Relatie GKV/NGK en CGK flink onder druk
De relatie tussen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) enerzijds en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) anderzijds, staat flink onder druk. „Eenheid lijkt verder weg dan ooit.” Toch mogen predikanten van de CGK overkomen naar de GKV en de NGK.
Daartoe besloten afgevaardigden van de landelijke vergadering van de NGK en de generale synode van de GKV, die zaterdag via het communicatieplatform Teams met elkaar vergaderden.
Aan de orde was vooral het rapport van deputaten kerkelijke eenheid (DKE) van de GKV en de commissie contact en samenspreking met andere kerken (CCS) van de NGK. De besluiten zullen later dit jaar nog voorgelegd worden aan de gezamenlijke (plenaire) vergaderingen van beide kerkverbanden, die in 2023 willen fuseren. Vermoedelijk als hamerstukken, maar er kan nog gevraagd worden om bespreking.
Steeds moeizamer
„Op landelijk niveau lopen de contacten steeds moeizamer en eenheid van kerkverbanden lijkt verder weg dan ooit”, concluderen DKE en CCS. Het belangrijkste punt waar zij tegenaan liepen, waren „de vragen rond de (nieuwe?) hermeneutiek.” „We hebben moeten constateren dat het ons niet gelukt is het gesprek daarover op een constructieve manier te voeren.”
Toch zijn er ook „bemoedigende” ontwikkelingen op het vlak van de plaatselijke kerken. „Kerken vinden elkaar meer en meer en gaan intensieve vormen van samenwerking aan of vormen samenwerkingsgemeenten.”
Deputaten achten het waarschijnlijk dat ze met een vervolgrapport komen, waar zij verslag doen van de laatste ontwikkelingen in de CGK, ook rond hun synode.
Dr. Martin Heijer, voorzitter van het deputaatschap eenheid van de CGK, stelde dat hij met veel waardering terugkeek naar de dag van 11 november 2017, waarop de GKV en NGK besloten om de scheiding tussen hun kerkverbanden op te heffen. „Wat mooi om te zien als vertegenwoordigers van kerken zich verootmoedigen en schuld belijden en tot verzoening komen. Ik wil u daar van harte mee feliciteren.”
Deze toenadering staat echter in contrast met de verwijdering die er is ontstaan tussen met name de GKV en de CGK. „We hebben een decennialange traditie van samensprekingen, onder meer over toe-eigening van het heil, prediking en andere onderwerpen. In die jarenlange besprekingen was er toenadering en groeiend vertrouwen. Maar we zijn deze afgelopen periode niet dichterbij elkaar gekomen, integendeel.”
Den Heijer ziet oorzaken aan beide kanten. Enerzijds het besluit vanuit de CGK rond de vorming van een Gereformeerde Theologische Universiteit en de afvaardiging van niet-CGK-ambtsdragers naar meerdere vergaderingen. Anderzijds het besluit van de GKV rond vrouw en ambt. „Een besluit dat bij een behoorlijk deel van de CGK grote zorg geeft. En u weet ook hoe binnen ons kerkverband dit thema op dit moment onderwerp van intensieve bespreking is.”
Achterop geraakt
De onderlinge besprekingen zijn „achterop” geraakt, aldus Den Heijer. „Dat onder ogen zien doet pijn, maar het is beter om het onder ogen te zien, dan onze ogen ervoor te sluiten. Voor de CGK betekent het dat we het besluit van de GKV rond vrouw en ambt in zekere zin zullen moeten respecteren, hoe we daar binnen de CGK ook zelf tegenaan kijken. Voor uw kerken betekent het dat u zult moeten accepteren dat de CGK een brede kerkgemeenschap is waarin verschillende stromingen te onderscheiden zijn en dat u niet met alleen één deel contact kunt hebben.”
De groeiende samenwerking in de voorgaande jaren heeft „averij” opgelopen, aldus Den Heijer. „Vertrouwen is geschaad. Er is tijd nodig om dit te herstellen en tot een nieuw evenwicht te komen. Tijd waarin u veel aandacht nodig zult hebben voor de ophanden zijnde fusie en tijd waarin de CGK alle aandacht zullen moeten geven aan binnenkerkelijke spanningen.”
