Leraren en leerlingen van het Van Lodenstein College in Kesteren genieten al van hun vakantie, terwijl de conciërges een paar extra drukke werkweken hebben.
De gangen van het schoolgebouw zijn verlaten. Hier en daar staat uit elkaar geschroefd meubilair. In de lokalen liggen stapels boeken op tafels. Rust lijkt te heersen in het schoolgebouw, maar schijn bedriegt. Voor de conciërges zijn de eerste vakantieweken allesbehalve rustig, vertelt Wilco Bakker, die een nieuwe kast in elkaar zet.
Met zijn collega’s is hij in touw om lokalen in te richten, zodat de docenten na de zomer zo aan de slag kunnen. „De een wil een langer snoer voor zijn laptop, een volgende vraagt of we een Bijbelkastje willen verhangen”, zegt conciërge Bert Spies. „Hun wensen mailen ze aan ons. Graag een schilderij hier, poster daar en de klok aan die wand.”
Deze weken even geen leerlingen die komen corveeën, hun fiets kwijt zijn of een ongelukje hebben gehad. Spies: „In het begin vind ik het niet zo erg dat ze weg zijn, want we hebben een berg klussen te doen. Maar na verloop van tijd ga je hen wel missen. Ze zijn toch je werkgevertjes. Ook al zeggen ze dat we de hele dag rondjes lopen en koffiedrinken.”
Werken zonder de leerlingen heeft zo zijn voordelen: „We kunnen onze spullen gerust laten staan tijdens het klussen. De leerlingen zitten er toch niet aan.” Ook de installateur kan naar hartenlust boren. „Dat plannen we zo veel mogelijk in de vakantie, om de lessen niet te verstoren.”
De conciërges zijn vooral druk met de ruimtes die een andere functie krijgen. Zo wordt het praktijklokaal vanaf het nieuwe schooljaar niet alleen meer gebruikt door zorg en welzijn, maar ook door economie. Dat is een nieuwe afdeling in Kesteren, waardoor minder leerlingen voor zorg en welzijn kiezen.
Bij de ingang van de aula staan vier karren vol oude lesboeken, klaar om weggebracht te worden naar het oud papier. „Elk hoekje, elke tafel en elke stoel wordt gepoetst tijdens de jaarlijkse grote schoonmaakbeurt in de zomer”, vertelt Bakker. „Het mooie is wanneer mensen naderhand denken dat het altijd zo is geweest”, zegt hij, terwijl hij een stuk nieuw behang afmeet voor de muur van het godsdienstlokaal. Het papier is gescheurd en „als we het laten zitten peuteren de leerlingen het alleen maar verder”.
Zijn collega Spies zorgt dat twee lokalen worden voorzien van nieuwe tafels en stoelen. Hij heeft 64 setjes naar beneden gesjouwd en is bezig het meubilair uit elkaar te schroeven. Hij werkt een week langer door om alles af te krijgen. De verbandtrommels nakijken, dat staat ook nog op zijn takenlijst voor de zomermaanden: zijn er spullen over de datum of moet hij misschien wat bijvullen?
In een lokaal zit een handjevol leerlingen nog te zwoegen. Zij volgen de zomerschool om over te kunnen naar de volgende klas. Zij weten dankzij wie de school straks spic en span is.