spanningen tussen bevolkingsgroepen. Dit soort ontwikkelingen maakt dat Rutte tijdens de algemene politieke beschouwingen woensdag en donderdag beter niet ál te triomfantelijk kan doen over zijn beleid en successen.
De tweede betreft ontwikkelingen die door slechts weinig mensen in ons land gezien en betreurd worden, maar die niet minder ernstig zijn: het steeds verder weggroeien van ons volk van zijn christelijke wortels, het steeds meer onder druk komen te staan van de vrijheid van godsdienst en van onderwijs, het mede door het hoge aantal echtscheidingen verpulveren van essentiële samenlevingsverbanden en het onverminderd hoge aantal abortussen.
Als er ergens een terrein is waarop „borstklopperij” (term van GL-leider Klaver) en opgewekt glimlachen volkomen ongepast zijn, dan hier. Hier past slechts schaamte, erkenning van schuld en terugkeer tot de christelijke wortels van ons land en tot de geboden van God. Die zijn niet alleen voor individuen, maar ook voor hele volken heilzaam en goed.