Kerk & religie

Jan Haeser, helper van de Cubanen

Jan Haeser zit nog tot over zijn oren in het werk als Cubacoördinator voor de Spaanse Evangelische Zending. Toch is het wel de bedoeling dat hij deze maand afscheid neemt. Hoe moet het straks verder met hem? „Dat weet Haeser zelf ook nog niet.”

Jan van ’t Hul
6 May 2019 10:49Gewijzigd op 16 November 2020 15:56
Jan Haeser. beeld RD, Anton Dommerholt
Jan Haeser. beeld RD, Anton Dommerholt

Het kantoortje van de Spaanse Evangelische Zending (SEZ) bevindt zich onderaan de Rivierdijk in Hardinxveld-Giessendam, 200 meter vanaf de Neder-Merwede, tussen metaalbedrijven en toeleveranciers voor de bouwwereld.

Binnen zit Haeser achter zijn bureau. Het kleine vertrek staat overvol, met vooral boeken. Ze zitten in bananendozen of zijn opgetast op losse stapels op de vloer. Verder staan er rijen ordners op planken. Aan de muur hangt een Spaanstalige kalender.

„Het is wel een beetje krap hier”, zegt Haeser, met een verontschuldiging op zijn gezicht, als hij met enige moeite achter zijn bureau kruipt.

Haeser is inmiddels 31 maal in Cuba geweest. Volgende maand gaat hij als Cubacoördinator voor de laatste keer, samen met zijn opvolger Elbert Verboom (zie kader).

U bent van het land gaan houden.

„Absoluut. Ik ken Cuba breed, wijd en diep. Er zijn banden gevallen. De mensen zijn er open en buitengewoon vriendelijk, ook al merk je dat de overheidsdwang altijd wel een claim legt op de samenleving. Cubanen leven daardoor erg geïsoleerd van de rest van de wereld. De landschappen zijn prachtig, met stranden, bergen en tropische oerwouden. Als natuurmens kun je je hart wel ophalen daar. Afscheid nemen doet mij pijn.”

Maar Cuba is ook een atheïstisch land.

„Absoluut. Cuba is doorwéven van het atheïsme. Dat zie je ook terug in het kerkelijk leven. Lange tijd was het beleid van de overheid: één kind, akkoord. Twee kinderen, akkoord. Maar niet nog meer kinderen. In de kerken is het besef dat kinderen een zegen van de Heere zijn geheel afwezig geraakt. Daarbij komt dat de grote armoede ook leidt tot kleine gezinnen. Ieder kind moet wel gevoed worden.”

En de godsdienstvrijheid is er gering.

„De vrijheid van godsdienst is in Cuba heel gering geweest, maar de laatste jaren wordt de overheid steeds toleranter. De kerk wordt echter nog steeds gezien als een bedreiging van het politieke systeem. Kerken hebben het zwaar, krijgen moeilijk vergunning om een gebouw uit te breiden, laat staan om een nieuwe kerk te bouwen. Evangeliseren is in Cuba ongewenst.”

U heeft als Cubacoördinator een eenzaam bestaan geleid.

„Erg eenzaam. Ik heb een bestuur boven me, maar naast me is er weinig. Ik kan altijd bij het bestuur terecht, maar je staat toch ook niet iedere dag bij een bestuurslid op de stoep.”

De contacten met de Cubanen waren vele, zegt Haeser. „De vraag vanuit Cuba naar Bijbelstudiemateriaal is zo groot dat ik het soms gewoon niet aankon. Toen ik in 2001 met dit werk begon, verliep alle correspondentie nog per brief. Dat proces verliep heel traag, ook omdat de overheid in principe alle brieven opende om te kunnen zien wat er over en weer geschreven werd. Dat schoot natuurlijk niet op. In 2008 is dat veranderd. Toen kwamen de eerste e-mails uit Cuba. Dat waren nog van die korte mailtjes, van niet meer dan twintig regels, verstuurd vanuit internetcafés. Maar nu e-mail ook in Cuba volledig geaccepteerd is, krijg ik er gemiddeld zo’n zestig per dag.”

En wat staat daarin?

„Sommige Cubanen worstelen met de leer van de kerk, met de uitverkiezing, met een begrip als genade, met het Evangelie van het kruis. Anderen vragen om raad bij conflicten in de familie of om advies bij huwelijksmoeilijkheden in de gemeente. Een andere hulpvraag betreft nogal eens het diaconaat. Veel Cubanen komen maandelijks niet rond. Dan sturen ze een mail: „Meneer Haeser, wij zitten omhoog.””

Met de handen wijd uitgestrekt: „Ik ben een helper van de Cubanen.”

Wat heeft u voor de kerk daar kunnen betekenen?

„Je ziet dat kerken elkaar opzoeken, dat ze zoeken naar meer eenheid. Dat is voor hen iets nieuws, want vroeger stond de overheid contacten tussen kerken niet toe. Nu is er meer ruimte gekomen, maar de kerken weten er nog niet goed mee om te gaan.”

Wat heeft u –al met al– voor Cuba gedaan?

„Het is de Heere Die ’t gedaan heeft. Het is werk des Geestes geweest. Haeser was alleen maar een communicatiefiguur met een warm pastoraal gevoel, iemand die graag de verbinding legde tussen de mensen en het Woord van God. En door mijn enthousiasme heeft dat aanstekelijk gewerkt, maar meer dan een schakeltje ben ik niet geweest. God heeft naar Cuba omgezien.

