Noorse broeders: Inzet kinderen was fout
Het kerkgenootschap de Noorse Broeders verontschuldigt zich voor de inzet van kinderen bij commerciële opdrachten waarmee geld wordt verdiend voor de eigen kerk.
De broeders schakelden onder anderen kinderen van twaalf jaar in bij het vouwen van miljoenen doosjes en enveloppen voor de Postcode Loterij. Dit is in strijd met de Arbeidstijdenwet, stelt NRC Handelsblad, dat zaterdag berichtte over de kwestie.
De Inspectie SZW, voorheen Arbeidsinspectie, heeft aangekondigd een onderzoek in te stellen naar kinderarbeid.
De fondsenwervingstak DWN heeft zelf ook al een eerste onderzoek verricht, zo blijkt uit een reactie op de website van het kerkgenootschap. „Het beeld dat wij daarbij gekregen hebben is dat er veel goed is gedaan maar helaas ook domme, pijnlijke fouten zijn gemaakt betreffende de arbeidstijden van jongeren en kinderen die niet hadden mogen worden gemaakt.”
Gewezen wordt op de zogenoemde thuiswerkklussen. „Door enkele afdelingen van DWN is dit werk veel te letterlijk opgevat als thuiswerk en is met betrekking tot de minimumleeftijd een verkeerde instructie gegeven. Het werk werd door de volwassenen en jongeren samen uitgevoerd, terwijl de kinderen in de buurt mochten spelen en daarbij in en uit liepen. Als was het in de huiskamer. In die setting hebben ook kinderen doosjes helpen vouwen. Dat had absoluut niet mogen gebeuren en is en was tegen het geldende beleid”, aldus DWN.
De kerk neemt wel krachtig afstand van het beeld in NRC Handelsblad dat doelbewust kinderen aan het werk zijn gezet om aan hun inzet te verdienen. Het bestuur zegt mee te zullen werken aan verder onderzoek door de Arbeidsinspectie. Los hiervan worden door de kerk ook de nodige interne en externe audits uitgevoerd.
Het bericht dat voorganger Jan-Hein Staal (67) door bovengenoemde zaken zijn taken zou hebben neergelegd, wordt tegengesproken. „De heer Staal heeft al vanaf zijn 65e aangekondigd gaandeweg uit alle besturen terug te treden”, schrijft DWN. Het vertrek van een oud-directeur en het aantreden van een nieuw bestuur zorgden dat de Noorse Broeders zelf al bezig waren met een financiële audit.