Recensie: Balázs Szabó speelt koraalfantasieën Reger
Ter gelegenheid van het 100e sterfjaar van Max Reger (1873-1916) maakte de Hongaarse organist Balázs Szabó een dubbel-cd met Regers grote koraalfantasieën.
Szabó voert de fantasieën uit op het Walckerorgel in de Votiefkerk in Wenen (1878), het Linkorgel in de Stadskerk in Giengen (1906) en het Kuhnorgel in de Sint-Anton in Zürich (1914). Drie romantische reuzen, die als het ware voor Regers muziek zijn gemaakt.
Luister naar ”Ein feste Burg”: dat leeft en bruist aan alle kanten, zo mooi hoor je het zelden. Ook ”Alle menschen”, ”Freu dich sehr” en ”Hallelujah!” klinken indrukwekkend op deze reuzen. En fraai zijn de registers waarmee Szabó de coupletten kleuren kan: bij ”versmachten” horen we een doffe gemshoorn en gedektfluit, bij ”kruisdragen” een scherp strijkende gamba, bij ”liefde” een onschuldige klarinet.
Jammer is wel dat Szabó de tempi soms wat overdrijft: het begin van ”Wachet auf” klinkt zo ‘gedragen’, dat de muziek stil gaat staan. In ”Straf mich nicht” versnelt hij bij ”più mosso” zozeer, dat het onrustig wordt. En de fuga van de ”Morgenstern” klinkt zo ‘levendig’, dat de bassen moeite hebben het spel bij te benen.
Overtuigend daarentegen klinkt ”Wie schön leuchtet der Morgenstern” (1895) van Heinrich Reimann. Het stuk inspireerde Reger tot het schrijven van zijn koraalfantasieën. Na een inleiding waarin droevige en wanhopige passages elkaar afwisselen, begint plotseling, op de zachtste strijker, het koraal te twinkelen. Nadat het licht sterker is gaan stralen, volgen meditatieve variaties. Als besluit klinkt een levendige fuga. Dit is Reger avant la lettre. Wie schön… Werkelijk prachtig!
Reger – Chorale Fantasies – Balázs Szabó; MDG (920 1945-6); 2-cd; € 33,50; www.mdg.de
<p>Balázs Szabó, orgel Wenen</p>
<p>Balázs Szabó, orgel Giengen an der Brenz</p>
<p>Balázs Szabó, orgel Zürich</p>
<p>Balázs Szabó, orgel Giengen an der Brenz</p>