Hoop: op minder oorlog, en minder plastic soep
Justus uit groep 8 hoopt op een baan in de ict. Een van zijn klasgenotes: „Ik hoop dat er geen oorlogen meer zijn. Dan denk ik: Waarom doen ze dat nou?” Bram in groep 2 bleef dichter bij huis: „Ik hoop dat ik nog tien honden krijg. Dan heb ik er elf.”
De leerlingen van de christelijke basisschool De Acker in Bergschenhoek maakten dr. R. de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), woensdagmorgen deelgenoot van hun verlangens. De predikant bezocht de school in het kader van de Week van de Hoop. Die is georganiseerd door Verus, de landelijke vereniging die in 2015 ontstond door het samengaan van de protestants-christelijke en rooms-katholieke scholenorganisaties.
De fusie leidde volgens Verusdirecteur W. Wassenaar tot theologische debatten, „mooie gesprekken.” Het nadenken over een gezamenlijk thema vroeg om een vervolg, vandaar de Week van de Hoop. Daaraan doen 450 scholen mee: ruim 100.000 leerlingen, in meer dan 3000 klassen. Deze week denken ze na over hoop „in een tijd waarin angst, polarisatie en verharding in de samenleving overheersen.”
En daarom zingt meester Pieter met groep 1/2 over de kleuren van de regenboog –„God bedacht al die kleuren”– en zwaaien Wassenaar en dr. De Reuver net zo hard met een gekleurde slinger als de kinderen tussen wie ze op een miniscuul stoeltje zijn beland.
Professor Hopeloos
Bij hoop gaat het erom dat je op God vertrouwt, zegt de meester. Even later loopt hij met zijn klas door het park en wijst bij struiken „die dood lijken” naar de knoppen die overal te zien zijn: „We hopen op nieuwe blaadjes.”
Met de actie wil Verus ook laten zien hoe mooi het vak van docent is, zegt voorzitter dr. W. Kuiper. „Docenten zijn hoopambassadeurs: zij spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van onze kinderen.”
Dat kun je op veel manieren zeggen, laat groep 7 zien: op de muur van de gang wordt het woord ”hoop” in tal van talen aangeplakt. Even verderop kijkt een groepje uit groep 5 naar een filmpje over professor Hopeloos en de kinderen van juf Kiet. Er komen asielzoekers in beeld. „Die hopen op geld voor een grotere plek om te wonen”, weten de kinderen. „Wat zou je zelf kiezen als je maar drie dingen mocht meenemen tijdens je vlucht?” wil ds. De Reuver weten. Het antwoord komt snel: „Een telefoon, een i-Pad en eh… mijn knuffel.”
De video komt uit de lespakketten op de ”Ik Heb Hoop”-app die voor deze themaweek is ontwikkeld. Op de ”Wall of Hoop” op website ikhebhoop.nl kunnen jongeren hun video’s met hoopvolle verhalen en ideeën delen.
Groep 4 op De Acker blijkt veel te weten over een groot probleem: plastic soep. Het afval in de oceanen heeft inmiddels een omvang zo groot als Frankrijk en Spanje bij elkaar, melden de leerlingen. Ze hopen op verbetering: dat mensen minder afval maken, en het afval scheiden. „Het is wel een beetje hopeloos, want mensen blijven maar doorgaan”, zegt een leerling wijs. De meester heeft het gezegd, en die zal het wel weten.
Het gesprek gaat opeens over vluchtelingen. De Reuver vertelt dat hij op Lesbos een bootje zag arriveren dat zo volgepakt met mensen was dat de rand maar net boven water bleef. Hij zag de ogen van een Syrische jongen gloeien: het was gelukt! Na alle ellende was hij nu eindelijk in Europa. Daarop was zijn hoop gevestigd.
Anker geeft houvast
„Ik heb hoop”, staat op het kleurige bandje dat elke leerling van de Bergschenhoekse basisschool om zijn pols heeft. Dat willen ze wel even laten zien; alle armen zwaaien omhoog.
Bij groep 8 hangt achter in de klas een boom aan de muur. Elke leerling schreef op een boomblaadje wat hij hoopt. „Dat mijn opa beter mag worden.”
Het gaat om geloof, hoop en liefde, zegt De Reuver. Marieke weet wat het symbool van de hoop is: een anker; „dat geeft houvast.”
En dat heeft alles met geloof te maken, zegt de predikant. „Ook al doe ik soms stomme dingen of zeggen anderen stomme dingen tegen me, God zegt: Jij mag er zijn; Ik ben blij met jou.”