Donker en hoog, dreigend bijna, staat de ”Petrus” in het centrum van Vught. Het rijke roomse leven kon zo’n kerk vroeger wel betalen, met gemak. Maar de kerkgangers zijn verdwenen en het rijke roomse leven is voorbij. De Sint-Petrus is als kerk overbodig geworden.
Van de meer dan 422 rooms-katholieke kerken die het bisdom ’s-Hertogenbosch in 1990 telde, zijn er nog 294 in gebruik. De andere zijn gesloten, afgebroken of kregen een nieuwe bestemming, zoals de H. Hartenkerk in Gestel (trampolinehal), de H. Adrianuskerk in Esbeek (schoolgebouw) en de Mariakerk in Besoyen (appartementengebouw met fitnessruimte in de orgellocatie).
In Vught liep ook de driebeukige Petruskerk, met zijn markante, achtkantige koepel, leeg. De kerk uit 1884 was in 1935 uitgebreid, in 1960 was dat opnieuw gebeurd, maar in 2005 bleek het achterstallig onderhoud dermate ernstig dat er tijdens een uitvaart, tot schrik van de parochianen, gruis en stukken steen naar beneden vielen.
In arren moede onttrok het bisdom ’s-Hertogenbosch het rijksmonument aan de eredienst en dacht in 2010 zelfs het gebouw maar te slopen. Maar daarvoor kreeg men in Vught ook weer niet de handen op elkaar. De kerk moest wel behouden blijven, al was het maar voor het stadsbeeld.
Vughts Museum
Zeven Vughtse ondernemers wisten een plan te ontwikkelen om het gebouw te behouden. In 2012 werd de buitenzijde gerestaureerd.
In de Petruskerk worden straks het Vughts Museum en de plaatselijke bibliotheek ondergebracht. Inmiddels zijn er tegen de kerk ook enkele units gebouwd, in gebruik bij commerciële bedrijfjes. Links van de kerk is, op de plaats van de voormalige sacristie, een riante horecagelegenheid gerealiseerd.
De Petruskerk moet hét ontmoetingsplein van de stad worden. In Vught noemen ze het: een werkplaats, een marktplaats, een stilteruimte of een podiumplek voor gesprek en debat.
De kapel bij de hoofdingang is nog in gebruik als bezinningsruimte. Een oudere dame steekt er een paar kaarsen aan en kijkt voor zich uit. Als ze met haar rollator over de drempel wegschuifelt, wil ze nog wel wat zeggen, over hoe erg ze het vindt dat de kerk geen kerk meer is, dat alles zo anders is dan vroeger, toen ze iedere zondag hier naar de mis ging. „Het wordt er niet fijner op in het leven.”
Aan de overkant staat een vrouw te kijken naar de etalage van een kledingzaak. Ze kwam nooit in de kerk, zegt ze, maar vindt het toch wel jammer dat de Petrus geen kerk meer is. „Deze kerk vormt het centrum van Vught. Er verdwijnt al zo veel ouds hier.”
Een stuk historie
Een man van middelbare leeftijd parkeert zijn auto aan de Kloosterstraat. Een kerk is belangrijk voor de gemeenschap, vindt hij. „Ik liep er weleens binnen, werd altijd een beetje rustig van zo’n oude gewijde ruimte.” Maar voor zijn geloof had hij de Petrus niet nodig. „Je kunt evengoed wel geloven, ook zonder de mis op zondag.”
Een echtpaar wandelt voorbij, arm in arm. „Toch een stuk historie hoor”, zegt zij, omhoog kijkend naar de koepel van de kerk. „Ik ben vroeger wel katholiek opgevoed, maar mijn ouders zeiden algauw: „Je moet zelf maar weten of je iets met het geloof wilt gaan doen, of niet.” Ik heb er dus niks mee gedaan.”
En hij zegt: „Let op mijn woorden meneer, over twintig jaar staan er in Nederland allemaal moskeeën in plaats van kerken.” Wijzend naar de Petruskerk zegt hij : „Als de Katholieke Kerk nu maar iets meer met haar tijd was meegegaan, iets meer voor de jeugd had gedaan, dan had ze het misschien nog gered. Maar de jeugd vond het kei-saai in de kerk.”
