”De navolging van Christus” is geen pageturner, geen boek dat je in een adem uitleest. Het zeshonderd jaar oude geschrift van Thomas a Kempis vraagt om meditatie, om het nauwkeurig proeven van de woorden.
Dat was iets wat dr. H. de Jong ontdekte toen hij in 1990 predikant werd in Windesheim, bij Zwolle. In de late middeleeuwen stond daar een klooster, het centrum van de moderne devotie. De geestelijken zochten naar vroomheid, naar de navolging van Christus. Nu staat er nog één gebouw overeind. Waar de monniken vroeger hun bier brouwden, kerkt nu de hervormde gemeente van Windesheim.
Dr. De Jong bleef er vijfentwintig jaar lang, tot aan zijn emeritaat in 2015. Het kon bijna niet anders op zo’n historische plaats: hij verdiepte zich in het belangrijkste geschrift uit de tijd van de moderne devotie: ”De navolging van Christus” van Thomas a Kempis.
Wat ontdekte u?
„Ik kwam er al snel achter dat je dit boek moet lezen als de Bijbel: in korte stukjes, waarover je vervolgens nadenkt en mediteert. Ik ontdekte twee dingen: dat het bij Thomas a Kempis vooral gaat om wat we in de gereformeerde theologie de heiliging noemen. En dat de weg van het geloof de weg van Jezus is. En dat is een kruisweg.”
Geen populaire boodschap voor veel hedendaagse christenen.
„Die staat vaak haaks op deze tijd. Zo schrijft Thomas a Kempis onder meer over een nederige houding, dat je vooral niet iets moet doen om bekend te worden. In onze samenleving is het juist van grote waarde als je ergens om bekend staat, zelfs als dat iets negatiefs is. Thomas zegt: Doe dat niet. Uiteindelijk leidt het streven om bekend te worden niet tot het geluk waarover de Bijbel spreekt. Aards geluk gaat voorbij.”
Hoe beïnvloedde Thomas a Kempis uw preken?
„Vanuit de gereformeerde traditie leggen we een sterk accent op de rechtvaardiging door het geloof. Dat is goed, en dat verkondig ik ook. Maar daaraan verbonden is dat geloven ook navolgen betekent: de mens leeft voor God en voor de naasten.
Dit aspect ligt besloten in de gereformeerde theologie, maar misschien komt het te weinig naar voren uit angst voor werkheiligheid. Navolging staat in de context van goede werken die gedaan worden uit dankbaarheid, en dat correspondeert met de Heidelbergse Catechismus. We worden niet opgeroepen tot navolging om daarmee iets te verdienen, want dat heeft Christus gedaan. Maar als we bij Hem horen, dan zullen we Hem ook willen navolgen. Bij Thomas liggen geloven en navolgen zo dicht bij elkaar dat je ze niet kunt scheiden.”
Hij had wat minder oog voor de rechtvaardiging door het geloof?
„Hij spreekt daar niet zo veel over. Wat je wel vindt, is dat hij en de kloostergemeenschap waartoe hij behoorde, sterk streefden naar heiligheid. Als gereformeerde christenen zeggen we vaak: „Heiligheid is belangrijk, maar je moet niet overdrijven. Een mens is maar een mens; hij is nu eenmaal zondig.” En daarom spannen we ons niet erg in om het hoge doel van heiliging te bereiken. Dat deden de moderne devoten wel. Thomas reikte heel hoog, maar hij moest het uiteindelijk wel van Gods genade hebben.”
Uw gemeenteleden dachten niet: daar heb je Thomas weer?
„Nou, misschien dachten ze dat weleens een beetje. De gemeente kent haar geschiedenis, maar ik denk niet dat ze tot in de puntjes op de hoogte is van de theologie van de moderne devotie.
Toen ik predikant was in Windesheim, ben ik begonnen met een gebedsgroep waarin we maandelijks een gedeelte uit ”De navolging van Christus” lazen. Dat zal elders waarschijnlijk niet gebeuren.”
Welke gedeelten uit ”De navolging van Christus” spreken u vooral aan?
Op de salontafel in zijn huis in Kampen ligt een handvol uitgaven van ”De navolging”. Dr. De Jong pakt er een van de stapel, bladert er wat in, en wijst. „Hier, boek 1, hoofdstuk 2. Over jezelf deemoedig voelen. „Als je iets wilt weten en leren wat dienstig is, houd er dan van om onbekend te zijn en niet mee te tellen.” Dat is iets waarnaar ik steeds weer moet luisteren en wat ik probeer na te volgen. Hoe kun je deze deemoed in de praktijk brengen?
”De navolging” rust toe om de weg achter Jezus aan te gaan. We mogen ons kruis opnemen, maar Hij gaat voorop. Dit staat haaks op de boodschap dat wie Hem volgt geen problemen heeft. De weg van Jezus is een kruisweg, geen asfaltbaan.”
Dr. De Jong pakt de glossy ”Thomas” erbij, een kleurig magazine over Thomas a Kempis en ”De navolging van Christus” uit 2013. Daarin staat een foto van de predikant en zijn catechisanten in de gewelfde kelders, ooit onderdeel van de ziekenzaal van het klooster, in de Windesheimer pastorie. „Je kunt je afvragen of zo’n glossy niet precies het tegenovergestelde is van waar Thomas voor stond. Maar aan de andere kant: als je iets van dit erfgoed levend wil houden, dan moet je het wel naar buiten brengen.”
De leefwereld van jongeren is nogal anders dan die van Thomas.
„De vraag hoe je bekend kunt worden, leeft zeker bij jongeren. In ”De navolging” zul je niet snel het advies krijgen: Kies voor jezelf. Tegelijk is deemoed iets anders dan jezelf verachten, zoals de schilder Vincent van Gogh dat in ”De navolging” meende te lezen. In dit boek lees je eigenlijk niets over zelfkastijding.”
