Binnen de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) en binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken klinken bezwaren tegen de voorgenomen fusie met de Theologische Universiteit Kampen (TUK) tot een Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU). In de discussie mis ik het argument dat de TUA waarschijnlijk niet als universiteit kan voortbestaan omdat de accreditatie op het spel staat.

Zelf werk ik nu meer dan twintig jaar aan de Erasmus Universiteit. Net als de TUK is zij ontstaan vanuit de behoefte in de maatschappij aan goed opgeleide mensen, in Rotterdam zijn dat mensen met een medische of economische scholing. Later is daar de behoefte aan goed opgeleide managers bijgekomen en is er een bedrijfskundefaculteit toegevoegd.

Aanvankelijk lag alle nadruk op onderwijs. Inmiddels heeft er een metamorfose plaatsgevonden. Onderzoek krijgt veel meer aandacht. Ondersteuning van onderwijs en onderzoek is geprofessionaliseerd. Onderwijs is steeds meer Engelstalig.

De stijgende plaats in internationale rankings trekt studenten en medewerkers aan van over de hele wereld. Studenten buiten de Europese Unie betalen meer collegegeld, en zo heeft de Erasmus Universiteit de bezuinigingen op hoger onderwijs (25 procent minder geld per student vergeleken met tien jaar geleden) kunnen opvangen.

Andere faculteiten en universiteiten hebben vergelijkbare ontwikkelingen doorgemaakt, soms net iets minder extreem, en ze gaan daarmee door. Alleen in Apeldoorn lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Heden en verleden worden gekoesterd.

Het moet inderdaad fantastisch zijn om in zo’n kleinschalige gemeenschap samen met bevlogen geloofsgenoten de verkondiging van het Evangelie voor te bereiden. Alleen: hoelang is dit nog te verkopen aan de accreditatieorganisatie? Haar criteria worden uiteraard beïnvloed door wat er elders in binnen- en buitenland gebeurt. Er wordt meer van universiteiten gevraagd en daar is een stevige organisatie voor nodig. Dat is bijna ondoenlijk en extreem duur voor een mini-universiteit zoals die in Apeldoorn – in omvang slechts 1 procent van de Erasmus Universiteit.

Het in stand houden van de TUA zal de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds meer geld kosten. Wellicht hebben ze dat er wel voor over. Maar daarmee is de accreditatie nog niet verzekerd. Mijn inschatting is dat die vroeg of laat verdwijnt, waarschijnlijk vroeg.

Opgaan in de GTU is een kans om dit gevaar te keren – voor Apeldoorn en ook voor de collega’s in Kampen. De GTU zal nog steeds heel klein zijn, maar toch steviger, en heeft bovendien de ambitie om meer te gaan doen dan alleen theologie.

Blijft Apeldoorn zelfstandig, dan kan er nog een poging worden gedaan om een hbo-status te verwerven, maar ook dat is niet vanzelfsprekend. Aanhaken bij een christelijke hogeschool in Zwolle, Ede of Gouda is dan nog een alternatief.

En dan blijft nog de optie over van een niet door de overheid erkende en betaalde predikantenopleiding. Dat heeft op zich zijn eigen charme. Maar daar zou de discussie dan over moeten gaan.

De auteur is werkzaam aan de Erasmus Universiteit.