Ook het kerkje in Hien ging dicht
Wekelijks sluit minstens één kerk in Nederland voorgoed de deuren. Dat die tendens de gereformeerde gezindte niet voorbijgaat, laat bijvoorbeeld de recente sluiting van het kerkje in Hien, in de Betuwe, zien. Op 4 november hield de Gereformeerde Bondsgemeente hier haar laatste dienst.
Wie over de dijk langs de Waal rijdt, passeert eerst de eeuwenoude kerk van Dodewaard, met de grote pastorie erachter. Rijd je verder, dan staat daar het iets minder oude bedehuis van het buurtschap Hien, zonder pastorie. Op zondag 4 november, ’s morgens, had in dit kerkje de laatste eredienst plaats. De 86-jarige Jaap van Schaik, die meer dan vijftig jaar koster was, droeg de kanselbijbel het gebouw uit.
Oorspronkelijk stond op deze plaats een middeleeuwse kerk. Die werd in 1842 echter afgebroken en vervangen door het huidige kerkgebouw. De toren bleef evenwel behouden en staat er dus al zes eeuwen.
Vandaag gaan de deuren van het kerkje nog een keer open. Aanwezig zijn koster Van Schaik en scriba Henk de Haan van de hervormde gemeente Hien en Dodewaard. Samen met koster Wim Hermse houdt Van Schaik het bedehuis in orde. Het interieur verkeert in goede staat. Het mooiste zijn de kerkenraadsbanken, met daarboven gestileerde lelies.
Stoof
De laatste dienst voelde voor Van Schaik als een begrafenis, zegt hij. Achtenvijftig jaar was hij koster van het kerkje. Hij werd er gedoopt, heeft er belijdenis gedaan en is er getrouwd. De herinneringen komen boven.
Zijn diepste emoties houdt Van Schaik voor zichzelf. Wel vertelt hij over plekken in de kerk met een verhaal erachter. Zoals de zwarte brandgaten in de plankenvloer, onder de ouderlingenbank bijvoorbeeld. Ze zijn ontstaan door omvallende stoven.
Mensen die last hadden van koude voeten, konden een stoof met hete kolen krijgen om tijdens de dienst hun voeten op te zetten. „Als een stoof omviel en de kolen eruit rolden, schroeiden de planken en roken we een brandlucht. Dan moesten we er direct met water op af.”
De kerk werd vroeger verwarmd met een kolenkachel. Na de dienst verzamelden kerkgangers en kerkenraadsleden zich rondom de kachel om zich te warmen. Zo ging het later ook toen er een oliekachel kwam. Van Schaik: „Op een keer ging het mis. Toen ze er omheen stonden, ontplofte de oliekachel ineens. De kleren van de mensen zaten helemaal onder de olie, ook de toga van de dominee.”
Mus
In die tijd betaalden gemeenteleden voor de zitplaatsen die bij opbod verhuurd werden. De rijksten konden zich een plaats voorin de kerk veroorloven, waar je dichtbij de preekstoel zat en de predikant dus beter kon horen. Een microfoon was er nog niet. Die werd later geschonken door een bemiddelde kerkganger. De banken voorin zijn ook sierlijker afgewerkt. Van Schaik wijst de verschillen aan. „De kerkgangers achterin hadden alleen maar een plank als rugleuning.”
Gecollecteerd werd er met een collectezak aan een lange stok, die de collectanten voor de kerkgangers hielden. De stok werd ook weleens ergens anders voor gebruikt, weet de koster. „Voor de dienst zat er een keer een mus in de kerk. Die moest weg, anders zou de vogel de mensen afleiden. Ik pakte de stok met de zak en probeerde de mus te verjagen, maar het beestje ging de kerk niet uit. Net voordat de dienst begon, gaf de mus het op en bleef op de vloer zitten, waarna ik het diertje kon oppakken en naar buiten brengen.”
De herinneringen blijven komen: aan de Tweede Wereldoorlog, toen de klokken uit de kerk gehaald werden; aan ds. C. Mulder die hier tussen 1950 en 1967 stond, niet kon fietsen en alle gemeenteleden lopend bezocht; aan een begrafenis met militaire eer die Van Schaik vanuit de kerk volgde en aan de gestileerde lelies die sneuvelden door de trap die ertegenaan geplaatst werd.
Te koop
De kanselbijbel die Van Schaik op zondagmorgen 4 november het kerkje van Hien uitdroeg, droeg hij ’s avonds de kerk van Dodewaard binnen. Een jongen opende de Bijbel daar weer. „Jarenlang hebben we de kerkgebouwen in Hien en Dodewaard om en om gebruikt”, verklaart scriba De Haan. „De ene keer kerkte de gemeente in Hien; de andere keer in Dodewaard. Sinds 1 januari 2013 werd de Hiense kerk in de winter niet meer gebruikt. Als je het over een langere periode bekijkt, is er sprake van een langzame daling van het aantal kerkgangers. De laatste jaren is het aantal vrij stabiel, met zo’n 120 kerkgangers op zondagmorgen en 40 in de avonddienst.”
Het kerkje in Hien staat nu te koop en de pastorie bij de kerk in Dodewaard wordt verbouwd tot kerkelijk centrum, zodat alle activiteiten van de gemeente geconcentreerd worden op een plaats. De kerkenraad van de hervormde gemeente Hien en Dodewaard heeft voor deze oplossing vooral gekozen vanwege het geld en de voorzieningen. De Haan: „Gods Woord blijft opengaan, ook in onze gemeente, al gaat de kerk in Hien dan dicht.”