In de kerk is het stil. De kerkruimte is leeg. De banken zijn weg. Het altaar is verdwenen. Hoog boven de ingang kijkt het grote orgel van orgelmaker Vermeulen werkeloos de kale ruimte in. Beneden, naast de hoofdingang, hangt nog steeds de collectebus ”Voor de armen”. Maar de collectebus ”Voor de bisschop” is verdwenen.
----
Buurtkerkenfonds
In Noord-Brabant worden in hoog tempo kerken aan de eredienst onttrokken, verkocht, gesloopt of herbestemd. Wat doet zoiets met het kerkbestuur, in dit geval: met het bisdom ’s-Hertogenbosch? Enkele vragen aan bisschop De Korte en beleidsmedewerker Freek van Nugteren.
Wat is uw visie op een kerkgebouw? Is het slechts hout en steen of toch meer dan dat?
Bisschop De Korte: „Een katholiek kerkgebouw wordt bij de ingebruikneming gewijd. Daarmee is het een huis van God geworden. Dat gegeven maakt het sluiten of aan de eredienst onttrekken van een kerkgebouw voor een gelovige katholiek extra pijnlijk. Tegelijkertijd gaat het niet om het gebouw, maar om de gelovigen die als levende stenen het kerkgebouw tot een huis van gebed maken. De Heilige Schrift relativeert overigens het belang van alle kerkgebouwen. De gelovigen vormen, naar een Bijbels beeld, samen een geestelijke tempel waarvan Christus de hoeksteen vormt.”
Hoe komt het dat steeds minder Brabanders iets met de kerk of met het geloof hebben?
Bisschop De Korte: „In Brabant is de kerk, net als in heel Nederland, kwetsbaar geworden door een proces van secularisatie en individualisering. Veel mensen hebben de band met de kerk en het christelijk geloof verloren. In Brabant bestaat trouwens wel nog steeds een sterk volksgeloof dat zich uit in een stevige Mariadevotie. Via Maria worden bijvoorbeeld in de kathedraal van Den Bosch nog steeds vele gebeden bij God gebracht.”
Wat doet het bisdom om dit tij van secularisatie te keren?
Van Genugten: „Naast het ondersteunen van het volksgeloof proberen de parochies in het bisdom kernen van overtuigde katholieke christenen te vormen. Catechese en geloofscommunicatie krijgen hoge prioriteit. Binnen zulke groepen staan Christus en zijn Evangelie centraal. In Brabant bestaat nog steeds een flinke katholieke ”massa”. Het bisdom telt ongeveer 1 miljoen gedoopte katholieken.”
Hoe zal kerkelijk Brabant er in 2025 uitzien?
Bisschop De Korte: „Ik voorzie over tien jaar een kleinere kerk. Maar tegelijkertijd kan een overtuigde minderheidskerk van grote betekenis zijn. Het gaat er-om dat er overal binnen Brabant groepen van overtuigde katholieken en andere christenen blijven. Zij kunnen het zout der aarde vormen.”
----
„Het gaat om de levende stenen”
Naar verwachting van de provincie Noord-Brabant gaat de komende tien jaar de helft van alle 528 (katholieke en protestantse) kerken haar oorspronkelijke functie verliezen. Daarom startte de provincie eind 2015, samen met het Prins Bernhard Cultuurfonds, het experiment van het Buurtkerkenfonds Noord-Brabant.
Het Buurtkerkenfonds heeft als doel eigenaren van vrijkomende kerken te helpen hun gebouw van een nieuwe bestemming te voorzien. Het fonds voorzag bijvoorbeeld in bijdragen in de kosten van procesondersteuning en verbouwingskosten voor een sociale of culturele bestemming.
Het Buurtkerkenfonds beschikte over 500.000 euro subsidie. Daarmee zijn in het jaar 2016 eigenaren van 28 vrijgekomen kerken geholpen hun kerk een nieuwe bestemming te geven.
Op dit moment is het fonds volgens een mededeling op internet „uitgeput.” De subsidie van 500.000 euro is verbruikt. Er vindt een evaluatie plaats. „Wellicht komt er een vervolg voor deze regeling.”