Volgens Den Heijer mogen de belangen van samenwerkingsgemeenten niet uit het oog verloren worden. „Als de GKV en de NGK samengaan, zal in het nieuwe kerkverband een kwart van de gemeenten –en in de CGK een derde– samenwerkingsgemeenten zijn. Zij mogen geen kind van de rekening worden. Dat vraagt van beide kerkgemeenschappen veel aandacht en onderling gesprek.”
Frans Schippers, voorzitter van de landelijke vergadering van de NGK, stelde dat het jammer is de kerken uit elkaar zijn gegroeid. Hij vindt het echter ook positief dat de CGK toch het gesprek willen voortzetten. „We zijn op zoek naar een nieuwe weg. We willen graag ook in gesprek blijven.”
Ds. M. H. T. Biewenga (Ngk Enschede) heeft een gevoel van machteloosheid over het „uit het zicht” verdwijnen van de CGK. „Ik was een van de eerste studenten in Apeldoorn en bewaar daaraan veel goede herinneringen. We hebben als NGK een stukje milde bevindelijkheid van de CGK geleerd. Dat hadden we nodig als aanvulling op ons soms verstandelijk geloven. Dat de wegen zich nu scheiden, raakt mij.”
Schipper beaamde dat laatste: „Wij ervaren onmacht bij het uit elkaar groeien. We zitten op het punt waar we niet zo goed weten hoe we verder moeten.”
Deputatenvoorzitter Tiemen Dijkema zei er „geen pijl op te kunnen trekken” hoe de synode van de CGK zal reageren, ook op ontwikkelingen en besluiten binnen de GKV en NGK. „We hopen dat de CGK ruimte wil geven aan kerken die er iets ander in staan, maar de voortekenen zijn niet gunstig.”
Het is nu in principe mogelijk dat kerkenraden in de GKV en NGK een predikant uit de CGK beroepen. Wel zal de ontvangende classis vooraf nader kennismaken met de beroepen predikant, in aanwezigheid van deputaten predikantszaken.
De gezamenlijke vergadering besloot zaterdag om zich in de relatie met de CGK blijvend te bezinnen op de „mogelijkheden om het gesprek over man, vrouw en ambt en de achterliggende hermeneutiek voort te zetten.”
VGKN
De vergadering besloot positief te reageren op de vraag van de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN) om een oecumenisch akkoord met de GKV te sluiten, zoals dit in 2017 al is gedaan met de NGK. Een oecumenisch akkoord betekent dat beide kerken een zusterkerkrelatie aangaan, elkaar vinden op basis van Schrift en belijdenis, elkaars ambten erkennen en het heilig avondmaal openstellen voor leden uit beide kerken. Ook is kanselruil mogelijk.
De VGKN, die vijf kerken en zo’n 2000 leden tellen, worden nu uitgenodigd om zich aan te sluiten bij het proces van samengaan van de NGK en GKV.
Ds. K. Bijleveld stelde namens de VGKN dat de motivatie om hier naar te zoeken, in het belijden ligt: in de eenheid van het lichaam van Christus. Die is volgens hem van het allergrootste belang, omdat dit het gebed van Christus Zelf is. „Daarbij staat de kleine omvang van ons kerkverband op de lange termijn de groei van een gezond kerkelijk leven –en daarmee ook geestelijk leven– in de weg. Het is daarom goed om nauwe samenwerking te zoeken, die uiteindelijk zou kunnen leiden tot een samengaan van kerken. In dat laatste, een samengaan, hebben onze kerken nog geen keuze kunnen en willen maken, maar het is wel onze overtuiging dat het oecumenisch akkoord dat nu ook de GKV is gesloten, de stap daartoe zal kunnen vergemakkelijken.”
Dat een en ander het begin van het einde van de VGKN zou kunnen inluiden, is volgens ds. Bijleveld niet erg. „Meer en meer beseffen we dat het schip der kerk alleen maar koers kan houden als we samen als kerken leren vanuit Gods Woord. Niet alleen hoe we koers kunnen houden, maar ook hoe je het kerkelijk leven gezond houdt. Zo kunnen we samen kerk zijn en werkelijk een getuigenis in de wereld hebben. Daarbij moeten we niet krampachtig kerken en instituten overeind willen houden.”