Niet langer in gebruik als kerk
Het is nog niet zo dat er –zoals weleens voorspeld– wekelijks twee kerken in ons land dichtgaan, aldus prof. dr. Nico Nelissen, een van de opstellers van een notitie over religieus erfgoed, vorige week. Maar het gaat wel hard met de sluiting, herbestemming én sloop van kerkgebouwen. Een greep.
De christelijke gereformeerde kerk in Nieuw-Amsterdam, in Drenthe, houdt zondag haar laatste dienst. Haar kerkgebouw, de Kruiskerk (1955), wordt verkocht, evenals de pastorie. Zat de kerk in de jaren 70 en 80 nog vol; inmiddels bedroeg het aantal kerkgangers nog 20 à 25. Sinds het voorjaar had de gemeente ook geen ambtsdragers meer.
In de Maranathakerk in het Noord-Hollandse Castricum wordt zondag eveneens de laatste kerkdienst gehouden. Vanaf januari 2019 hebben de kerkdiensten van de protestantse gemeente in Castricum alleen nog in de Dorpskerk plaats. Na verbouwing van gemeentecentrum De Schakel bij de Dorpskerk sluit de Maranathakerk volgend jaar definitief de deuren, zo meldde De Castricummer.
Op 3 januari heeft ook de laatste dienst plaats van de christelijke gereformeerde kerk in Schiedam. Deze gemeente wordt per 31 december opgeheven. Het ledenaantal kromp, er was sprake van vergrijzing en de ambten konden niet meer worden vervuld. Kerkgebouw De Hoeksteen (1923) is verkocht aan een vastgoedmakelaar.
In het Drentse Schoonoord komt de hervormde kerk De Fontein aan de Kerklaan te koop. Het bedehuis is in gebruik bij de hervormde gemeente, die al enige tijd geen eigen predikant meer heeft. Van het gemiddelde aantal van 20 kerkgangers zijn velen ouder dan 80 jaar. De gemeente wordt opgeheven als de kerk verkocht is.
De Plantsoenkerk in het Groningse De Wilp is recent verkocht aan Stichting Dorpshuis Op de Welle. De kerk wordt de komende tijd bij het dorpshuis getrokken. Kansel en orgel blijven behouden om het karakter van het gebouw te bewaren. In november 2017 werd de laatste dienst gehouden in de Plantsoenkerk, die eigendom was van de protestantse gemeente De Wilp-Siegerswoude, op de grens van Groningen en Friesland.
Op 29 juni is de H. Martinuskerk te Megchelen in de Achterhoek onttrokken aan de eredienst, door kardinaal Eijk. De Stichting Vrienden Martinuskerk Megchelen werd eigenaar van het kerkgebouw en beheerder van de begraafplaats. De stichting wil het kerkgebouw en de begraafplaats behouden als maatschappelijk en cultureel erfgoed voor Megchelen.
Ook in de steden komen burgers op voor het behoud van niet meer gebruikte kerken. De gemeenteraad van Den Haag sprak zich uit voor het behoud van kerkgebouwen waar dat mogelijk is. Zo werd de Bethelkerk na een lange strijd van de ondergang gered.
Van de Handwegkerk in Amstelveen blijven alleen de voorgevel en de toren overeind. De laatste dienst in deze voormalige gereformeerde kerk vond plaats op 7 april 2013. Dit jaar stelde de gemeente Amstelveen een nieuw bestemmingsplan vast voor de omgeving van deze kerk. Op de plaats van de Handwegkerk komen veertien riante appartementen, met behoud van de voorgevel van de kerk. Het kerkgebouw is een gemeentelijk monument. Daarom moet de projectontwikkelaar in ieder geval de voorgevel en de kerktoren uit 1899 bewaren.
Toch gaan er ook nog altijd kerken volledig tegen de vlakte. Deze zomer was dat bijvoorbeeld het geval met de Fenix in Leeuwarden, een voormalige gereformeerde kerk. De Turfmarktkerk in Gouda –al twintig jaar niet meer in gebruik als kerk– is eenzelfde lot beschoren. De Antwoordkerk van de protestantse gemeente in Rotterdam-Hoogvliet –waar op 25 augustus de laatste dienst werd gehouden– zou dit najaar gesloopt worden, maar tot nu toe gebeurt er weinig. „Er komt hier nieuwbouw”, aldus een omwonende. „Maar de schoolgebouwen daar verderop worden ook nu pas gesloopt, na drie jaar leeggestaan te hebben. De sloop van deze kerk kan dus ook nog wel even duren, het ligt bij de projectontwikkelaar.”
Blijvend teken
Bovenstaande lijst is niet meer dan een momentopname. Binnenkort komen er weer andere kerken leeg te staan. Gebouwen waar soms eeuwenlang Gods Woord gehoord is, worden gesloopt of krijgen een andere functie. Soms een maatschappelijke, zoals in De Wilp. In andere gevallen wordt de bestemming veranderd en komen er woningen. In Amstelveen blijven alleen de voorgevel en toren staan. Is die toren toch nog een heenwijzing naar iets hogers, of is de gebleven voorgevel alleen maar een façade van niets?