Kerken kunnen zich veel meer profileren in de dorpen, vindt Jacobine Gelderloos, die donderdag promoveert aan de Protestantse Theologische Universiteit te Groningen.
Het proefschrift van Gelderloos draagt de titel ”Meaningful in the margins. Churches and quality of life in the Dutch countryside” (”Van betekenis in de marge. Kerken en leefbaarheid op het Nederlandse platteland”). In haar studie verkent ze de positie van de kerk in het dorp.
Gelderloos komt niet uit een dorp. Ze werd in 1985 geboren in Den Haag en woont nu met haar man en twee kinderen in Groningen. Het kettinkje om haar hals met een hangertje van de Martinitoren getuigt van haar liefde voor die stad.
Toch heeft ze ook veel met dorpen. „Mijn voorgeslacht komt uit het Groningse dorp Schildwolde. Ik heb als kind vaak op de boerderij van mijn opa en oma in Oldenzijl gelogeerd en voelde me er thuis”, zegt ze in het restaurant van het Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht. Het gebouw wordt haar toekomstige werkplek. Ze is aangenomen als verbindend specialist gemeenteopbouw en zal zich als zodanig richten op de Dorpskerkenbeweging.
De promovenda heeft haar studie in het Engels geschreven. „Er is veel Engelstalige literatuur over dit onderwerp, dat in Engeland, Duitsland en de Scandinavische landen al langer actueel is. In die landen staat de positie van de dorpskerk al jarenlang onder druk. Ik hoop met mijn proefschrift te kunnen bijdragen aan de internationale academische discussie.”
Het onderzoek voorziet volgens Gelderloos in een behoefte, niet alleen omdat praktisch-theologisch en godsdienstsociologisch onderzoek zich tot nu toe vooral richtte op de stedelijke context, maar ook omdat er in ander leefbaarheidsonderzoek in dorpen weinig oog is voor de rol van kerken.
Groningen en Noord-Brabant
Voor het praktische deel van haar studie deed ze onderzoek in een tweetal kleine protestantse gemeenten, Asten-Someren in het zuidoosten van Noord-Brabant en Schildwolde-Hellum-Overschild-Noordbroek in het midden van de provincie Groningen. Beide samengevoegde gemeenten tellen tussen de 30 en 60 kerkgangers. Gelderloos merkt op dat beide gemeenten een totaal verschillende achtergrond hebben. „De protestantse Noord-Brabantse gemeenten waren altijd al marginaal te midden van een rooms-katholieke omgeving. De Groningse kerken daarentegen vormden vroeger het hart van de protestantse dorpsgemeenschappen.”
Is marginalisering de toekomst van dorpskerken in de Biblebelt?
„Dat kan, maar het hoeft niet, als ze de conclusies uit mijn proefschrift ter harte nemen. Tijdens een bijeenkomst van de Gereformeerde Bond in Hoevelaken hoorde ik dat in de Bondsgemeenten nu pas de vraag opkomt wat er moet gebeuren als een gemeente geen fulltimepredikant meer kan betalen. Dit is in veel andere dorpskerken al een gepasseerd station. Het is niet zo dat de vraag van de formatieplaats geen aandacht verdient, maar de aandacht moet zich niet uitsluitend richten op organisatie en zorgen over het voortbestaan.”
Waarover moet het dan gaan?
„Krimpende kerkelijke gemeenten in het dorp maken zich vaak ontzettend druk over het eigen voortbestaan. Men is erop gefocust om jongeren naar de kerk te krijgen; of men fuseert en is bezig om het allemaal in goede banen te leiden. Dat is heel begrijpelijk en nodig, maar het gevolg is vaak dat men de blik naar binnen richt. Het is vruchtbaarder als de kerk zich meer met het dorp zou bemoeien.”
Hoe kunnen dorpskerken dat doen?
„Ik pleit ervoor dat dorpskerken, ongeacht hun grootte, samenwerken met allerlei organisaties en instanties. Dat kan bijvoorbeeld een diaconaal platform zijn, zoals dat in Slochteren functioneert, of een tijdelijke samenwerking om een school of een verzorgingstehuis in het dorp te behouden of, zoals we dat in Groningen doen, door te participeren in het Platform Kerk en Aardbeving. Het kan daarbij gaan om de leefbaarheid van het dorp, maar ook om christelijke activiteiten, bijvoorbeeld het aanbieden van hulp bij rouwverwerking door de kerk of het verzorgen van een kerstdienst op een openbare basisschool. Zo kunnen er ”sacred places” ontstaan, sporen van God in het dorp.”
Wat heeft de kerk daaraan?
„Hiermee krijgt de kerk weer een centrale plaats. Samen met allerlei organisaties kan de kerk iets doen aan het bevorderen van het wij-gevoel in de strijd tegen het individualisme. Ook kunnen de sporen van God die in het dorp zijn overgebleven, versterkt worden. Het religieuze dorpsleven is breder dan het kerkelijke dorpsleven. Wie weet kan de dorpskerk zo de brug worden naar nieuwe vormen van christelijk leven.”
Gaat de kerk dan niet te veel op in sociaal activisme?
„Dat gevaar bestaat, maar de kerk heeft ook altijd een maatschappelijke taak gehad, bijvoorbeeld in het omzien naar de armen. Het gaat erom vanuit welke drijfveer men iets doet. Je kunt het ook omdraaien: de kerk kan door haar activiteiten in het dorp bijdragen aan het besef dat God erbij is.”
Landelijke dag over dorpskerk
Tijdens een symposium op 24 september wordt de Dorpskerkenbeweging gepresenteerd. Dat gebeurt tijdens de eerste landelijke Dorpskerkendag, die plaatsvindt in de Ontmoetingskapel in Maarn. De Dorpskerkenbeweging is een platform waaraan onder andere dorpskerkambassadeurs verbonden zijn.
Op het symposium wordt het boek ”Sporen van God in het dorp” van Jacobine Gelderloos gepresenteerd. Het is een vertaling en bewerking van haar proefschrift ”Meaningful in the margins”. Gelderloos zal een aantal hoogtepunten uit haar proefschrift bespreken.
Er is veel belangstelling voor de bijeenkomst. De aanmelding is inmiddels gesloten. Meer informatie: dorpskerken.nl