U denkt nooit: wat schrijft Thomas a Kempis daar nu?
„Nee, al zie je soms wel bepaalde eenzijdigheden bij hem. Bijvoorbeeld het afstand nemen van alles en iedereen om God te kunnen vinden. Dat is sterk uitgedrukt. Dan ben ik weer blij met de accenten die de Reformatie heeft gelegd.”
”De navolging” is vooral een doeboek?
„Het is geschreven voor novicen, beginnelingen in een klooster. Thomas wil hen toerusten in hun geestelijke levensweg.”
Het boek is populair binnen het gereformeerd protestantisme. Hoe verklaart u dat?
„In zowel de rooms-katholieke als de protestantse traditie werd ”De navolging van Christus” veel gelezen, omdat men er een oprechte geloofsbeleving in verwoord zag. Dat gold ook voor de oudvaders. De nadere reformator Willem Teelinck wist zich zeer door Thomas a Kempis aangesproken, en door hem ook Gisbertus Voetius. Daardoor is er binnen de bevindelijke stroming veel waardering voor dit boek, tot op de dag van vandaag. Helaas is het vaak de praktijk dat mensen een exemplaar in handen krijgen, maar niet heel grondig lezen.”
Thomas a Kempis leefde in de middeleeuwen, nog vóór Luther. Misschien is dat niet goed voor zijn imago?
„Dat kan een drempel zijn. Maar ik denk ook dat veel reformatorische christenen niet weten hoe ze ”De navolging” moeten lezen. Zoals gezegd, het is geen boek waarin je op bladzijde 1 begint en dan verder leest tot het einde.”
We zijn het wat verleerd om meditatief te lezen?
„Wel een beetje. Het zijn vooral kenners en liefhebbers die ”De navolging van Christus” lezen, maar doen ze dat ook met het oog op hun geestelijk welzijn? Dezelfde vraag kun je stellen ten aanzien van de boeken van veel oudvaders en puriteinen.”
Ziet u Thomas a Kempis als een soort oudvader?
„Als een voorloper. Er loopt een lijn naar het protestantisme, maar die is wel dun. We weten dat Johannes Calvijn zijn opleiding genoot aan diverse instellingen van de moderne devotie. Mogelijk heeft hij ook kennisgenomen van ”De navolging”. Maarten Luther heeft werken uit de kring van de moderne devotie gelezen, maar of dat ook geldt voor het boek van Thomas a Kempis is niet duidelijk. De bekendheid van Luther overschaduwt een beetje wat degenen vóór hem hebben gedaan.”
In hoeverre draagt ”De navolging” het stempel van de vijftiende eeuw?
„Het boek is een concrete oproep tot navolging, en dat past binnen die tijd. Thomas was heel genuanceerd en pastoraal. Hij begeleidde jonge kloosterlingen en hield hen een spiegel voor: het gaat erom dat we Christus navolgen. Leven wij voor de Heere God en voor de ander, of voor onszelf? Thomas benadrukte dat we de voetstappen van Christus mogen drukken en in Zijn spoor gaan. Geloven is navolgen en navolgen is geloven.”
Dit is de tweede aflevering in deze serie. Over vier weken deel 3.
Denk niet te hoog van jezelf
„Ieder is van nature weetgierig, maar wat hebben wij aan kennis, wanneer wij niet godvrezend zijn? Een eenvoudige boer, die God dient, is er werkelijk heel wat beter aan toe dan een verwaand geleerde, die de loop der sterren kent, maar geen acht slaat op het heil van zijn ziel.
Wie zichzelf goed kent, is in eigen ogen niet veel bijzonders en vindt het niet prettig om door anderen te worden geprezen. Ook al zouden we alles weten wat er in de wereld te weten valt en wij hadden de liefde niet (1 Kor. 13:2), wat zou het ons baten voor Gods aangezicht, Die ons oordeelt naar onze daden? (...)
Hoe meer wij weten en hoe beter wij de dingen begrijpen, des te strenger zullen wij geoordeeld worden, indien onze levenswandel daarmee niet in overeenstemming is geweest.” (...)
Allen zijn wij zwak, maar een ieder houde zichzelf voor de zwakste.”
Uit: ”De navolging van Christus”, boek 1, hoofdstuk 2 (vert. Roel Houwink)
Thomas a Kempis
Thomas a Kempis wordt geboren in 1379 of 1380 in Kempen, bij Krefeld in Duitsland. Hij vertrekt in 1393 naar de Latijnse school in Deventer, het centrum van de moderne devotie. Deze beweging verzet zich tegen het geestelijk verval van de kerk en streeft naar vroomheid en een leven in navolging van Christus. Thomas treedt later toe tot een klooster op de Sint-Agnietenberg bij Zwolle. Hij wordt in 1413 tot priester gewijd. Thomas a Kempis is vooral actief als kopiist. Zo kopieert hij de Bijbel zeker vier keer, waarvan één exemplaar –in vijf delen– bewaard is gebleven in Darmstadt. Hij schrijft zelf ook, bijvoorbeeld over het leven van de moderne devoot Geert Grote en over onthechting, zuiverheid en eenzaamheid. Zijn bekendste werk is ”De imitatione Christi” (”De navolging van Christus”), een verzamelnaam van vier traktaatjes, waarvan het oudste bewaard gebleven handschrift uit 1424 dateert. Thomas a Kempis overlijdt in 1471. Zijn gebeente bevindt zich in de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopneming in Zwolle.
serie klassiekers
De actualiteit van bekende boeken uit de kerkgeschiedenis