Toerusting jongeren in Wit-Rusland heeft prioriteit bij Stichting Charité
Zolang er nood is in Wit-Rusland blijven we het land steunen, zegt P. H. Kraaijeveld, voorzitter van Stichting Charité. Theologisch adviseur ds. A. L. van Zwet benadrukt het belang van de toerusting van een nieuwe generatie.
Stichting Charité verleent onder meer medische en humanitaire hulp aan ziekenhuizen. Officiële evangelisatie is in het land onmogelijk, zegt Kraaijeveld. „Maar via onze hulp aan ziekenhuizen kunnen christenen daar ter plekke evangeliseren als wederdienst voor onze humanitaire hulp.”
Van de Wit-Russen is 80 procent lid van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Het protestantisme omvat nog geen drie procent van de bevolking, en daar zitten alle richtingen in. Ds. Van Zwet, hervormd predikant in Putten: „Het aantal protestantse christenen is in Wit-Rusland marginaal. We verlenen steun aan zo’n zestig tot tachtig kleine gemeenten, vooral baptisten, waar alleen de gedoopten als leden tellen.”
Opvallend is volgens hem de missionaire gerichtheid van de baptisten. „De kerken groeien niet spectaculair maar wat erbij komt, komt geheel uit de wereld. Baptisten zijn echte kerkplanters. Waar een gemeente van tien leden ontstaat, wil men een kerk bouwen, waardoor onze stichting zich blijvend wil inzetten voor ondersteuning bij kerkbouw.”
Jongeren
Er is nog steeds hulp in het land nodig, aldus Kraaijeveld. „Wit-Rusland is geen Afrika waar mensen sterven van de honger, maar je ziet veel armoede en dat de kloof tussen rijk en arm groeit. Kerken stellen zich steeds meer open voor de verslavingsproblematiek van alcohol en drugs.”
De laatste nieuwsbrief van Charité vermeldt dat vooral jongens rond hun zestiende jaar de keuze maken de kerk te verlaten. Ds. Van Zwet: „Je merkt dat de kaalslag waarin wij in het Westen zitten, ook daar begint door te werken. Bestaande tradities worden opengebroken. Daarom is toerusting op het punt van de prediking hard nodig. Een oudere generatie van voorgangers heeft gezag opgebouwd op grond zijn ervaring in een tijd van de vervolging, maar jongeren die gestudeerd hebben, hebben behoefte aan gedegen Bijbels onderwijs dat ook gericht is op deze tijd.”
Wit-Rusland heeft lange tijd het imago van een dictatuur gehad. Kraaijeveld: „We kunnen als humanitaire stichting gewoon ons werk doen. Medische apparatuur wordt bij de grens netjes aangemeld en geregistreerd, maar we brengen onze goederen niet meer openlijk met vrachtwagens uit het Westen in de dorpen, mede op verzoek van de christenen. Openlijke evangelisatie wordt nog steeds hard aangepakt. Wat we aan kerkelijke steun doen, verrichten we onder de radar.”
Ds. Van Zwet: „Er is sprake van een gedoogcultuur. Wij moeten ons hoeden voor politieke uitspraken en in ieder geval in de prediking geen negatieve dingen zeggen over de overheid. Eén van de voorgangers in Wit-Rusland zei ooit: „Je moet altijd rekening houden dat er Judassen zitten in de gemeenten.””
Kraaijeveld: „Je moet voorzichtig opereren. Je merkt tot nu toe echter dat de huidige strenge godsdienstwet geen hoge prioriteit heeft bij de overheid. Men wil de band met Europa openhouden.”
Stichting Charité wil zich vooral inzetten voor een komende generatie, aldus ds. Van Zwet. Hij noemt als inspirerend voorbeeld de wederzijdse conferenties waarop voorgangers, gemeenteleden en jongeren uit Nederland en Wit-Rusland elkaar ontmoeten. „Mooi is de wederkerigheid. Dat geldt ook wanneer jongeren uit Wit-Rusland hier komen hún vragen aan ons stellen. Uiteindelijk hebben we allen te maken met de vragen van geloofsoverdracht in deze tijd.”
St. Charité 25 jaar
Stichting Charité viert haar 25-jarig bestaan met zangavonden op 19, 20 en 21 september, met optredens van een mannenkoor uit Wit-Rusland. De stichting gaat terug op een eenmansactie van Dick Vermeulen die in Wit-Rusland hulpgoederen en Bijbels bracht, na correspondentie vanuit stichting Friedensstimme. In 1988 werd het comité ”Vrienden van Minsk” opgericht, in 1993 omgezet in Stichting Charité. Jarenlang zijn ongeveer tachtig vrijwilligers van acht Charité-werkgroepen actief voor hun adoptiegemeenten in Wit-Rusland, die ze ook jaarlijks bezoeken.