De Amerikaanse suikerindustrie heeft zich in de jaren zestig van de vorige eeuw met succes beijverd om onderzoek naar hart- en vaatziekten te beïnvloeden. Bewijs dat suiker hart- en vaatziekten kan veroorzaken, moest van tafel. Het accent moest verschuiven naar vet en cholesterol als kwalijke bestanddelen.
Dat blijkt uit speurwerk van het tijdschrift JAMA Internal Medicine. In de jaren vijftig van de vorige eeuw bleek dat hart- en vaatziekten een hoge tol eisten onder Amerikaanse mannen. Dat leidde tot studies naar de rol van voedingsfactoren. Uit epidemiologische onderzoeken van de Britse professor John Yudkin kwam naar voren dat voeding met een laag vetgehalte maar met veel suiker het cholesterolgehalte kon verhogen.
Zo verschenen er in 1965 twee artikelen in het tijdschrift Annals of Internal Medicine waarin werd gesteld dat bloedsuikerwaarden een betere voorspeller waren van hart- en vaatziekten dan cholesterol en hoge bloeddruk. Een derde onderzoek liet zien dat suiker, meer dan zetmeel, zorgde voor een te hoog gehalte aan bloedvetten (hypertriglyceridemie) en dat mogelijk fructose als bestanddeel van suiker daarvoor verantwoordelijk was. De Britse krant The Herald Tribune schreef een paginagroot artikel over de publicaties. De boodschap was kort en goed: nieuw onderzoek versterkt het vermoeden dat suiker het risico op hart- en vaatziekten vergroot. De Amerikaanse Sugar Research Foundation (SRF) sloeg alarm. Twee dagen na de publicatie werd er een plan opgesteld om de studieresultaten van Yudkin en anderen in diskrediet te brengen: Project 226. Dat moest gebeuren door een tegenonderzoek in de vorm van een overzichtsartikel waarin de wetenschappelijke stand van zaken zou worden belicht. De SRF zocht twee onderzoekers aan die daarvoor een bonus kregen van 500 en 1000 dollar (omgerekend nu 3800 en 7500 dollar). De helft zou worden betaald bij de start en de andere helft zodra het artikel zou worden geaccepteerd voor publicatie.
Aldus geschiedde. Twee hoogleraren van de befaamde Harvard University, David Mark Hegsted en Robbert McGandy, togen aan het werk. Het resultaat verscheen in 1967 in twee delen in het befaamde tijdschrift New England Journal of Medicine (NEJM). De inhoud kwam er in grote lijnen op neer dat een mogelijk verband tussen suiker en hart-en vaatziekten berustte op ondeugdelijk onderzoek. Vet en cholesterol, dat waren de echte boosdoeners. Het leed „geen twijfel” dat de enige goede actie ter voorkoming van hart- en vaatziekten een verlaging van het cholesterolgehalte was door vervanging van verzadigde vetten door onverzadigde vetten. Een boek van Yudkin over de kwalijkte rol van suiker met de titel ”Pure, White en Deadly” werd gekwalificeerd als „sciencefiction.” Met het artikel in de NEJM was de trend gezet. De publicatie leidde onder meer in Nederland in de jaren negentig tot de campagne ”Let op vet”. Er verschenen tal van voedingsproducten op de markt die vetarm waren, maar wel vaak rijk aan suikers en koolhydraten. Met de bekende epidemie van obesitas als gevolg.
Internist en diabetoloog prof. Hanno Pijl, werkzaam in het LUMC, stelde eind vorige maand in een blog naar aanleiding van de publicatie dat er „geen verband is tussen de hoeveelheid verzadigd vet in onze voeding en hart- en vaatziekten.” Verzadigd vet uit gefermenteerde zuivelproducten (kwark, yoghurt, kaas) werkt beschermend tegen diabetes en vaatschade. Er komen steeds meer aanwijzingen dat (overmatige) suikerconsumptie leidt tot overgewicht, suikerziekte en vaatschade. En bepaalde soorten kanker komen vaker voor bij mensen die veel suiker eten. Voedingswetenschapper Kris Verburgh stelt in zijn boek ”Veroudering vertragen” (2015) dat niet zozeer cholesterol, maar wel versuikerd cholesterol, slecht is. „Versuikerde cholesteroldeeltjes zijn plakkeriger, kleven gemakkelijker aan de vaatwand en veroorzaken ontstekingsreacties waardoor bloedvaten sneller dichtslibben.” Verburgh ontraadt producten met veel toegevoegde en verborgen suikers, zoals snoep, koek, gebak, frisdrank, brood met jam, vruchtenyoghurts en versuikerde ontbijtgranen.