Zeven voorbeelden van de strijd tegen het kruis in het Midden-Oosten
In de islamitische wereld heerst een diepe aversie tegen het christelijk kruis. Die afkeer is uiteindelijk te herleiden tot de theologie van Mohammed, die alles waar een kruis op stond, verwijderde. Anno 2016 blijkt dat die verwijdering op veel plaatsen goed is gelukt. Maar niet overal.
Een westerling die door de hoofdstad van Saudi-Arabië rijdt en zijn ogen goed de kost geeft, komt veel opmerkelijks tegen. Een van die zaken is zonder twijfel de Wooden Bakery (foto 2) in het hartje van Riyad. Dat is een bekende Arabische bakker, die ook op andere plaatsen in het Midden-Oosten actief is. De keten doet haast Nederlands aan, want het logo bestaat uit een enorme molen. Maar wie wat beter kijkt, ziet iets vreemds aan de molen. Er zijn geen vier wieken, maar vijf. Waarom?
Het antwoord is, aldus mensen die jarenlang in Saudi-Arabië woonden, eenvoudig: het logo mag niet op een kruis lijken.
Dat antwoord mag verbijsterend lijken, het is onder veel moslims volstrekt geaccepteerd. Het kruis herinnert aan de kruistochten, en die zijn in de hele islamitische wereld nog altijd een open wond.
Maar de aversie tegen het kruis gaat verder terug dan tot de kruistochten. Uiteindelijk herinnert het aan een godsdienst die niet voor de islam wilde buigen omdat juist het kruis het fundamentele verschil blootlegt.
„Het kruis en de iconen betuigen publiekelijk precies die punten van het christelijk geloof die de Koran, vanuit het standpunt van een moslim, expliciet ontkent”, aldus de rooms-katholieke Amerikaanse hoogleraar Sidney Griffith, auteur van ”De kerk in de schaduw van de moskee”. Wat die punten zijn, is helder: „Dat Christus de Zoon van God was en dat Hij stierf aan het kruis.”
Volgens Griffith zijn die kernverschillen de oorzaak van de doorgaande islamitische veldtocht „om de publieke symbolen van het christendom uit te wissen, vooral het voorheen alomtegenwoordige teken van het kruis.”
De hadith –de overleveringen van het doen en laten van Mohammed– geven hem gelijk.
„Er is overgeleverd dat Aisha zei: De profeet Mohammed liet niets in zijn huis staan waar een kruis op stond, of hij veranderde het.”
Mohammed rond 620. Uit de hadith, verzameld in de gezaghebbende collectie van de 9e-eeuwse imam Bukhari.
Ook de directe opvolgers van Mohammed, de zogeheten vier „rechtgeleide kaliefen”, zetten diens politiek van verwerping van het kruis voort. Waarschijnlijk was het Omar ibn al-Chattab, de tweede van deze kaliefen, die dat expliciet maakte in een verdrag dat bekend is komen te staan als het Pact van Omar.
„Wij zullen geen kruis tonen op onze kerken, noch onze stemmen verheffen gedurende het gebed of de lezing in onze kerken, als er moslims in de buurt zijn. Wij zullen onze kruisen en boeken niet tonen op de straten of markten van de moslims.”
Kalief Omar, rond 640. Uit de verdragstekst van het pact dat hij sloot met onderworpen christenen. Wetenschappers twijfelen of de tekst uit de 7e of wellicht de 8e eeuw komt.
Door de eeuwen heen is die grondhouding van islamitische machthebbers richting het kruis niet wezenlijk veranderd. In landen als de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar, waar alleen kerken voor buitenlanders zijn toegestaan, mogen deze kerken geen kruis voeren aan de buitenkant van het gebouw (foto 2). Een publieke uiting van het kruis geldt daar als aanstoot.
Opmerkelijk: om die aanstoot te voorkomen, zijn sommige westerse bedrijven zélf bereid tot aanpassingen van logo’s en symbolen waarin het kruis voorkomt. Een voorbeeld is een muziekalbum van het Canadese popidool Justin Bieber. Dat zorgde vorig jaar voor ophef, overigens niet alleen onder moslims. Op de cover staat Bieber met ontbloot bovenlijf, een kruis op zijn borst getatoeëerd. Diverse landen in het Midden-Oosten wilden het album om die reden niet verspreiden. Speciaal voor deze landen werd een alternatieve cover gemaakt.
Ook diverse voetbalclubs haalden het kruis uit hun logo. Bekend voorbeeld daarvan is Real Madrid, een grote Spaanse voetbalclub. Een belangrijke sponsor van de club komt uit Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten. In een deal over die sponsoring werd in 2014 afgesproken dat de club het kruisje uit het logo bij gebruik in de Arabische wereld zou verwijderen (foto 3).
Andere voetbalclubs die worden gesponsord door rijke oliesjeiks deden soortgelijke dingen. Maar omdat het doorgaans aanpassingen voor gebruik in het Midden-Oosten betreft, gaat dat voor sommige moslims niet ver genoeg.
„Om enkele broeders goede raad te geven, doe de kleding van voetbalclubs zoals FC Barcelona en AC Milaan uit, deze kleren zijn voor jullie niet toegestaan! (…) Zowel het logo van Barcelona als Milaan als Club Brugge als Engeland heeft een kruis, en de profeet Mohammed (vrede zij met hem) verbood ons nadrukkelijk het dragen van een kruis op onze kleding. Vervang deze kleding door neutrale en deftige kledij, met de wil van Allah.”
Nederlandse salafisten. Uit een blog op internet.
De meest heftige en onverbloemde taal tegen het kruis komt, en dat mag geen verrassing heten, van Islamitische Staat. Retoriek tegen de „kruisvaarders” uit Europa en Amerika is een terugkerend thema, waarbij steeds wordt teruggegrepen op oude overleveringen uit de tijd van Mohammed. In Syrië en Irak, waar de kerken al eeuwen kruisen voeren, maakt IS daar vandaag de dag korte metten mee (foto 4).
„En zo beloven we jullie, kruisvaarders, met Allahs toestemming dat deze veldtocht jullie laatste zal zijn. Hij zal worden verbroken en verslagen, precies zoals al jullie vorige veldtochten werden verbroken en verslagen. (…) We zullen jullie Rome veroveren, jullie kruisen breken en jullie vrouwen tot slaven maken, met toestemming van Allah, de verhevene.”
Abu Muhammad al-Adnani, woordvoerder en leider van IS in Syrië, in een toespraak.
De theologische opvatting die daaraan ten grondslag ligt, is in feite dezelfde als in de tijd van Mohammed: christenen hebben de woorden van Christus veranderd. Volgens veel moslims zal dat blijken als Jezus –Isa in de islam– terugkomt. Hij zal dan het kruis breken voor zover moslims dat zelf nog niet gebroken hebben, zo luidt een gangbare islamitische eindtijdverwachting waar IS garen bij spint.
„Ten slotte zal het grijze gebied uitsterven en zal er geen plaats meer zijn voor grijze oproepen en bewegingen. Er zal nog slechts het kamp van het geloof zijn versus het kamp van het ongeloof. Dan, als Isa nederdaalt, het kruis breekt en de dhimmi-belasting afschaft, zal er voor het kamp van de ongelovigen nergens op de aarde een plaats worden overgelaten om te bestaan, zelfs niet als vernederde dhimmi’s die onder de moslims in het kamp van de waarheid leven.”
Uit het magazine Dabiq van Islamitische Staat.
Toch betekent dit niet dat het kruis afwezig is in het Midden-Oosten. In landen waar hét symbool van Christus’ dood niet zichtbaar mag zijn, zoals in veel golfstaten, zijn kerken creatief: ze maken bijvoorbeeld hun doopbassin in de vorm van een kruis (foto 5).
In veel andere islamitische landen mag het kruis nog altijd gevoerd worden. Soms buiten christenen dat uit, zoals in Pakistan, waar onlangs een enorm kruis verrees (foto 6). Een christelijke zakenman zag het als zijn roeping om op een christelijke begraafplaats in de havenstad Karachi een kruis van meer dan 40 meter hoog te laten bouwen.
En dan is er nog het voorbeeld van wat ongetwijfeld het grootste kruis in het Midden-Oosten genoemd kan worden. Het bevindt zich op het Arabisch schiereiland –het hartland van de islam– en staat bekend als het enige zevensterrenhotel ter wereld. Het is de Burj al-Arab, de Arabische Toren, vlak voor de kust van Dubai (foto 7). De toren is een van de bekendste symbolen van de futuristische stad en werd in 2001 onder meer op nummerborden van nieuwe auto’s geplaatst.
Het gebouw, ontworpen door de Brit Tom Wright, is ontworpen in de vorm van een dhow, een typisch Arabische boot. Maar wie vanaf zee komt, ziet vooral een gigantisch kruis, met dank aan de hoge mast en het luxueuze restaurant dat vlak onder de top horizontaal is gebouwd.
Samenzweringstheorieën stellen dat Wright dit met opzet heeft gedaan, na een droom waarin hij die opdracht kreeg. Hoewel dat onwaarschijnlijk is, haalde de stad na alle ophef de toren weer van de nummerborden af. Maar het bouwwerk zelf, dat astronomische bedragen heeft gekost, blijft natuurlijk staan.
Menselijke opzet of niet; de teneur is duidelijk. Het kruissymbool heeft het moeilijk in het Midden-Oosten, maar ook daar laat het zich uiteindelijk niet wegstoppen.