Ik heb wel gezocht naar het goede voor de Cubanen. Als ze om advies vroegen, gaf ik dat. Als ze om literatuur vroegen, stuurde ik hun boeken, altijd met een persoonlijke brief erbij. En wát ik ook deed, alles stond in het teken van: hoe krijg je het Woord van God aan het hart van de Cubaan gelegd?”

U stuurt literatuur. Wat lezen ze graag in Cuba?

„Voor een Cubaan staat Spurgeon bovenaan. Die kenden ze al. De baptisten op Cuba lezen het meest Spurgeon en Ryle sluit daar prachtig op aan. Kijk, beste mensen, zeggen we dan: Dít is nu echt gereformeerd. Cubanen denken al gauw: als je nu maar in praktisch opzicht met de kerk meeleeft, dien je de Heere en komt het wel goed met je. Dan zeggen wij: Nee, zo komt het níet goed met je. Een heiden kan ook wel praktisch met de kerk meeleven. Er moet een wonder in ons leven gebeuren. We moeten de Heere dienen met ons hart. De mensen moeten bekeerd worden. Cubanen ook. Dát is het.

Spurgeon en Ryle zitten ook op die lijn, en Matthew Henry, John Owen en McCheyne ook. Bekering is een eenzijdig Godswerk. Het Evangelie moet naar binnen, want ons hart moet vernieuwd worden, net als bij Lydia. En daar is een Verlosser voor nodig. Kijk, dan zijn we waar we wezen moeten. We hebben een Verlosser nodig, de Middelaar Gods en der mensen.”

Stel, SEZ ontvangt plotseling een groot legaat. Wat moet daarmee gebeuren?

Met glimmende ogen: „Daar zit je weleens over te dromen, over een groot legaat. Want daarmee zouden we in Cuba een gereformeerd platform kunnen realiseren, een contactorgaan waar al die kleine kerkjes elkaar kunnen ontmoeten, waar de krachten gebundeld kunnen worden, richting overheid en samenleving. Dat zou het kerkelijk leven meer structuur geven, want structuur is er nu niet. Cuba is een erg langgerekt eiland. Tussen oost en west zit 1500 kilometer. De kerk in het westen kent de kerk in het oosten niet. Het zijn allemaal losse groepjes, die nauwelijks in staat zijn om zichzelf naar de overheid toe te presenteren. Ik droom weleens van een gereformeerd platform.”

Was dit werk nu een roeping?

Met trage woorden, zoekend naar de juiste begrippen: „Vroeger had ik theologie willen studeren, had ik dominee willen worden. Ik was negentien jaar en wilde daarvoor naar de universiteit in Utrecht. Maar ik liep er helemaal in vast. Ik had geen roeping. Toen kwam de zending in beeld, maar weer liep ik vast. Ik had geen roeping.”

En het werk voor de SEZ, was dat roeping?

„De Heere had een plan met mij. Ik moest zendingswerk in Cuba gaan doen. Al dat andere, chemie studeren, analist worden, wethouder zijn, interesse hebben voor theologie, dat heeft allemaal dit ene doel moeten dienen. Toen het wethouderschap in Hardinxveld ophield, heb ik een jaar uitzichtloos voor me uit zitten kijken. In het gebed heb ik alles aan de Heere verteld. En toen werd ik onverwachts door het bestuur van SEZ gevraagd of ik geen interesse had het werk van Aleman, mijn voorganger, over te nemen. Opeens wees de Heere de weg en opende Hij alle deuren. Of dit roeping was, dit werk bij de SEZ? Nou.”

U neemt afscheid. Hoe nu verder?

„Dat weet Jan Haeser zelf nog niet. Ik zou meer willen gaan schrijven, over Cuba, want er is veel wat nog zo onbekend is. En ik zou ook wel graag christelijke reizen willen organiseren naar Cuba. Ik voel me met dat land verbonden.”

Jan Haeser vertrekt bij SEZ

Jan Haeser werd op 5 januari 1953 in Hardinxveld geboren. Hij studeerde chemie in Dordrecht, raakte als analist aan het werk in het Botlekgebied en werd vervolgens laborant in de zuivelbranche. In 1987 werd Haeser voor de SGP wethouder in Hardinxveld, maar dat was geen voltijdsfunctie. Daarnaast werd hij voorlichter bij Spaanse Evangelische Zending. In 2000 volgde de benoeming tot evangelist en Cubacoördinator bij SEZ. Hij volgde toen M. Aleman op. Per 1 juni gaat Haeser met pensioen.

Haeser is getrouwd met Heiltje van Houwelingen. Het echtpaar heeft zeven kinderen en zeventien kleinkinderen, en behoort kerkelijk tot de Hersteld Hervormde Kerk.

Elbert Verboom volgt Haeser op

Elbert Verboom (40) uit Poederoijen volgt Jan Haeser op als Cubacoördinator voor SEZ, met standplaats Nederland. Zijn vrouw Annemarie Verboom-Bijsterveld is bureaumedewerker voor SEZ geworden. Samen hebben ze vier kinderen. Het echtpaar Verboom was eerder enkele jaren werkzaam in Bolivia voor de zending van de Netherlands Reformed Congregations, de Amerikaans-Canadese zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer