GTU: geen machtsstrijd maar strijd voor goed theologisch onderwijs
Er wordt in Nederland momenteel hard gewerkt aan de oprichting van een Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU). De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken willen hun opleidingen gedeeltelijk in elkaar schuiven om zo te komen tot een nieuw instituut op gereformeerde grondslag. Een goed streven in een tijd waarin aan de universiteiten die ons land heeft het onderwijs én onderzoek in de theologie nu niet bepaald een hoge prioriteit heeft.
Natuurlijk gaat de geboorte van zo’n nieuwe universiteit niet zonder pijn. In een crisistijd willen er nog weleens dingen gezegd worden die net niet helemaal –of helemaal niet– terecht zijn. Zo zou er achter de schermen een machtsstrijd woeden tussen de initiatiefnemers van de GTU en de opleiding van de Protestantse Kerk in Nederland, de Protestantse Theologische Universiteit (PThU).
De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben namelijk als voorwaarde voor de vorming van een nieuwe gereformeerde universiteit, waarin de huidige theologische opleiding van de CGK in Apeldoorn zal opgaan, gesteld dat de Hersteld Hervormde Kerk en/of de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk een substantiële bijdrage aan zo’n nieuwe universiteit gaat leveren. Dit omdat de CGK een kerk is waarin sommige gemeenten zich theologisch meer thuisvoelen bij de Hersteld Hervormde Kerk of de Gereformeerde Bond dan bij de vrijgemaakten en de Nederlands gereformeerden. Een begrijpelijke eis van de CGK.
De Hersteld Hervormde Kerk heeft inmiddels echter aangegeven zo’n substantiële bijdrage niet te kunnen leveren, nu ze een seminarie heeft aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
De Gereformeerde Bond is op dit moment wel nauw betrokken bij de oprichting van de GTU. Maar de Protestantse Theologische Universiteit zou te nauwe betrokkenheid van de Bond bij de vorming van de GTU niet toestaan, zo werd vorige week gemeld. De rector van de PThU nuanceert die berichten in een interview met deze krant. Ze zegt de komst van de GTU toe te juichen omdat het een versterking betekent van het theologische onderwijs in Nederland. Tegelijk geeft ze aan dat de eerste verantwoordelijkheid van de Gereformeerde Bond ligt bij de eigen opleiding en dat de GTU niet als kerkelijke opleiding van de Protestantse Kerk kan en zal fungeren.
Ondertussen zit de Gereformeerde Bond in een lastige positie. Te vaak wordt vergeten dat de Bond géén kerkgenootschap is, maar slechts een vereniging die onderdeel is van de Protestantse Kerk. Dat is al sinds de oprichting een moeilijk uit te leggen positie gebleken. Zeker theologen zouden echter moeten weten dat de Bond een partij is die allereerst verbonden is aan de Protestantse Kerk en haar instellingen. Het is dan ook zaak dat de verhoudingen tussen de initiatiefnemers van de GTU en de Protestantse Kerk niet vertroebeld raken. Als in woorden beleden wordt dat het uiteindelijk gaat om het bevorderen van het theologisch onderwijs in ons land, laat dat dan ook uit de daden blijken.
